Z
Als het zicht in de rijrichting beperkt is, moet de exploitant geschikte maatregelen
bepalen en toepassen, om een veilige gebruik van het interne transportmiddel te
garanderen. Eventueel moet een seiner worden gebruikt of bepaalde gevarenzones
moeten worden afgezet. Bovendien kan het interne transportmiddel met optioneel
verkrijgbare kijkhulpen zoals een camerasysteem of spiegels worden uitgerust. Er
moet voorzichtig worden gereden met kijkhulpen.
111