4
Eerste inbedrijfstelling
Veiligheidsaanwijzingen voor de montage en inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Gevaar voor ongevallen door onjuiste montage
De montage van het interne transportmiddel op de plaats van gebruik, de
inbedrijfstelling en de instructie van de bediener mogen enkel door de speciaal voor
deze taken geschoolde klantenservice van de producent worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Gevaar door gebruik van ongeschikte energiebronnen
Gelijkgerichte wisselstroom beschadigt de bouwgroepen (besturingen, sensoren,
motoren e.d.) van de elektronische installatie.
Ongeschikte kabelverbindingen (te lang, te kleine kabeldoorsnede) naar de batterij
(sleepkabels) kunnen verhit raken waardoor het interne transportmiddel en de
batterij kunnen verbranden.
uIntern transportmiddel uitsluitend met batterijstroom gebruiken.
uKabelverbindingen naar de batterij (sleepkabels) moeten korter zijn dan 6 m en
moeten een kabeldoorsnede van 6 yd² (50 mm²) hebben.
Gebruiksklaar maken na levering of na transport
Werkwijze
• Controleren of de uitrusting volledig is.
• Vulhoeveelheid hydraulische olie controleren, zie pagina 160.
• Transmissieoliepeil controleren, zie pagina 161.
• Indien nodig batterij monteren, zie pagina 53.
• Batterij opladen, zie pagina 72.
Intern transportmiddel kan nu in gebruik worden genomen, zie pagina 72.
Z
Intern transportmiddel zonder eigen aandrijving verplaatsen, zie pagina 137.
45