3.7
EN-normen
Gemiddeld geluidsdrukniveau
– EFG 110-115: 63 dB(A)
*+/- 3 dB(A) afhankelijk van de toesteluitrusting
conform 12053 in overeenstemming met ISO 4871.
Z
Het gemiddelde geluidsdrukniveau wordt bepaald op basis van de normgegevens en
omvat het geluidsdrukniveau bij het rijden, heffen en stationair draaien. Het
geluidsdrukniveau wordt gemeten bij het oor van de bestuurder.
Trilling
– EFG 110-115: 0,62m/s²
conform EN 13059.
Z
De in de bedieningsstand op het lichaam werkende trillingsacceleratie is conform de
norm de lineair geïntegreerde, gewogen acceleratie in het verticale vlak. Deze
worden bepaald bij het met constante snelheid rijden over drempels (intern
transportmiddel in standaarduitvoering). Deze meetgegevens worden één keer voor
het interne transportmiddel gemeten en mogen niet worden verwisseld met de
lichaamstrillingen van de richtlijn die geldt voor exploitanten. De producent biedt een
bijzondere service voor het meten van deze lichaamstrillingen, zie pagina 175.
Z
De interne nauwkeurigheid van de meetketting ligt bij 21°C bij 0,02 m/s². Verdere
afwijkingen zijn vooral mogelijk door de positionering van de sensor en verschillen in
gewicht van de bestuurder.
Elektromagnetische comptabiliteit (EMC)
De producent bevestigt de naleving van grenswaarden voor uitgezonden
elektromagnetische stoorsignalen en stoorvastheid, maar ook de controle van
ontlading van statische elektriciteit conform EN 12895 en de daar genoemde
normatieve verwijzingen.
Z
U mag elektrische of elektronische onderdelen uitsluitend veranderen of verplaatsen
met schriftelijke toestemming van de producent.
WAARSCHUWING!
Storing van medische apparaten door niet-ioniserende straling
Elektrische uitrustingen van het interne transportmiddel, die niet-ioniserende stralen
afgeven (bijvoorbeeld draadloze gegevensoverdracht), kunnen de werking van
medische apparatuur (pacemakers, gehoorapparatuur e.d.) van de bediener storen
en een verkeerde werking veroorzaken. Met een arts of de producent van het
medische apparaat moet worden vastgesteld, of een dergelijk apparaat in de
omgeving van het interne transportmiddel gebruikt kan worden.
27