Inbedrijfstelling
Veiligheid
Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en grote materiële schade veroor-
zaken.
Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen
en begrepen:
► deze gebruiksaanwijzing
► alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
De inbedrijfstelling van de draadaanvoer gebeurt bij handmatig gebruik door het indrukken
van de brandertoets en bij geautomatiseerd gebruik door een actief signaal Lasstart.
Voorwaarden
Voor een inbedrijfstelling van de draadaanvoer moet aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
-
-
-
-
-
-
-
-
46
WAARSCHUWING!
heidsvoorschriften
Draadaanvoer is door middel van een verbindingsleidingpakket met de stroombron
verbonden
Lasbrander is aan de draadaanvoer aangesloten
Aandrijfrollen zijn in draadaanvoer ingezet
Draadspoelen / korfspoelen zijn met korfspoeladapter in draadaanvoer ingezet
Draadelektrode is ingelopen
Contactdruk van de aandrijfrollen is ingesteld
Rem is ingesteld
Alle afdekkingen zijn gesloten, alle zijdelen zijn gemonteerd, alle beschermingsinrich-
tingen zijn intact en op de daarvoor bedoelde plek aangebracht