Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Specificeer het herhaaltype van het brandmeldnetwerk
Kies de type-instelling voor de herhaler van het brandmeldnetwerk (nr) wanneer
u deze wilt gebruiken om de paneelstatus te tonen in plaats van de
gebiedstatusinformatie. (nr = Pn).
Wanneer het bedieningspaneel is ingesteld om de status van andere panelen te
herhalen, tonen de gebiedindicaties algemene informatie van de paneelstatus:
de rode gebieds LED geeft het paneel in het netwerk aan dat een alarm
voortbrengt (automatisch of handmatig) en de gele gebieds LED toont welk
paneel in storing, testmodus of uitgeschakeld is.
De gebiedsherhalers worden standaard gebruikt (nr = 2n)
Uitvoerbediening op afstand voor het Brandmeldnetwerk
Stel de nevenuitvoerbediening (nO) van het brandmeldnetwerk op AAN wanneer
u wilt dat het adresseerbare bedieningspaneel in het brandmeldnetwerk de
uitvoer van het conventionele paneel beheert (sirenes, brandroute,
brandbescherming, storingswaarschuwingen en uitbreidingskaartuitvoeren) met
geavanceerde programmeringsopties.
Raadpleeg de documentatie van het adresseerbare bedieningspaneel (met
informatie over de configuratiesoftware) voor dit soort geavanceerde configuratie.
Wanneer het bedieningspaneel wordt geconfigureerd voor
nevenuitvoerbediening, zal het niet langer uitvoeren adviseren die zijn gebaseerd
op de eigen logica. Alleen uitvoer met opdrachten uit het brandmeldnetwerk
worden geactiveerd.
Deze bedieningsmodis is storings-veilig, dus: Wanneer het bedieningspaneel
een storing in het brandmeldnetwerk constateert, activeert de uitvoer met de
lokale logica of de nevenopdrachten.
Standaard is de nevenuitvoerbediening van het brandmeldnetwerk uitgeschakeld
voor zelfstandige toepassingen of voor puur conventionele brandmeldnetwerken
waarbij het bedieningspaneel de uitvoer regelt.
78
1X-F-serie Installatiehandleiding