Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Doormeldvertraging
Opmerking:
Via dit menu configureert u waarschuwing signaalgeververtragingen
in de NBN S 21-100-mode.
Gebruik dit menu om een waarschuwingsvertraging van maximaal 10 minuten te
configureren in bedieningsmodi waarin de functie beschikbaar is.
Standaardvertragingen
Hieronder vindt u de standaard waarschuwingsvertraging voor elke
bedieningsmodus.
Tabel 22: Standaardinstellingen doormeldvertraging
Bedieningsmodus
EN 54-2 Scandinavië
NEN 2535
EN 54-2
NBN S 21-100
EN 54-2 Evacuatie
BS 5839-1
Ga als volgt te werk om een vertraging te configureren:
1. Stel het display in zoals hieronder is aangegeven en druk vervolgens op
Enter.
Als de indicatie-LED Doormelding vertraging snel knippert, is het
configuratiemenu van de doormeldvertraging actief.
2. Selecteer met de selectieknoppen (2 en 4) een waarde van 00 tot 10 minuten
voor de vertraging.
3. Druk op Enter.
4. Sla uw wijzigingen op.
Als de vertraging geconfigureerd is, moet de vertraging op operator
gebruikersniveau worden ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om een geconfigureerde vertraging in te schakelen:
1. Sluit Installateur gebruikersniveau af.
2. Voer het wachtwoord voor operator gebruikersniveau in.
3. Druk op de doormeldvertragingsknop.
Als de indicatie-LED Doormelding vertraging continu brandt, is de vertraging
ingeschakeld.
48
Standaardvertraging in minuten
01
01
00
Deze functie is niet beschikbaar in deze
bedieningsmodi.
1X-F-serie Installatiehandleiding