Groepen en apparaten aansluiten
Groepen aansluiten
Sluit de groepkabels aan zoals in Afbeelding 4, Afbeelding 5, Afbeelding 6 en
Afbeelding 7 hierboven wordt aangegeven. In onderstaand Tabel 3 vindt u de
lijnweerstand.
Tabel 3: Lijnweerstand
Groeptype
Gemengd
Automatisch
Handmatig
[1] Gemengde groepen zijn niet toegestaan voor installaties die moeten voldoen aan EN 54-13 of
voor een intrinsiek veilige configuratie.
Ga als volgt te werk om de lijnweerstand te meten:
1. Maak aan het uiteinde van de groeplijn een kortsluiting.
2. Meet met een multimeter de weerstand tussen de positieve en negatieve
lijnen.
Opmerking:
De standaardinstellingen voor groepdetectie voor elke
bedieningsmode vindt u in Bijlage A "Vooraf ingestelde configuratiewaarden" op
pagina 99. Zie "Geavanceerde configuratie" op pagina 52 voor informatie over
het wijzigen van de instelling voor groepdetectie.
Afsluitingsgroepen
Groepsafsluiting moet altijd worden uitgevoerd, ongeacht of de zone in gebruik is
of niet. Het type afsluiting is afhankelijk van de installatie, zoals hieronder in
Tabel 4 wordt weergegeven.
Tabel 4: Groepsafsluitingen
Installatietype
Standaard en intrinsiek
veilige groepen
EN 54-13 groepen
BS 5839-1 groepen
[1] Voor BS 5839-1 installaties moet een actieve einde lusmodule worden geïnstalleerd (in plaats
van een einde lusweerstand).
1X-F-serie Installatiehandleiding
Lijnweerstand
Standaard en BS5839-1
40 Ω max.
55 Ω max.
55 Ω max.
Groepsafsluiting
Einde lusweerstand van 4,7 kΩ
EOL-Z einde lusmodule (polariteitgevoelig)
Actieve einde lusmodule [1]
Hoofdstuk 2: Installatie
EN 54-13 en intrinsiek veilig
Niet ondersteund [1]
50 Ω max.
50 Ω max.
13