Ingangen aansluiten
Ingangsfunctionaliteit
Elke centrale heeft twee ingangen die met INPUT1 en INPUT2 zijn gemarkeerd.
Deze circuits worden als normaal open aangesloten en geactiveerd wanneer ze
worden gesloten.
Beide ingangen kunnen worden geconfigureerd (zie "Ingangsconfiguratie" op
pagina 62). De standaardfunctionaliteit van elke ingang wordt bepaald door de
bedieningsmode van de centrale en de instelling van EN 54-13. Zie Tabel 6
hieronder.
Tabel 6: Ingangsfunctionaliteit voor ingangen 1 en 2
Bedieningsmodus
EN 54-2 [1]
EN 54-2 evacuatie [1]
EN 54-2 Scandinavië [1]
BS 5839-1 [1]
NBN S 21-100 [1]
NEN 2535 (EN 54-13
uitgeschakeld)
NEN 2535 (EN 54-13
ingeschakeld)
[1] Geen wijziging in ingangsfunctionaliteit met EN 54-13 ingeschakeld.
[2] Op afstand resetten voor twee groepen die de bedieningsmode EN 54-2 Scandinavië
gebruiken.
[3] Bewaakte ingang (bedrading kort of open).
Niet-bewaakte ingangen aansluiten
Sluit de niet-bewaakte ingangsschakelaars aan op INPUT1 en INPUT2, zoals in
Afbeelding 4 of Afbeelding 5 op pagina 11 wordt getoond. Hieronder vindt u de
nominale waarden voor weerstand (inclusief kabelweerstand).
Tabel 7: Nominale waarden voor weerstand van niet-bewaakte ingangen
Ingangsfunctie
Opdracht Op afstand resetten
Uitgebreide doormeldvertraging
Doormeldvertraging annuleren
Klassewijziging
Vertragingen uit
FBF (signaalgevers uitgeschakeld) [1]
[1] Regionale doormeldpanelen.
1X-F-serie Installatiehandleiding
INPUT1
Op afstand resetten
Op afstand resetten
Uitgebreide
waarschuwingsvertraging [2]
Klassewijziging
Op afstand resetten
Doormeldvertraging annuleren Vertragingen uit
Bevestiging doormelding (type
1, 100 seconden) [3]
Geactiveerd
> 9 kΩ tot ≤ 9 kΩ
transitie
≤ 9 kΩ
≤ 9 kΩ
≤ 9 kΩ
≤ 9 kΩ
≤ 9 kΩ
Hoofdstuk 2: Installatie
INPUT2
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Storingsmeldinguitgang (open
supervisie)
Standby
Nvt
> 9 kΩ
> 9 kΩ
> 9 kΩ
> 9 kΩ
> 9 kΩ
15