Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Groep configuratie
Gebruik dit menu om de groepsinstellingen voor elke groep in uw
brandmeldpaneel te configureren. De standaardinstelling voor elke
bedieningsmode is opgenomen in Bijlage A "Vooraf ingestelde
configuratiewaarden" op pagina 99.
Ga als volgt te werk om de groep te configureren:
1. Stel het display in zoals hieronder is aangegeven en druk vervolgens op
Enter.
2. Selecteer de groep (bijvoorbeeld groep 1) en druk vervolgens op Enter.
De indicatie-LED Storing/Uit/Test voor groepen knippert snel om aan te
geven dat het overeenkomende groepconfiguratiemenu actief is.
3. Selecteer met de selectieknoppen (2 en 4) een waarde.
4. Druk op Enter.
5. Sla uw wijzigingen op.
Hieronder vindt u de voor deze functie beschikbare instellingen.
Weergave
Beschrijving
Passieve eindelijnsweerstand
Actief einde van de lus [1]
Niet vergrendeld (alleen beschikbaar voor
bedieningsmodus BS 5839-1) [1]
Passief einde van de lijn met CleanMe [1][2]
Actief einde van de lijn met CleanMe [1][2]
Intrinsiek veilige groep [1][3]
[1] Optie is niet beschikbaar als EN 54-13-bewaking is ingeschakeld.
[2] Optie is niet beschikbaar als bedieningsmode NEN2535 is.
[3] Standaard worden groepen met even nummers als handmatig ingesteld
en groepen met oneven nummers als automatisch.
58
1X-F-serie Installatiehandleiding