Inhoud Belangrijke informatie ii Adviserende berichten ii Aansprakelijkheidsbeperking ii Inleiding 1 Productenreeks 1 Bedieningsmodi 1 Overzicht centrale 2 Gebruikersinterface van de 1X-E4-centrale 2 Bediening en indicatie-LED’s 3 Hoorbare indicatoren 7 Overzicht van statusmeldingen 7 Activering van signaalgever tijdens brandalarm 11 Bediening van de centrale 12 Gebruikersniveaus 12 Algemeen gebruikersniveau bewerking 12...
Belangrijke informatie Adviserende berichten Adviserende berichten waarschuwen u voor condities of praktijken die ongewenste gevolgen kunnen hebben. De adviserende berichten die in dit document worden gebruikt, worden hieronder beschreven. WAARSCHUWING: Waarschuwingsberichten adviseren u over gevaren die zouden kunnen leiden tot verwondingen of dodelijk letsel. Ze geven aan welke acties u moet nemen of vermijden om verwondingen of dodelijk letsel te voorkomen.
Inleiding Dit is de bedieningshandleiding voor 1X-E4-serie conventionele centrales voor branddetectie en ontruiming. Lees deze instructies en alle verwante documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt. Productenreeks Het 1X-E4-serie omvat de hieronder weergegeven modellen. Tabel 1: 1X-E4-serie modellen Model Beschrijving 1X-E4...
Overzicht centrale Dit onderwerp biedt een inleiding in de gebruikersinterface van de centrale, de bedieningselementen en de indicatie-LED’s. Gebruikersinterface van de 1X-E4-centrale Afbeelding 1: Gebruikersinterface van de 1X-E4-centrale 1. Groepsknoppen en indicatie-LED’s 12. Knop Algemene test en indicatie-LED 2. Ontruimingszoneknoppen en indicatie-LED’s 13.
Configuratieopties Configuratie-opties kunnen resulteren in gewijzigde interfaceknoppen en indicatie-LED’s. Zie Tabel 3 hieronder. Tabel 3: Geconfigureerde wijzigingen voor interfaceknoppen en indicatie-LED’s Item NEN 2575 NEN 2575 met EN 54-13 Onderhoud detector Storing uitgang Storing/Uitgeschakeld Bediening en indicatie-LED’s In de volgende tabel vindt u een overzicht van de bedieningselementen en indicatie-LED’s van de centrale.
Pagina 8
Item Bedieningselement/ Kleur Beschrijving Indicatie-LED indicatie- Ontruimingszone- Rood/Geel Schakelt de ontruimingszone uit of test deze knoppen en indicatie- (wanneer deze met de algemene knop Gedeelte LED’s uit of de algemene knop Test wordt ingedrukt). De rode indicatie-LED geeft aan dat er in de overeenkomende ontruimingszone een ontruimingsalarm is afgegaan.
Pagina 9
Item Bedieningselement/ Kleur Beschrijving Indicatie-LED indicatie- — of — Indicatie-LED Storing Een knipperende indicatie-LED geeft een storing uitgang Storing/ aan in het circuit van de storingsmeldinguitgang. Een continu brandende indicatie-LED geeft aan Uitgeschakeld dat de functie is uitgeschakeld. (voor EN 54-13- configuraties.) Indicatie-LED Geel...
Pagina 10
Item Bedieningselement/ Kleur Beschrijving Indicatie-LED indicatie- Knop en indicatie- Geel Schakelt de zoemer van de centrale uit en LED Stop zoemer bevestigt alle huidige gebeurtenissen. Als de indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat alle huidige gebeurtenissen bevestigd zijn. Knop Alle Rood Activeert de signaalgevers in alle signaalgevers aan en...
Item Bedieningselement/ Kleur Beschrijving Indicatie-LED indicatie- Knop en indicatie- Rood/Geel Annuleert een ingestelde vertraging en activeert LED Doormelding de doormelding. gestart Als de rode indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat de doormelding is geactiveerd. Een continu brandende rode indicatie-LED geeft aan dat het doormeldsignaal is bevestigd door de externe centrale.
Pagina 12
Brand De status van het brandalarm wordt als volgt aangegeven: • Algemene brand indicatie-LED’s: Knipperen als het alarm door een automatische detector geactiveerd wordt. Brandt continu als het alarm door een handbrandmelder geactiveerd wordt. • LED-indicatie Groep: Knippert rood als het alarm door een detector geactiveerd wordt.
Pagina 13
Indicatie storing in de netvoeding en/of netspanningzekering: • Indicatie-LED Algemene storing: Knipperend. • Indicatie-LED Storing voeding: Continu aan. • Zoemer centrale: Klinkt met een onderbroken toon. Indicatie storing in de batterijvoeding en/of batterijzekering: • Indicatie-LED Algemene storing: Knipperend. • Indicatie-LED Storing voeding: Knipperend. •...
Pagina 14
Uitgeschakelde storingsmelding (indien geconfigureerd) wordt als volgt aangegeven: • Indicatie-LED Algemeen uit: Continu aan. • Indicatie-LED Storingsmelding: Continu aan geel. • Zoemer centrale: Uit. Test Een groep die getest wordt, wordt als volgt aangegeven: • Indicatie-LED Algemene test: Continu aan. •...
Activering van signaalgever tijdens brandalarm De door een brandalarm in branddetectiegroep 1 t/m 4 geactiveerde signaalgevers die zich in ontruimingszones bevinden, worden zoals hieronder is aangegeven door de bedieningsmode van de centrale bepaald. Tabel 6: Activering van signaalgever tijdens brandalarm Bedieningsmodus Activering van signaalgever NEN 2575 met vier...
Bediening van de centrale Gebruikersniveaus Voor uw veiligheid zijn de toegangsmogelijkheden van enkele functies van dit product met toegangsniveaus beperkt. De toegangsprivileges voor elk toegangsniveau worden hieronder beschreven. Openbare gebruiker Het algemene gebruikersniveau is het standaard gebruikersniveau. Op dit niveau zijn basis bedieningshandelingen mogelijk, zoals het reageren op een brandalarm of storingswaarschuwing van de centrale.
Pagina 17
Met een algemeen niveaubewerking kunt u: • Een systeemgebeurtenis bevestigen en de zoemer van de centrale stoppen • Een ontruimingsalarm activeren • Een actieve doormeldvertraging annuleren • Indicatie-LED’s van centrale en interne zoemer testen • Alleen lokale indicaties weergeven (voor centrales met herhaalpaneelfunctionaliteit) Een systeemgebeurtenis bevestigen en de zoemer van de centrale stoppen Om een systeemgebeurtenis te bevestigen en de interne zoemer te stoppen...
Pagina 18
• Alle overige LED’s: Continu aan. • Zoemer centrale: Continu klinkend. De test duurt net zolang als de knop Test wordt ingedrukt (met een automatische time-out van twaalf seconden). Wanneer de test voltooid is, keert de centrale terug naar de eerdere toestand. Opmerking: Apparatuur die op het storingsrelais van de centrale zijn aangesloten, worden tijdens deze test ook geactiveerd.
bevestigen door Enter in paneel 2 drie seconden lang ingedrukt te houden. In dit geval gaat de gele indicatie-LED uit. Operator-niveaubewerking Het operator-niveau is beveiligd met een wachtwoord en gereserveerd voor geautoriseerde gebruikers die een training in het gebruik van de centrale hebben gevolgd voor de bediening en onderhoud ervan.
Pagina 20
Opmerking: De functionaliteit van signaalgevers wordt door uw systeemconfiguratieinstellingen bepaald. U kunt de signaalgevers zodanig instellen dat gestopte signaalgevers die door een brandalarm worden geactiveerd, automatisch opnieuw worden gestart als er een andere brandalarmgebeurtenis in een nieuwe groep is gedetecteerd. Neem contact op met de installateur van uw brand- of ontruimingsalarmsysteem of uw onderhoudsbedrijf om uw configuratiegegevens te controleren.
Pagina 21
• Tenzij anders geconfigureerd klinkt de zoemer van de centrale continu (zie opmerking). • Na vijf seconden wordt de centrale automatisch opnieuw ingesteld en worden de alarmen in de geteste groep hersteld. Om de test te beëindigen drukt u op de knop Test en vervolgens nog een keer op de knop Groep.
Pagina 22
• De signaalgevers voor ontruiming laten gedurende de test een hoorbaar testsignaal (3 seconden aan, 5 seconden uit) klinken waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een geconfigureerde vertraging. Om de test te beëindigen, drukt u op de knop Algemene test en vervolgens nog een keer op de knop Ontruimingszone.
Pagina 23
Doormelding in- of uitschakelen Om de doormeldingsfunctie uit te schakelen, drukt u op de algemene knop Gedeelte uit en vervolgens op de knop Doormelding aan. Uitgeschakelde doormeldingen worden als volgt aangegeven: • Indicatie-LED Algemeen uit: Continu aan. • Indicatie-LED Doormelding start: Continu aan geel. Om de doormeldingsfunctie in te schakelen, drukt u op de algemene knop Gedeelte uit en vervolgens nog een keer op de knop Doormelding aan.
Onderhoud Voer de volgende onderhoudstaken uit om ervoor te zorgen dat uw brandalarmsysteem correct functioneert en voldoet aan alle vereiste Europese regelgeving en lokale regels. Opmerking: Zorg voordat u tests uitvoert ervoor dat de doormelding uitgeschakeld is of dat de brandweer van de tests op de hoogte is gesteld. Driemaandelijks onderhoud Neem contact op met uw installatie- of onderhoudsbedrijf om een driemaandelijkse inspectie van het brandalarmsysteem uit te voeren.
Regelgeving Europese normen voor brandcontrole- en brandmeldapparatuur De 1X-E4-serie conventionele centrales voor brand- en ontruimingsalarmen voor vier groepen is ontworpen in overeenstemming met de Europese normen EN 54-2, EN 54-4 en NEN 2575. Daarnaast voldoet de centrale aan de volgende optionele vereisten uit de norm EN 54-2.
Europese regelgeving voor de constructie van producten Dit gedeelte bevat zowel informatie over regelgeving en een samenvatting op de aangegeven prestaties volgens de Construction Products Regulation 305/2011. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we naar de Product Declaration of Performance. Certificatie Certificerings instelling 0832 Fabrikant UTC CCS Manufacturing Polska Sp.