Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Bedieningspaneelopdrachten Selecteren; Verwerking Voor Nevengebieden In Het Alarm Selecteren - Aritech 1X-F Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 1X-F Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De bedieningspaneelopdrachten selecteren

Kies de opdrachten op het bedieningspaneel (zoals reset, sirenes (de)activeren,
paneel deactiveren, vertragingen annuleren) die lokaal of algeheel toegepast
moeten worden. Deze opdrachten worden verzonden naar alle andere
bedieningspanelen in de brandmeldnetwerkgroep.
nC is standaard ingesteld op Yes, zodat bedieningen lokaal zijn maar tevens
naar het netwerk verzonden kunnen worden.
Opmerking:
Lokale of totale opdrachten zijn niet van toepassing op het in-
/uitschakelen en op testopdrachten. Deze zijn altijd lokaal en worden verzonden
naar de bedieningspanelen die worden herhaald. Deze functie biedt meer
flexibiliteit om in-/uitschakeling en tests van gebieden, sirenes, brandroutes en
brandbescherming te configureren.
Voorbeelden: Wanneer we gebied 1 in bedieningspaneel 1 uitschakelen en
bedieningspaneel 1 bedieningspaneel 2 herhaalt, wordt gebied 1 in
bedieningspaneel 2 ook uitgeschakeld (het gedeelde gebied wordt geheel
uitgeschakeld). Wanneer we gebied 1 in bedieningspaneel 1 uitschakelen, maar
bedieningspaneel 2 wordt niet herhaald, dan wordt gebied 1 in paneel 2 niet
uitgeschakeld. (Dit stelt u in staat om alleen een deel van de gedeelde gebieden
uit te schakelen).
De klasse van de lus selecteren
Selecteer de klasse van de lus (nL) om het paneel te configureren conform de
bedradingstopologie die u heeft geselecteerd: Klasse A (ring) of Klasse B (bus).
Klasse A wordt aanbevolen om redundantie in het communicatiepad te bieden.
Klasse B kan alleen worden gebruikt voor herhalers zonder bedieningseisen.
Standaard maakt de basisinstelling gebruik van Klasse B voor de basis
herhaalfunctionaliteit.

Verwerking voor nevengebieden in het alarm selecteren

De instelling om al dan niet nevenzones in het alarm (nP) te verwerken,
selecteren
Deze instelling laat u bepalen of het bedieningspaneel het alarm inschakelt en
daarop reageert of niet met iedere nevenzone buiten het bepaalde zonebereik.
Deze optie stelt u in staat om:
Een groot conventioneel systeem (met 10, 12, 16 of meer gebieden) te
maken waarin ieder knooppunt verschillende globale gebieden heeft om
alleen het lokale gebied in het alarm aan te geven.
Een systeem te maken waarbij de alarmindicaties lokaal op het paneel dienen
te zijn (nP dient inactief te zijn)
Standaard is het verwerken van nevengebied alarmeringen (nP) actief (ON).
1X-F-serie Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
77

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1x-f21x-f41x-f8

Inhoudsopgave