Hoofdstuk 10
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
•
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat
of vezels achterlaat.
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes
bevatten waardoor de inktpatronen kunnen worden beschadigd).
Let op
inktpatronen te reinigen. Hierdoor kan de inktpatroon of de HP Photosmart
beschadigd raken.
De contactpunten van de printcartridge reinigen
1.
Controleer of de HP Photosmart is ingeschakeld.
2.
Til de klep van de printcartridges op.
3.
Knijp op de onderkant van de klem onder de printcartridge die u wilt reinigen, en til
de klem dan omhoog.
Opmerking
reinig de inktpatronen een voor een. Laat een inktpatroon niet langer dan een half
uur buiten de HP Photosmart liggen.
4.
Controleer de contactpunten van de inktpatroon op aangekoekte inkt en vuil.
5.
Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het
gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit.
Opmerking
koperkleurige contacten niet aan met uw handen of iets anders dan een
schuimrubberen veegstokje of een pluisvrije doek.
6.
Reinig alleen de koperkleurige contactpunten.
1 Koperkleurige contactpunten
7.
Plaats de inktpatroon terug in de lege sleuf en druk de grijze vergrendeling omlaag
totdat deze vastklikt.
8.
Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere inktpatronen.
9.
Sluit de klep van de inktpatronen zachtjes.
94
Het onderhoud van de HP Photosmart
Gebruik geen metaalpoetsmiddelen of alcohol om de contactpunten van
Verwijder niet tegelijkertijd meerdere inktpatronen. Verwijder en
Houd de printcartridge vast bij de handgreep. Raak de