Hoofdstuk 12
Oorzaak: U hebt een Compact Flash-geheugenkaart achterstevoren of
ondersteboven geplaatst.
Oplossing: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze. Het label van de
Compact Flash-kaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze
in de sleuf stopt.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor
de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat.
Niet verbonden
Oorzaak: Verschillende situaties kunnen ertoe leiden dat dit foutbericht wordt
weergegeven.
•
De computer staat niet aan.
•
De computer is niet aangesloten op de HP Photosmart.
•
De software die bij de HP Photosmart is geleverd, is niet goed geïnstalleerd.
•
De software die bij de HP Photosmart is geleverd, is geïnstalleerd maar niet actief.
Oplossing: Controleer of de computer is ingeschakeld en is aangesloten op de
HP Photosmart. Controleer bovendien of de software die bij de HP Photosmart is
meegeleverd, daadwerkelijk is geïnstalleerd.
Zie voor meer informatie:
•
"Communicatieproblemen via een USB-verbinding" op pagina 99
•
"Problemen met de installatie in een vast netwerk oplossen" op pagina 112
Onvoldoende schijfruimte
Oorzaak: Er is onvoldoende ruimte beschikbaar om de taak uit te voeren.
Oplossing: Sluit enkele toepassingen en probeer de taak opnieuw uit te voeren.
Geen toegang tot kaart
Oorzaak: Er zijn twee of meer geheugenkaarten tegelijk in de HP Photosmart
geplaatst.
Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na. De HP Photosmart leest
de overgebleven geheugenkaart en geeft de eerste foto weer die op de
geheugenkaart is opgeslagen.
Oorzaak: U hebt een Compact Flash-geheugenkaart achterstevoren of
ondersteboven geplaatst.
Oplossing: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze. Het label van de
Compact Flash-kaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze
in de sleuf stopt.
142
Probleemoplossing