Bijlage
B
Voorzorgen
Gebruiks- en opslaglocatie
Het gebruik of opslag van de camera onder
de volgende omstandigheden kan schade
aanbrengen aan de camera:
• Zeer warme of koude plaatsen
(gebruikstemperatuur: –5
°
°
[23
F tot 113
F]). Voor nadere
gegevens, zie "Algemeen" of
"Specificaties" op pagina 44.
• Langere blootstelling aan rechtstreeks
zonlicht of plaatsing dicht bij een warmte
bron (bijv. een kachel)
• Dichtbij sterk magnetische bronnen
• Dichtbij bronnen van sterke
elektromagnetische straling, zoals radio's
en tv-zenders
• Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke
trillingen of schokken
Ventilatie
Blokkeer de luchtcirculatie rondom de
camera niet om warmteontwikkeling te
voorkomen.
Transport
Transporteer de camera in de
oorspronkelijke verpakking of in materialen
van gelijke kwaliteit.
Schoonmaak
• Gebruik een blaasapparaat om stof van de
lens of het optische filter te verwijderen.
• Gebruik een zachte, droge doek om de
externe oppervlakken van de camera
schoon te maken. Hardnekkig vuil kan
verwijderd worden met een zachte doek
die bevochtigd is met een kleine
hoeveelheid zeepoplossing; veeg het
oppervlak daarna droog.
• Gebruik geen vluchtige oplosmiddelen
zoals alcohol, benzeen of verdunners.
Deze kunnen de deklaag van de behuizing
beschadigen.
Typische CCD-
verschijnselen
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen op het monitorscherm als u de
DXC-990P-kleurenvideocamera gebruikt.
Deze verschijnselen zijn het gevolg van de
°
°
C tot +45
C
hoge gevoeligheid van de CCD-
beeldsensoren en wijzen niet op fouten in de
camera.
Verticaal uitsmeren
Bij zeer heldere onderwerpen kan verticaal
uitsmeren optreden, zoals hieronder
weergegeven.
Dit verschijnsel is normaal voor CCD-
beeldelementen met een interlineair
overdrachtsysteem en wordt veroorzaakt
wanneer de elektrische lading die wordt
veroorzaakt door infrarode straling diep
binnenin de fotosensor wordt overgedragen
op de weerstanden.
Aliasing
Bij het opnemen van fijne strepen, rechte
lijnen en dergelijke kunnen de lijnen
enigszins blokkerig worden.
Vlekjes
Een CCD-beeldsensor bestaat uit een rij
losse beeldelementen (pixels). Een slecht
functionerend sensorelement komt tot uiting
als een losse pixelvlek in het beeld. Dit is
meestal geen probleem.
Witte spikkels
Wanneer u een slecht belicht object bij hoge
temperatuur opneemt, kunnen er over het
hele scherm witte vlekjes optreden.
Voorzorgen / Typische CCD-verschijnselen
Videomonitorscherm
Bleke verticale
smeer
Zeer helder object
(bijv. een elektrische
lamp, tl-buis, zonlicht
of sterk gereflecteerd
licht)
41