Stooklijnen
Onder de installatieparameter stooklijnen kunt u voor verwarmingscircuit 1 en 2 telkens een stooklijn instellen. Alleen als de stooklijn voor het
betreffende gebouw juist is, blijft de ruimtemperatuur bij elke buitentemperatuur constant. Het is dus heel belangrijk de goede stooklijn te kiezen!
Aanwijzing: uw installateur heeft voor elk verwarmingscircuit een stooklijn ingesteld die optimaal aan de vereisten voor het gebouw en de
installatie voldoet. Mocht u het in uw ruimten te koud resp. te warm hebben, dan mag de stooklijn niet bijgesteld worden. De gewenste
ruimtetemperatuur kan dan echter onder de installatieparameter ruimtetemp. 1/2 ingesteld worden.
Verwarmingscircuit
Voor verwarmingscircuit 1 en 2 kan telkens een stooklijn ingesteld worden.
In de fabriek is voor verwarmingscircuit 1 stooklijn 0,6 en voor verwarmingscircuit 2 stooklijn 0,2
ingesteld. De stooklijnen hebben betrekking op een ingestelde ruimtetemperatuur van 20 °C.
100
80
60
40
20
Juiste keuze stooklijn:
– Stijgt de ruimtetemperatuur bij een dalende buitentemperatuur, dan is de gekozen stooklijn te hoog.
– Daalt de ruimtetemperatuur bij een dalende buitentemperatuur, dan is de gekozen stooklijn te laag.
– U vindt de ideale stooklijn door deze in kleine stappen te wijzigen bij buitentemperaturen van (bij voorkeur) onder het vriespunt.
10
Open het klepje en bedien de
Stooklijn
Stooklijn van het verwarmingscircuit (HK1) wijzigen:
Door op de
moment ingestelde stooklijn.
Wilt u de stooklijn voor verwarmingscircuit 2 wijzigen, bedien dan de
display verwarmingscircuit 2 met de bijbehorende stooklijn verschijnt.
Druk op de
stooklijn wijzigen.
Programmering beëindigen!
Buitentemperatuur (°C)
-
knop totdat bij de stooklijnen het wijzersymbool
-toets te drukken verschijnt op het display verwarmingscircuit 1 met de op dat
-toets (rode controlelampje aan). Door de
3
2,5
-
knop totdat op het
-
knop te bedienen kunt u de
2
1,5
1,2
1
0,6
0,4
0,2
oplicht.