Technik zum Wohlfühlen WPF 5 (S), WPF 7 (S), WPF 10 (S), WPF 13, WPF 16 Brine/water-warmtepomp ELTRON ® Gebruiks- en montageaanwijzing Inhoudsopgave Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en de installateur 1.1 Blik op het toestel 1.2 Beschrijving van het toestel 1.3 Belangrijke aanwijzingen 1.4 Bediening 1.5 Wat te doen indien...? 1.6 Onderhoud en controle 1.7 Gebruiks- en montageaanwijzing 1.8 Instellingen...
Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en de installateur 1.1 Blik op het toestel Statusaanduiding installatie Mengventiel gaat open Mengventiel gaat dicht Circulatiepomp verwarmingscircuit 2, Ruimtetemp VK1 ‘mengcircuit’ Circulatiepomp verwarmingscircuit 1, ‘radiatorcircuit’ Warmwaterbereiding Compressor 1 WP-circulatiepomp 1 Koelen (alleen bij WPF met WPAC 1) Overgangsverwarming (warmwaterbereiding) 10 Overgangsverwarming (verwarming)
1.5 Wat te doen indien...? Het belangrijkste in het kort 1.3 Belangrijke aanwijzin- . . . er geen warm water beschikbaar is of de Instellingen verwarming koud blijft: De warmtepompmanager Controleer de zekering in uw zekeringskast. Alle instellingen verlopen volgens hetzelfde mag uitsluitend door erkende Is de zekering uitgeschakeld, schakel haar dan schema: installatiebedrijven geïnstalleerd en...
Display-weergave (met alle display-symbolen) Verwarmtijden voor verwarming en warm water (zwart) Tekstweergave (14 posities) Daginstelling voor verwarmingscircuit 1 Compressor in bedrijf Schakelperiodes voor verwarmings- en warmwatermodus 2e warmtebron in bedrijf Nachtstand voor verwarmingscircuit 1 2e warmtebron (noodbedrijf) Warmwaterfunctie Continue nachtinstelling Continue daginstelling Automatische modus ”Stand-by”-stand Foutmelding (knipperen) 2 Instellingen bedrijfstoestand wordt in het display veerd voor de verwarmingsmodus. met een extra zon of maan afgebeeld Gebruik: de stookperiode is beëindigd, 2.1 Bedrijfstoestanden of verwarmingscircuit 1 zich in de er mag alleen nog warm water worden dag- of in de nachtstand bevindt. De aangemaakt (zomerinstelling). bedieningsniveau) afstandsbediening is alleen in deze 2e warmtebron De bedrijfstoestanden kunnen gewijzigd wor- bedrijfstoestand werkzaam. Bij deze instelling wordt de noodfunctie den door bediening van de -knop bij een Gebruik: als er verwarmd moet...
Pagina 5
1.8.2 Menu (2e bedieningsniveau) Selecteer met de draaiknop het gewenste menupunt. Om de diverse menupunten in te stellen , dient u naar bladzijde 6 te gaan. Onder menupunt RUIMTETEMP VK1 kunt u, voor verwarmingscircuit 1, de ruimtetemperatuur RUIMTETEMP VK1 voor dag- en nachtinstelling vastleggen. Zodra de afstandsbediening FE7 of FEK aangesloten is en aan verwarmingscircuit 1 is toegewezen, kan bovendien de werkelijke ruimtetemperatuur worden opgevraagd. Onder menupunt RUIMTETEMP VK2 kunt u, voor verwarmingscircuit 2, de ruimtetemperatuur RUIMTETEMP VK2 voor dag- en nachtinstelling vastleggen. De indicatie RUIMTETEMP VK2 verschijnt alleen als de aanvoertemperatuurvoeler in het mengcircuit voor het 2e verwarmingscircuit aangesloten is. Zodra de afstandsbediening FE7 of FEK aangesloten is en aan verwarmingscircuit 2 is toegewezen, kan bovendien de werkelijke ruimtetemperatuur worden opgevraagd. Onder menupunt WARMWATERTEMP kunt u de temperatuur in de warmwaterboiler indelen WW TEMP bij een ingestelde dag- of nachtwaarde. Onder menupunt EINDDATUM kunt u de klok en de zomertijd corrigeren. De zomertijd is in de TIJD/DATUM fabriek ingesteld en loopt van 25 maart t/m 25 oktober.
Pagina 6
Instellingen in het 2e bedieningsniveau voor zowel gebruiker als installateur Ruimtetemperatuur VK 1 TERUG Onder menupunt RUIMTETEMP- GEVR-NACHTTEMP VK1 kunt u, voor verwarmingscircuit 1, de ruimtetemperatuur voor dag- en nachtinstelling vastleggen. Een wijziging van deze parameter heeft een parallelle verschuiving van de stooklijn tot gevolg. Zodra de afstandsbediening FE7 of FEK is RUIMTETEMP- VK1 aangesloten en aan verwarmingscircuit 1 is toegewezen, kan bovendien de werkelijke ACT-RUIMTETEMP ruimtetemperatuur worden opgevraagd.
Vakantie- en partymodus GEVR-WW-TEMP-N In de vakantiemodus loopt de KLOKTIJD warmtepomp-installatie in nachtinstelling en de vorstbeveilgingsmodus voor de warmwaterbereiding is actief. De vakantiemodus wordt bij gesloten klepje op het display weergegeven. Voor het begin van de vakantie wordt het jaar, de maand en de dag ingevoerd. Voor het einde van de vakantie wordt eveneens jaar, GEVR-WW-TEMP-N maand en dag ingevoerd. Start- en eindtijd KLOKTIJD is altijd om 24:00 uur van de ingevoerde datum. Na afloop van de vakantie functioneert de warmtepomp-installatie weer volgens het voorheen ingestelde verwarmings- en warmwaterprogramma. In de party-modus kan de daginstelling voor ACT-WW-TEMP de verwarming met enkele uren worden verlengd. De party-modus wordt bij gesloten JAAR klepje in het display weergegeven. Als bijv.
Pagina 8
– Ingestelde warmwatertemperatuur Stooklijn – Werkelijke WP-retourtemperatuur (H1) – Ingestelde WP-retourtemperatuur (H1) Onder menupunt STOOKLIJN kunt u voor bij de vaste waarderegeling wordt een JAAR EINDE zowel verwarmingscircuit 1 als 2 een stooklijn vaste temperatuur aangeduid instellen. Het is daarom van groot belang dat u – Werkelijke aanvoertemperatuur mengcir- de juiste stooklijn kiest! cuit (H2) Aanwijzing: uw installateur heeft aan – Ingestelde aanvoertemperatuur mengcir- de hand van uw gebouw en installatie cuit (H2) voor elk verwarmingscircuit de optimale – Vaste temperatuur WP retour stooklijn ingesteld. Deze stooklijn is bij – Ingestelde buffertemperatuur verwarmingscircuit 1 gebaseerd op de WP- (Hoogste ingestelde waarde van de ver- retourtemperatuur en bij verwarmingscircuit 2 warmingscircuits VC1 of VC2) MAAND EINDE op de aanvoertemperatuur in het mengcircuit.
Pagina 9
Klepje openen! Stooklijn Voor verwarmingscircuit 1 en 2 kan telkens een stooklijn ingesteld worden. STOOKLIJN In de fabriek is voor verwarmingscircuit 1 de stooklijn op 0,6 en voor verwarmingscircuit 2 de stooklijn op 0,2 ingesteld. Buitentemperatuur [°C] Außentemperatur [°C] Instelling programmamodus wisselen tussen dag- en nachtinstelling De afbeelding geeft een standaard stooklijn weer met een curve van 0,8 op basis van een ingestelde ruimtetemperatuur (daginstelling) van 20 °C. De onderste stooklijn is de nachtinstelling. Hierbij is de ingestelde ruimtetemperatuur (nachtinstelling) op 15 °C ingesteld, waardoor er een parallelle verschuiving van de stooklijn ontstaat. Daginstelling Tag-Betrieb Nachtinstelling Absenk-Betrieb Außentemperatur [°C] Aanpassing van een stooklijn Voorbeeld: Bij een verwarmingsinstallatie is de retour-, resp. aanvoertemperatuur in de overgangstijd, bij een buitentemperatuur van tussen 5 °C tot 15 °C, te laag.
Pagina 10
Verwarmingsprogramma’s Onder menupunt PROGR-STOOKL kunt VERW BEGIN VERW EINDE u voor de verwarmingscircuits 1 en 2 de bijbehorende verwarmingsprogramma’s instellen. U kunt uw verwarming instellen voor: – elke afzonderlijke dag van de week (maandag t/m zondag) – maandag t/m vrijdag (ma - vrij) – zaterdag en zondag (za - zo) ZA - ZO – de hele week (ma - zo) VERW BEGIN Voor elk van deze mogelijkheden kunt u drie schakelperiodes (I, II, III) instellen. Zo legt u vast wanneer en hoe vaak de waterpomp-installatie tijdens de daginstelling moet verwarmen. Tijdens de andere periodes TERUG verwarmt de waterpomp volgens de nachtinstelling.
Pagina 11
Warmwaterprogramma’s WW-EINDE Onder menupunt WW-PRG kunnen de tijden van de dag- en nachttemperaturen voor de warmwaterbereiding worden ingesteld. U kunt de warmwaterbereiding instellen voor: – elke afzonderlijke dag van de week (maandag t/m zondag) – maandag t/m vrijdag (ma - vrij) – zaterdag en zondag (za - zo) – de hele week (ma - zo) WW-BEGIN Voor elk van deze mogelijkheden kunt u drie schakelperiodes (I, II, III) instellen. Uitzondering: als u het warme water van ‘s avonds 22:00 tot de daaropvolgende dag, ‘s morgens 6:00 wilt verwarmen, dienen er 2 schakelperiodes ingesteld te worden. Zo legt u vast wanneer en hoe vaak de WW-EINDE waterpomp-installatie tijdens de daginstelling warm water moet bereiden. De overeenkomstige ingestelde waarden voor de dag- en nachtinstelling heeft u onder de installatieparameter WARMWATERTEMP al...
Standaardinstellingen Afstandsbediening FE 7 De warmtepompmanager is in de fabriek in de volgende standaardinstellingen voorgeprogrammeerd: Schakeltijden voor verwarmingscircuits 1 en 2 H1/H2 (daginstelling) maandag - vrijdag 6:00 - 22:00 zaterdag - zondag 7:00 - 23:00 Ruimtetemp. 1 / 2 Met de afstandsbediening FE7 kan de inge- Ruimtetemperatuur in daginstelling 20 °C stelde ruimtetemperatuur voor verwarmings- Ruimtetemperatuur in nachtverlagingsfunctie 20 °C circuit 1 of verwarmingscircuit 2 uitsluitend in de automatische modus met ± 5 °C worden Schakeltijden voor warmwaterprogramma (daginstelling) veranderd. Bovendien kan de bedrijfstoestand maandag- zondag 00:00 - 24:00 worden gewijzigd. Warmwatertemperatuur De afstandsbediening bestaat uit de volgende bedieningselementen: Warmwater dagtemp..
2.4.1 Technische specificatie WPMi Netspanning 230 V ~ ± 10 %, 50 Hz Opgenomen vermogen max. 8 VA EN 60529 Beveiligingssoort IP 1XB EN 60730 Beveiligingsklasse II werkingswijze Type 1B Software -klasse A Gangreserve van de timer, weekdag > 1 dag. Toelaatbare omgevingstemperatuur tijdens het bedrijf 0 bis 50 °C Toelaatbare omgevingstemperatuur bij opslag - 30 bis 60 °C Voelerweerstanden Weerstandswaarde van 2000 Ω Communicatiesysteem RS232 (optisch), CAN Max. belastbaarheid van de relaisuitgangen WP-circulatiepompen 1 en 2 2 (1,5) A Verwarmingscircuitpomp 2 (1,5) A Mengcircuitpomp 2 (1,5) A...
Pagina 16
Capaciteitsgrafiek WPF 5 (S) Abb. 3 Capaciteitsgrafiek WPF 7 (S)
Pagina 17
Capaciteitsgrafiek WPF 10 Capaciteitsgrafiek WPF 10 S...
Pagina 18
Capaciteitsgrafiek WPF 13 Capaciteitsgrafiek WPF 16...
2.5 Bediening en werking De elektrische naverwarming (interne 2e WB) De ruimte waarin de WPF geïnstalleerd dient te worden, moet aan de volgende wordt geactiveerd als er voor de warmwa- voorwaarden voldoen: terverwarming hogere temperaturen nodig De in de WPF ingebouwde zijn dan de maximale aanvoertemperatuur warmtepompmanager WPMi regelt de Vorstvrij. van de warmtepomp. Bovendien kan deze complete verwarmingsinstallatie. Op de WPMi Belastbare vloer (gewicht van de WPF ca. naverwarming, indien de warmtebehoefte van worden alle vereiste instellingen vóór en 150 kg). het verwarmingssysteem groter is dan de ver- tijdens het bedrijf doorgevoerd. Horizontale, vlakke en solide ondergrond, warmingscapaciteit van de warmtepomp, in de Alle instellingen in de inbedrijfnamelijst van omdat de voetstukken van de warmtepomp resterende warmtebehoefte voorzien.
Pagina 20
Afmetingen in mm Afb. 2 Behuizingonderdelen verwijderen 1 Brine-uittrede 2 Brine-uittrede 3 Warmwateraanvoerleiding 4 Verwarmingsaanvoerleiding 5 Verwarmingsretourleiding 6 Aansluiting voor veiligheidsventiel (in de extra verpakking) 7 Aansluiting voor elektr. leidingen Afb. 5 Contactgeluidsisolatie Zwevende estrikvloer Afb. 3 Behuizingonderdelen monteren Estrikvloer en contactgeluidsisolatie uitsparen Afb. 4 Afb. 6...
Ethylen- Sole - HV 35 °C Sole - HV 35°C glykol. Bij toepassing van propyleenglycol en de Stiebel Eltron solevloeistof (best. Sole - HV 50 °C Sole - HV 50°C nr: 185472) wijken de genoemde capaci- teitsgegevens (zie „Technische gegevens“)
2.9.4 Installeren van de zodanig uitgevoerd te worden, dat het totale warmwateraanvoerleiding van de WPF (zie drukverlies buiten de warmtepomp geringer warmtebenuttingsinstallatie afb. 5) gekoppeld te worden. De onderste is dan de beschikbare externe opvoerhoogte wisselaaraansluiting van de warmwaterboiler van 2,8 m. 2.9.4.1 De warmtebenutttingsinstallatie dient aan de retourleidingaansluiting van de (verwarmingscircuit) dient overeenkomstig WPF gekoppeld te worden. Daartoe moet 2.9.4.4 Circulatiepomp (verwarmingspomp) de geldende technische richtlijnen uitgevoerd achter de trillingsdemper, die rechtstreeks op...
Pagina 23
2.9.5.10 Voelermontage Weerstandswaarden PTC voeler Afstandsbediening De temperatuurvoelers zijn van beslissende De in de WPF ingebouwde voelers (retour-, (bestel nr: 22 01 93) invloed op het functioneren van de aanvoer- en brontemperatuurvoelers), de Bij de WPF met WPAC is bij het verwarmingsinstallatie. Daarom dient er op buitenvoeler AFS 2, de aanlegvoeler AVF 6 en koelen van grote oppervlaktes, een correcte zitting en goede isolering van de de PTC-dompelvoeler TF 6A hebben allemaal bijv. vloeren en, wanden is de FEK absoluut voelers gelet te worden.
Elektrische aansluiting WPF 5 S / 7 S / 10 S (1 fase) 1/N/PE~230/50 2/N/PE~230/50 1/N/PE~230/50 Netz = Net 4 - 6 mm 1,5 mm 2,5 - 4 mm Solepumpe = Brinepomp Steuerung = Besturing Kleinspannung = Laagspanning Fernbed. = Afstandsbediening R RC L L’ N N PE...
Elektrische aansluiting WPF S (enkelfasig) met WPAB Om de aanloopstroom van de WPF S te begrenzen, kan in de meterkast de WPAB geïnstalleerd worden. De bedrading is volgens afbeelding 11 uit te voeren. De WPAB begrenst de aanloopstroom tot een waarde zoals genoemd bij de technische info Als de WPAB wordt aangesloten, moet de brug tussen R en RC worden verwijderd. Als de WPAB wordt gebruikt, moet voor L (klem X3) van de compressor en L (klem X4) van de sturing dezelfde fase worden gebruikt en beveiligd zijn met een aardlek- schakelaar.
2.11 Ingebruikname per parameter (3e bedieningsniveau) [Geldig vanaf softwareversie 9002] Nr. parameter (wordt op display weergegeven) INBEDRIJFNAME CODE Nr. TAAL DEUTSCH --------- MAGYAR CONTRAST WEERGAVEDISPL WERKRETOURT BUITENTEMP WEEKDAG WARMWATERTEMP TEMP MENGC NOODBEDRIJF AAN / UIT Parameter KOELBEDRIF mag allein bij het warmtepompen WPC...cool und WPC mit WPAC2 worden ingesteld! KOELMODUS AAN / UIT...
Pagina 31
SELECTIE FE VERWARMICIRC1 VERWARMICIRC2 TERUG FE CORRECTIE RUIMTE INVLOED GRENS VERW UIT / °C BIVALENT VERW °C GRENS WW °C BIVALENT WW °C WW ECO AAN / UIT WW HYSTERESE °C WW CORRECTIE °C ANTILEGIONELL AAN / UIT REGELDYNAMIEK STILSTANDTIJD RESTSTILSTAND EEN FASE ON / OFF...
2.12 Eerste inbedrijfname Aanwijzing: Niet alle instellingen leiden direct KOELEN tot een wijziging. Sommige instellingen worden pas onder bepaalde omstandigheden of na De eerste inbedrijfname van het toestel en afloop van een wachttijd geëffectueerd. WPF 5 - 13 de instruering van de operator mogen alleen door een erkende installateur plaatsvinden. Dit apparaat is geschikt voor verwarming en verwarming van tapwater. Bij levering heeft CODE NR. 1 0 0 0 De WPC dient volgens deze gebruiks- en parameter 6 de instelling: UIT.
Pagina 33
Bij gebruik van klimaatconsoles met afstands- stappen als bij het opwarmen, de temperatuur ZOMERBEDRIjF bediening FEK moet parameter 6 op weer verlaagd. Ventilator worden ingesteld. Hiermee is het opwarmprogramma beëindigd. Onder de parameter ZOMERBEDRIJF kan vastgelegd worden vanaf welk tijdstip de Volgende instellingen kunnen voor Zodra er 2 verwarmingscircuits actief zijn, verwarmingsinstallatie naar het zomerbedrijf koelwerking in parameter 6 voor FE7 functioneren beide circuits volgens het op- moet switchen. Het zomerbedrijf kan uit- of of FEK worden geselecteerd: warmprogramma (werking met bufferreser- ingeschakeld worden. In totaal zijn er 2 ver- RUIMTETEMP (kamertemperatuur) voir en mengcircuit). stelbare parameters voor de functie. Onder Als de ingestelde kamertemperatuur Het directe verwarmingscircuit 1 (bufferreser- de parameter BOUWWIJZE kan gekozen...
inschakelduur van belang. Bijv. bij een buiten- schakeld en gaat het mengventiel „DICHT“. INSCH POMP temperatuur van 5 °C start de pomp 3 keer Dit geldt alleen als de invloed van de ruim- per uur, gedurende telkens 5 minuten. Zodra tetemperatuuropnemer op K > 0 wordt Pompbesturing verwarmingscircuit de verwarmingscircuitpomp wordt uitgescha- ingesteld. keld, wordt de retourvoeler onderdrukt. Elke De parameter INSCH POMP geldt alleen keer als de verwarmingscircuitpomp opnieuw Er wordt teruggeschakeld na de voorwaarde: voor het directe verwarmingscircuit 1, dus ϑ wordt gestart, wordt de retourvoeler gedu- < ϑ...
Pagina 35
Met de instellingen kan de nalooptijd van opnieuw.De regelafwijking (ingestelde tempe- RETOUR MAX de warmtedragerpomp na het uitschakelen ratuur mengcircuit – werkelijke temperatuur van de warmtepomp worden bepaald. De mengcircuit) bedraagt 7,5 K. De mengkraan Maximum retourtemperatuur vermelde cijferwaarden komen overeen met gaat gedurende 7,5 sec. open, sluit vervolgens, Instelbereik 20 °C tot 55 °C. de nalooptijd in minuten bij een gemiddelde maakt een pauze van 2,5 sec. en begint weer Als deze ingestelde temperatuur in verwar- warmtedrageringangstemperatuur van 0 °C opnieuw. Conclusie: hoe kleiner de regelaf- mingsbedrijf bij de voeler van de retourleiding wijking, des te korter de inschakelduur van de wordt bereikt, wordt de warmtepomp onmid- Instelling Nalooptijd van mengkraan en des te langer de pauzeduur.
Pagina 36
weersafhankelijke retourtemperatuurregeling RUIMTE INVLOED GRENS VERW een voorinstelling van de retourtemperatuur wordt uitgevoerd, die door de overlappende Voor afstandsbediening FE7 Inzetbereik voor de warmtepomp ruimtetemperatuurregeling, volgens de vol- Standaardinstelling 5 in te stellen van ----- Bij een buitentemperatuur die onder het gende formule wordt gecorrigeerd: via 0 tot 20 ingestelde onderste inzetbereik voor de verwarming ligt, wordt de warmtepomp uit- ∆ϑ = (ϑ – ϑ ) x S x K R-act R-gevr Streepjes (-----) op het display:...
Pagina 37
tuur (120 °C) wordt uitgeschakeld, wordt de STILSTANDTIjD STORINGSLIjST overgangsverwarming als naverwarmingstrap bijgeschakeld. Na uitschakelen van een warmtepomp wordt Door het indrukken van de PRG-toets wordt Wanneer in deze modus de aanvoertem- een stilstandtijd geactiveerd ter bescherming de 1e storingscode weergegeven. Boven in het peratuur van 70 °C wordt bereikt, wordt van de compressor. De vooraf ingestelde display wordt de storing in tekstvorm weer- de warmwaterbereiding beëindigd en de stilstandtijd van 20 minuten mag normaliter gegeven. Onder in het display verschijnt het ingestelde warmwatertemperatuur met de niet worden onderschreden. Als de stilstand- storingsnummer. Door de draaiknop verder te actuele werkelijke warmwatertemperatuur tijd door reparatie of instelwerkzaamheden draaien, blijft u bij de 1e storing, maar als extra overschreven.
2.14.2 Storingsaanduiding op de display: 2.14.4 Warmtepomp loopt niet. RESET WP voelerstoring Warmtepomp staat op stand-by VOELERBREUK modus [ ] In geval van een storing kan de warmtepomp Oplossing: veranderen in programmafunktie gereset worden. Door het indrukken van de PRG-toets, met de instelling op AAN en het Er is sprake van “ spertijd “-standby- herhaald indrukken van de PRG-toets wordt symbool knippert [ ] de opgetreden storing gereset.
Pagina 39
Storingslijst Aflezen en opheffen van alle opgetreden storingen volgens de storingslijst Storing Omschrijving van de storing Oplossing HD-sensor max Als de uitschakeling 5 maal is opgetreden binnen de bedrijfstijd (5 mi- Alleen als fouten worden opgenomen in de fou- Regeluitschakling. nuten), wordt dit in de foutenlijst opgenomen en wordt de installatie tenlijst: Geen fout! permanent uitgeschakeld. In principe is de uitschakeling van de HD-sen- aanvoertemperatuurbewaking en HD-sensor sor max een regeluitschakeling die alleen ter informatie over de duur controleren. van de stilstandtijd op het display wordt weergegeven en niet in de volumestroom en temperatuur bij de verwarmer foutenlijst wordt opgenomen. Als het systeem echter binnen korte tijd controleren. zeer vaak op deze manier wordt uitgeschakeld, duidt dit op een fout. Daarom wordt het opgenomen in de foutenlijst. Lagedrukbevei- Nadat de storing vijfmaal binnen de bedrijfstijd (stilstandtijd x 50 plus Volumestroom en configuratie van de bronzijde liging 20 minuten) is opgetreden, wordt de installatie blijvend uitgeschakeld. controleren.Vulhoeveelheid koelmiddel controle- De storing wordt, nadat deze voor het eerst is opgetreden, in de sto- ren (kijkglas).
2.15 Ingebruiknamelijst Tijdens de ingebruikname dient het regeltoestel in de „stand-by“-stand te staan. Hiermee voorkomt u dat de warmtepomp ongecontroleerd wordt opgestart. Vergeet niet de installatie op de laatst ingestelde bedrijfstoestand terug te zetten. Parameter Instelbereik Standaard Installatiewaarde Code-nummer invoeren 0000 bis 9999 1000 Taal...
Milieu en recycling Recycling van oude toestellen Toestellen met dit kenmerk horen niet thuis in de vuilnisbak en zijn apart in te zamelen en te recyclen. De recycling van oude toestellen moet steeds vakkundig en volgens de ter plaatse geldende voorschriften en wetgeving plaats vinden. 4. Garantie Aanspraak op garantie bestaat uitsluitend in het land waar het toestel gekocht is. U dient zich te wenden tot de vestiging van Stiebel Eltron of de importeur hiervan in het betreffende land. De montage, de electrische instal- latie, het onderhoud en de eerste inbedrijfname mag uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de- fecte toestellen, welke niet volgens de bij- geleverde gebruiks -en montageaanwijzing zijn aangesloten of worden gebruikt.