Met de WPF is modulair gebruik mogelijk. van het Stiebel Eltron storingsdienst-center worden uitgevoerd. Werkwijze De erkende vakman is bij de installatie en de inbedrijfname ver- antwoordelijk voor het naleven van de geldende voorschriften.
.CZ`<<`. p.<.&+. Bij alle overige storingen dient u altijd uw installatievakman te informeren. Veiligheid Voorschriften, normen en bepalingen, CE Waterzijdig: DIN EN12828: Veiligheidstechnische uitrusting van warmwater- verwarmingen TRD 721: Veiligheidsinrichtingen tegen drukoverschrijding - Veiligheidsventielen. Elektrozijdig: NEN 1010: Bepalingen voor het aanleggen van krachtstroominstal- laties met een nominale spanning tot 1000 V.
10.3.3 Brineconcentratie controleren: De warmtebroninstallatie voor de brine/water-warmtepomp dient De dichtheid van het ethyleenglycol-watermengsel vaststellen conform de voorschriften van Stiebel Eltron te worden uitgevoerd. (bijv. met een areometer). Aan de hand van de gemeten dicht- heid en temperatuur kan uit het Toegestane brine: diagram (zie afb.
.CZ`<<`. .CZ`<<`. 10.3.4 Controle van de volumestroom (bij de eerste inbedrijf- circuit inschakelt en op die manier in alle watervoerende delen een name van de warmtepomp uit te voeren) circulatie garandeert. Als de temperatuur in het buffervat daalt, De warmtebronzijdige aanvoer- en retourtemperatuur meten. dan wordt op zijn laatst wanneer een temperatuur van + 5 °C Hierbij aan de aansluitbuizen van de warmtepomp onder de ther- wordt onderschreden, automatisch de warmtepomp ingeschakeld.
.CZ`<<`. .CZ`<<`. 10.6.3 Circulatiepomp (verwarmingspomp) Wanneer er geen voorraadreservoir (buffervat) wordt gebruikt, dan dient de verwarmingszijdige circulatiepomp van het verwar- mingscircuit met inachtneming van het condensordrukverlies te worden uitgevoerd. De nominale volumestroom bij ΔT = 10 K (zie “Technische gegevens“) van de warmtepomp moet door de in- bouw van een overstroomklep bij iedere bedrijfstoestand van de verwarmingsinstallatie gegarandeerd zijn.
.CZ`<<`.HC .CZ`<<`.HC 10.7 Behuizing monteren Sokkel en schakelkastframe monteren f Sokkel 1 in het toestelframe ophangen en met behulp van drie schroeven bevestigen. f Afdekkingen 2 positioneren en met elk twee schroeven aan de zijkant bevestigen. Afdekkingen aan de zijkant monteren f Afdekplaat 1 met vier schroeven bevestigen, waarbij onder de voorste schroeven elk een tandring moet worden aangebracht.
.CZ`<<`.HC .CZ`<<`.HC Zijwanden monteren f Zijwanden 1 van boven in de beoogde gleuven en haken in het toestelframe ophangen en met een schroef onder in het Middelste afdekkingen monteren schakelkastframe bevestigen. f Isolatie 2 in het raamwerk aanbrengen Frontplaat monteren f De afdekking vooraan op het apparaat leggen en naar achte- ren schuiven en met twee schroeven bevestigen.
.CZ`<<`. <:`V.Z+ CZ<e.`.C& 10.9 Elektrische aansluiting warmingsretour van de warmtepomp een aanlegvoeler AVF 6 worden geïnstalleerd. De aanlegvoeler wordt op het elektrisch De elektrische aansluiting moet bij het bevoegde elektriciteitsbe- net aangesloten via de aansluitklemmen X2/4 en X2/5. drijf worden aangemeld. Wanneer de verwarmingsretour temperatuur daalt tot + 8 °C, Aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door een erkend vak- worden de pompen van het verwarmingscircuit ingeschakeld.
Pagina 15
.CZ`<<`. <:`V.Z+ CZ<e.`.C& Elektrische aansluiting WPF 20, WPF 27, WPF 40, WPF 52, WPF 66, WPF 27 HT 3/N/PE WPM II 3/N/PE ~230V 50Hz ~400V 50Hz BUS / Fühler ~400V 50Hz Aansluitklem laagspanning Netaansluiting BUS High H Warmtepomp (compressor) BUS Low L...
Verander dan de richting van het draaiveld door twee fasen om te keren. Bij de WPF 20, 27 en 40 is een vast ingestelde aanloopstroombe- grenzer in de condensor aanwezig. Wanneer alles correct is uitgevoerd, kan het systeem tot de maxi- male bedrijfstemperatuur worden verwarmd en nogmaals worden ontlucht.
.CZ`<<`. Z`HV.C&C HT+%%C De schakelkast met de „geïntegreerde WP-besturing“ (IWS II) is Indien binnen 2 bedrijfsuren meer dan 5 warmtepompstoringen toegankelijk na verwijdering van de frontplaat. Hieronder worden optreden, dan blijft de rode LED continu branden. De installatie de vereiste instellingen van de IWS II voor de WPF vermeld: wordt permanent uitgeschakeld.