BIJZONDERE INFO BIJZONDERE INFO - Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, als- mede door personen met verminderde fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring en kennis gebruikt worden, wanneer er toezicht op hen gehouden wordt, of wanneer ze met betrekking tot het veilige gebruik van het toestel geïnstrueerd zijn en de gevaren die daaruit ontstaan, begrepen hebben.
BEDIENING AlgEmENE AANwIJZINgEN BEDIENING Andere aandachtspunten in deze documentatie Info Aanwijzingen worden door horizontale lijnen boven en onder de tekst begrensd. Algemene aanwijzingen worden Algemene aanwijzingen aangeduid met het symbool dat hiernaast staat. f Lees de aanwijzingsteksten grondig door. Het hoofdstuk “Bediening” is bedoeld voor de gebruiker van het toestel en voor de installateur.
BEDIENING VEILIGHEID Veiligheid Bediening De bediening van de warmtepomp gebeurt uitsluitend met de Voorgeschreven gebruik warmtepompmanager WPM II. Houd daarom rekening met de aanwijzingen in het hoofdstuk Bediening in de Bedienings- en Het toestel is bestemd voor het verwarmen van ruimtes binnen installatiehandleiding van de warmtepompmanager WPM.
INSTALLATIE VEILIGHEID INSTALLATIE - bij zwevende vloeren moeten, met het oog op een geluids- arme werking van de warmtepomp, de vloer en de geluids- isolatie rond de opstelplaats van de warmtepomp worden uitgespaard. Veiligheid Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie van het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur worden uitgevoerd.
INSTALLATIE MONTAGE Elektrische installatie 10.2 Opstelling f Verwijder de verpakkingsfolie en de EPS-vormstukken bo- WAARSCHUWING Elektrische schok venaan en aan de zijkant. Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin- f Kantel het toestel iets naar achter en neem het van het pallet. gen en montage uit conform de nationale en regionale f Plaats het toestel op de voorbereide ondergrond.
INSTALLATIE MONTAGE 10.3 Ommantelingsdelen demonteren Het volume van het warmtebroncircuit moet worden bepaald. Het warmtedragervolume in de warmtepomp onder bedrijfsomstan- Let er bij het verwijderen van de frontkap op dat de kabels waar- digheden kan uit de volgende tabel worden afgeleid (zie “Tech- mee de warmtepompmanager is verbonden met de schakelkast, nische gegevens”).
INSTALLATIE MONTAGE Warmtedragerconcentratie controleren: Max. temperatuurverschil van het warmtebroncircuit f Bepaal de densiteit van het ethyleenglycol-watermengsel bij- voorbeeld met behulp van een densiteitmeter/refractometer. Aan de hand van de gemeten densiteit en temperatuur kunt u de beschikbare concentratie uit het diagram aflezen. 1,10 1,09 1,08...
INSTALLATIE MONTAGE De corrosieproducten, zoals roestslib, kunnen in de condensor van Info de warmtepomp neerslaan en door vernauwing van de doorsnede Wanneer u het vulwater behandelt met inhibitoren of vermogensverlies van de warmtepomp of het uitschakelen door additieven, gelden de grenswaarden zoals bij ontzouting. de hogedrukbeveiliging veroorzaken.
Pagina 11
INSTALLATIE MONTAGE Aansluitingen X2: Laagspanning Info Neem bij het afsluiten van het toestel het hoofdstuk “Om- manteling monteren” in acht. Aansluiting X3: Toestel en brinepomp BUS High BUS Low BUS Ground “ + “ BUS “ + “ Sensor Geen werking Circulatiepompen Netaansluiting warmtepomp (compressor) De circulatiepompen dient u aan te sluiten volgens de instructies...
INSTALLATIE INGEBRUIKNAME 10.8 Ommantelingsdelen monteren 11.1 Controles voor ingebruikname van de warmtepompmanager Let bij montage van de ommantelingsdelen op het volgende: f sluit de afdekplaat van de schakelkast; Toestel- en milieuschade f borg de afdekplaat door de bevestigingsschroeven met tand- Houd bij vloerverwarmingen rekening met de maximale ringen vast aan te draaien;...
INSTALLATIE BUITENDIENSTSTELLING pomp-manager bij INSTELLINGEN/VERWARMEN/VERWARMINGS- Toestel- en installatieschade CIRCUIT de parameter “COMFORT TEMPERATUUR” verhogen. Maak de installatie aan de waterzijde leeg, terwijl de warmtepomp volledig is uitgeschakeld en wanneer er Info vorstgevaar bestaat. Als er geen afstandsbediening geïnstalleerd is, leidt een verhoging van de parameter “COMFORT TEMPERATUUR”...
INSTALLATIE STORINGEN VERHELPEN 14. Storingen verhelpen 14.1.2 Schuifschakelaar “BA” De schuifschakelaars hebben geen functie. Info 14.1.3 Lichtdiodes Houd rekening met de bedienings- en installatiehandlei- ding van de warmtepompmanager. Rode LED-indicator Storing Oorzaak “ Oplossing Info Het toestel schakelt uit Warmtepompstoring Controleer de foutmelding Uitsluitend daarvoor opgeleide installateurs mogen de en start opnieuw na...
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15. Technische gegevens 15.1 Aansluitingen en afmetingen WPF 10 M WPF 13 M WPF 16 M b02 Doorvoer elektr.kabels I b03 Doorvoer elektr.kabels II Veiligheidsgroep Verwarming aanvoer Buitendraad G 1 1/4 G 1 1/4 G 1 1/4 Verwarming retour...
Pagina 16
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15.2 Elektrische schakelschema WPF 10 M | WPF 13 M | WPF 16 M | WPF M WWW.STIEBEL-ELTRON.COM...
Pagina 18
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15.3 Vermogensdiagrammen WPF 10 M Legende voor de vermogensdiagrammen Warmtevermogen [KW]/verbruik [KW]/vermogensgetal e [-] Ingangstemperatuur van het WQA-medium [°C] Aanvoertemperatuur 35 °C Aanvoertemperatuur 45 °C Aanvoertemperatuur 55 °C Aanvoertemperatuur 60 °C Warmtevermogen Verbruik | WPF M WWW.STIEBEL-ELTRON.COM...
Pagina 19
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS Vermogensgetal WWW.STIEBEL-ELTRON.COM WPF M |...
Pagina 20
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15.4 Vermogensdiagrammen WPF 13 M Legende voor de vermogensdiagrammen Warmtevermogen [KW]/verbruik [KW]/vermogensgetal e [-] Ingangstemperatuur van het WQA-medium [°C] Aanvoertemperatuur 35 °C Aanvoertemperatuur 45 °C Aanvoertemperatuur 55 °C Aanvoertemperatuur 60 °C Warmtevermogen Verbruik | WPF M WWW.STIEBEL-ELTRON.COM...
Pagina 21
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS Vermogensgetal WWW.STIEBEL-ELTRON.COM WPF M |...
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15.5 Vermogensdiagrammen WPF 16 M Legende voor de vermogensdiagrammen Warmtevermogen [KW]/verbruik [KW]/vermogensgetal e [-] Ingangstemperatuur van het WQA-medium [°C] Aanvoertemperatuur 35 °C Aanvoertemperatuur 45 °C Aanvoertemperatuur 55 °C Aanvoertemperatuur 60 °C Warmtevermogen Verbruik | WPF M WWW.STIEBEL-ELTRON.COM...
Pagina 23
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS Vermogensgetal WWW.STIEBEL-ELTRON.COM WPF M |...
Pagina 24
INSTALLATIE TECHNISCHE GEGEVENS 15.6 Gegevenstabel Prestatiegegevens gelden voor nieuwe toestellen met schone warmtewisselaars. WPF 10 M WPF 13 M WPF 16 M 185349 182135 220894 Warmtevermogen volgens EN 14511 Warmtevermogen bij B0/W35 (EN 14511) 10,02 12,98 16,99 Verbruik volgens EN 14511...
GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING Garantie Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet. Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaat- schappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze producten, alleen garantie worden verleend door deze doch- termaatschappij.
Pagina 26
NOTITIES | WPF M WWW.STIEBEL-ELTRON.COM...
Pagina 27
NOTITIES WWW.STIEBEL-ELTRON.COM WPF M |...