4
Standaarduitrusting
OPMERKING
Als de stand van de draaiknop (11) voor
het ventilatortoerental wordt gewijzigd of de
drukknop (10) wordt bediend om de automa-
tische functie uit te schakelen, wordt de air-
conditioning automatisch overgeschakeld naar
de "handmatige airconditioningsmodus". Als
de drukknop(12) wordt gebruikt om de aircon-
ditioning uit te schakelen, schakelt de aircon-
ditioning automatisch over naar de "automati-
sche verwarming".
LET OP
Als de aan-indicators (8) of (13) na het inschakelen
5x knipperen en vervolgens uitgaan, is er een storing
in de automatische verwarming/airconditioning of in
de airconditioning.
Neem contact op met uw servicepartner.
OPMERKING
Condenswater in de verdamper kan een on-
aangename geur veroorzaken. Als de aircon-
ditioning tien minuten voor het einde van de
rit wordt uitgeschakeld en de ventilator blijft
draaien, zal het condenswater verdwijnen.
Hierdoor wordt de onaangename geur voorko-
men.
OPMERKING
Een groot verschil tussen de binnen- en de
buitentemperatuur verhoogt de fysieke belas-
ting van de bestuurder. Om het risico op ziek-
te te verkleinen, mag het verschil tussen de
binnentemperatuur en de buitentemperatuur
niet groter zijn dan zes graden.
86
1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04
Bediening