4
Speciale uitrusting
Joystick bij bediening met cen-
trale hendel
WAARSCHUWING
Door de bewegingen van de hefmast
of voorzetapparatuur bestaat er beknel-
lingsgevaar voor de bestuurder.
Reik of stap daarom nooit tussen de hef-
mastconstructie of in de ruimte tussen
hefmast en heftruck.
De hefinrichting en de voorzetapparatuur
mogen uitsluitend worden gebruikt voor
het beoogde doel.
Bestuurders moeten getraind zijn in het
bedienen van de hefinrichting en de
voorzetapparatuur.
Houd rekening met de maximale hef-
hoogte.
OPMERKING
Bij een extreme belasting van de verbran-
dingsmotor kan door de daarmee gepaard
gaande verlaging van het toerental de werkhy-
drauliek enigszins vertraagd werken. Wanneer
de motor langduriger wordt belast, moet de
joystick in de neutrale stand worden gezet om
de werkhydrauliek weer vrij te geven.
Hef- en neiginrichting bedienen
OPMERKING
Bij een uitvoering met centrale bedieningshen-
del worden wanneer de hendel in een tussen-
stand wordt gezet (ca. 45°), beide functies te-
gelijkertijd geactiveerd (bijv. heffen en neigen).
– Let op de schakelsymbolen met richtingspij-
len.
De joystick moet altijd voorzichtig worden be-
diend, nooit door eraan te rukken. De ver-
plaatsing van de joystick bepaalt de hef-, daal-
en neigsnelheid. Na loslaten van de joystick
keert de hendel automatisch terug in de oor-
spronkelijke stand.
OPMERKING
Joysticks werken alleen wanneer de motor
draait en de bestuurder op de stoel zit.
140
1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04
Bediening