4
Speciale uitrusting
– Draai de draaiknop (9) in schakelaar-
stand "II" en start de motor
OPMERKING
Indien de machine de eerste keer niet normaal
start, kan de startprocedure worden herhaald
totdat de draaiknop (9) weer in de nulstand
wordt gezet en de motor na het verstrijken
van de vertragingstijd niet langer kan worden
gestart.
OPMERKING
Indien LED (5) rood brandt en LED (6) groen
brandt, moeten de gegevens worden uitgele-
zen. Informeer onmiddellijk de beheerder van
uw heftruckvloot.
– Sluit de armleuningsteun (4)
Schakel de motor uit en meld u af:
LET OP
Onbevoegd gebruik door ongeautoriseerd personeel.
Wanneer de bestuurder de machine parkeert en de-
ze verlaat, dient hij zich af te melden.
– Schakel de parkeerrem in.
– Open de armleuningsteun (4) zijwaarts naar
rechts
– Plaats de geldige transponder op het lees-
oppervlak (10)
De motor wordt uitgeschakeld en LED (5) en
LED (6) doven.
– Verwijder de transponder.
– Sluit de armleuningsteun (4)
– Draai de draaiknop (9) in schakelaar-
stand "0"
124
1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04
Bediening