tactgegevens STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg, Duitsland Tel. +49 (0) 40 7339-0 Fax: +49 (0) 40 7339-1622 E-mail: info@still.de Website: http://www.still.de Geproduceerd in China Regels voor het bedrijf dat gemotoriseerde transport- werktuigen gebruikt In aanvulling op deze bedieningsinstructies is tevens een gedragscode met aanvullende in- formatie verkrijgbaar voor de bedrijven die ge-...
Voorwoord Internetadres en QR-code De informatie is op elk moment toegankelijk door het adres https://m.still.de/vdma in een webbrowser te plakken of door de QR-code te scannen. Afkortingen Hieronder vindt u een lijst met afkortingen die in deze handleiding worden gebruikt...
Inleiding Machinegegevens Machinegegevens Wij raden u aan alle in de volgende tabel ver- melde basisgegevens van de machine te regi- streren, zodat u deze gegevens bij de hand hebt als de verkooporganisatie of het geautori- seerde servicecentrum daarna vraagt. Type ...
Inleiding Uw machine Uw machine Technische beschrijving Algemeen gegevens worden uitgewisseld via het CAN (Controller Area Network). De 1411-02-serie vorkheftrucks met MTU-mo- De motor en het rijregelsysteem worden be- tor biedt de mogelijkheid om hefvermogens waakt door de machinecontroller en de status tot 16 of 18 ton te heffen, met hefvermogens wordt weergegeven op de monitor van het tot 16 ton beschikbaar bij...
Inleiding Uw machine wordt gevoed door het hydraulische-oliereser- Een combinatiekoeler zorgt ervoor dat de tem- voir aan de rechterkant van de machine. De peraturen optimaal worden gehouden voor de olie stroomt door een drukfilter voordat de re- transmissie, het water van de motor en de gelkleppen worden gevoed.
Inleiding Uw machine - snel onderhoud dankzij zelfdiagnose, De voor-, dak- en achterruit zijn voorzien van ruitenwissers en -sproeiers en van ruitontwa- - grootst mogelijke bedrijfszekerheid. seming als onderdeel van de cabineverwar- ming of airconditioning. Bestuurderscabine Een optionele bijrijdersstoel kan linksachter in Het stalen frame van de bestuurderscabine de cabinehoek worden gemonteerd.
Inleiding Uw machine – Houd u altijd aan alle veiligheidsinformatie in de bedieningsinstructies en op het gemo- toriseerde transportwerktuig. Conformiteitsmarkering De fabrikant gebruikt de conformiteitsmarke- ring om de conformiteit van de machine met de relevante richtlijnen ten tijde van het op de markt brengen te documenteren: CE: in de Europese Unie (EU) ●...
Uw machine Verklaring die de inhoud van de conformiteitsverklaring weerspiegelt Verklaring STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg, Duitsland Wij verklaren dat de gespecificeerde machine voldoet aan de meest recente geldige versie van de onderstaande richtlijnen:...
Inleiding Uw machine de machine te worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar. Typeplaatje Typeplaatje, variant 1 1 Type 2 Serienummer 3 Bouwjaar 4 Leeggewicht in kg 5 Max. toegestaan batterijgewicht in kg (alleen voor elektrische machi- nes) 6 ...
Pagina 19
Inleiding Uw machine 10 Conformiteitsmarkering: CE-marke- ring voor de markten van de EU, de kandidaat-lidstaten van de EU, de EVA-staten en Zwitserland, UK- CA-markering voor de Britse markt, EAC-markering voor de Euraziati- sche Economische Unie 11 Nominaal aandrijfvermogen in kW 12 ...
Inleiding Gebruik van de machine Gebruik van de machine Ingebruikname Met ingebruikname wordt het eerste beoogde gebruik van de machine bedoeld. De nodige maatregelen voor de ingebruikna- me zijn afhankelijk van het model en de uit- rusting van de machine. Deze stappen ver- eisen voorbereidende werkzaamheden en af- stelwerkzaamheden die niet kunnen worden uitgevoerd door het bedrijf dat de heftruck ge-...
Inleiding Gebruik van de machine Voorzorgsmaatregelen – Rijd niet op een steile helling, om te voorko- – Bij gebruik van deze machine, moet er re- men dat de last wegglijdt. kening worden gehouden met de omgeving en mag u zich niet laten afleiden. –...
Inleiding Informatie over de documentatie Informatie over de documentatie Omvang van de documentatie Bedieningsinstructies worden opgeborgen en te allen tijde beschik- ● baar zijn voor de bestuurder en de werkgever. Bedieningsinstructies voor aanbouwdelen ● (speciale uitrusting) Mochten de bedieningsinstructies zoekraken, Lijst van reserveonderdelen ●...
De uitgavedatum en de versie van deze be- dieningsinstructies vindt u op de titelpagina. STILL streeft er continu naar zijn heftrucks verder te ontwikkelen. Wijzigingen in de bedie- ningsinstructies zijn voorbehouden en claims op basis van de informatie en afbeeldingen in deze bedieningsinstructies kunnen niet wor- den gehonoreerd.
Pagina 24
Inleiding Informatie over de documentatie LET OP Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om beschadiging en/of vernieling van mate- riaal te voorkomen. OPMERKING Voor technische vereisten die om bijzondere aandacht vragen. MILIEUVOORSCHRIFT Ter voorkoming van milieuvervuiling. 14 1411 801 1528 NL - 08/2022 - ...
Inleiding Informatie over de documentatie Uitgavedatum en meest recente update van deze handleiding De uitgavedatum van deze bedieningsinstruc- ties vindt u op de omslag. De fabrikant ontwikkelt zijn machines continu verder. Wij wijzen erop dat wijzigingen voorbe- houden zijn en dat claims op basis van de in- formatie in deze handleiding niet kunnen wor- den gehonoreerd.
Pagina 26
Inleiding Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Europese federatie van fabrikanten van Fédération Européene de la Manutention materieel voor intern transport en opslag maximum Force Maximumvermogen Duitse instantie voor het bewaken/uitvaar- Gewerbeaufsichtsamt digen van voorschriften ter bescherming van werknemers, milieu en consumenten Overdracht van gegevenspakketten in GPRS General Packet Radio Service...
Pagina 27
Inleiding Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Duitse technische/wetenschappelijke or- Verein Deutscher Ingenieure ganisatie Verband Deutscher Maschinen- und Anla- Duitse brancheorganisatie voor de machi- VDMA genbau e. V. ne- en installatiebouw WLAN Wireless LAN Wireless Local Area Network 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 17...
Inleiding Milieuoverwegingen Milieuoverwegingen Verpakking Bij aflevering van de heftruck zijn bepaalde onderdelen verpakt ter bescherming tijdens het transport. Deze verpakking moet volledig worden verwijderd voordat de heftruck voor het eerst wordt gestart. MILIEUVOORSCHRIFT Het verpakkingsmateriaal moet na levering van de heftruck op de juiste manier worden afgevoerd.
Inleiding EMC – elektromagnetische compatibiliteit EMC – elektromagnetische compatibiliteit Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) is uitgezonden en controleert deze vervolgens een belangrijk kwaliteitskenmerk van de ma- op voldoende weerstand tegen elektromagne- chine. tische storing met betrekking tot de beoogde gebruikslocatie. Er worden een aantal elek- EMC zorgt voor: trische maatregelen genomen om de elektro- Begrenzing van de emissie van elektromag-...
Inleiding Veranderingen en montage achteraf Veranderingen en montage achteraf Als de heftruck wordt gebruikt voor werkzaam- heden die niet in de richtlijnen of in deze in- structies worden vermeld, dient u de heftruck voor dit doel te wijzigen of dienovereenkom- stig uit te breiden.
Inleiding Voorzetapparatuur gebruiken Het bedrijf dat de heftruck gebruikt, moet te- vens voldoen aan de volgende voorwaarden: Constructiedocumenten, testdocumenten ● en montage-instructies met betrekking tot de wijziging moeten permanent worden ge- archiveerd en te allen tijde toegankelijk zijn. Controleer of het lastindicatieplaatje, de in- ●...
Inleiding Gebruik van werkplatforms LET OP Bij het aanbouwen van een kraanarm verandert het oorspronkelijke gebruiksdoel van de machine, die mogelijk niet geschikt is voor het transporteren van vrij pendelende, hangende lasten. Het gebruik van dit soort uitrusting vereist speciale goedkeuring, en voor alle machines die met dergelijke uitrusting zijn uitgevoerd, is ook de EG-verklaring van overeen- stemming vereist.
Veiligheid Definitie van termen voor de verantwoordelijke personen Definitie van termen voor de verantwoordelijke personen Bedrijf dat de heftruck gebruikt Het bedrijf dat de heftruck gebruikt, is de na- tuurlijke of wettelijke persoon of groep die met de heftruck werkt of in wiens opdracht met de heftruck wordt gewerkt.
Veiligheid Definitie van termen voor de verantwoordelijke personen te controleren machine en van de gevaren die een dergelijke controle met zich mee- brengt. Bestuurders Deze machine mag alleen worden gebruikt door daarvoor geschikte personen van ten minste 18 jaar die daarin zijn getraind, die over aantoonbare vaardigheden beschikken in het rijden met heftrucks en het hanteren van lasten en die door het bedrijf dat de machi-...
Veiligheid Definitie van termen voor de verantwoordelijke personen De bestuurder moet: de bedieningshandleiding hebben gelezen ● en begrepen, zich vertrouwd hebben gemaakt met de vei- ● lige bediening en besturing van de machine zowel lichamelijk als geestelijk in staat zijn ●...
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Basisprincipes voor een veilig gebruik Verzekeringsdekking voor ge- bruik op het bedrijfsterrein Bedrijfsterreinen zijn zeer vaak beperkt open- bare verkeersgebieden. OPMERKING Aanbevolen wordt om na te gaan of de aansprakelijkheidsverzekering van uw onder- neming de schade dekt die de machine op een beperkt openbaar terrein aan derden toe- brengt.
Pagina 38
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik bij de verantwoordelijke instanties om goed- keuring. – Alleen het geautoriseerde servicecentrum mag laswerkzaamheden aan het gemotori- seerde transportwerktuig uitvoeren. Wij waarschuwen tegen montage en gebruik van veiligheidssystemen die niet door de fabri- kant zijn goedgekeurd. –...
STILL. Wij raden u aan om de fabrikant en, indien van toe- passing, de bevoegde instanties om goedkeuring te vragen voordat u dergelijke onderdelen monteert.
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Emissies Geluidsemissieniveaus Berekend tijdens de testcyclus die werd uitge- voerd volgens de norm EN 12053 Geluidsdrukniveau bij het bestuurderscompartiment ECH 15 <70 OPMERKING Tijdens het gebruik van gemotoriseerde trans- portwerktuigen kunnen lagere of hogere ge- luidsniveaus voorkomen, door bijv.
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Wielen en banden GEVAAR Risico voor de stabiliteit! Het niet opvolgen van de volgende informatie en in- structies kan leiden tot stabiliteitsverlies. De machine kan kantelen − ongevallenrisico! De volgende factoren kunnen leiden tot stabili- teitsverlies en zijn daarom verboden: Wielen die niet zijn goedgekeurd door de ●...
Veiligheid Restrisico's Restrisico's Overige gevaren en risico's Ondanks zorgvuldig werken en het opvolgen van de normen en voorschriften kunnen ver- dere risico's tijdens het gebruik van de machi- ne niet volledig worden uitgesloten. De machine en alle overige systeemcompo- nenten voldoen aan de actuele veiligheidsver- eisten.
Veiligheid Restrisico's Gebruik van verkeerde vloeistoffen en ● smeermiddelen Overschrijding van testintervallen ● De fabrikant is niet verantwoordelijk voor on- gevallen met de heftruck voortvloeiend uit het bewust of door onachtzaamheid negeren van deze voorschriften door het bedrijf dat de hef- truck gebruikt.
Veiligheid Restrisico's Speciale risico's bij het gebruik van de heftruck en voorzetappa- ratuur Telkens wanneer de heftruck op een andere manier dan voor het beoogde gebruiksdoel wordt gebruikt, en in gevallen waarin de be- stuurder er niet zeker van is dat hij de heftruck naar behoren en zonder kans op ongevallen kan gebruiken, moet er bij...
Veiligheid Restrisico's Overzicht van gevaren en tegenmaatregelen OPMERKING Deze tabel is bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van de gevaren in uw bedrijf en geldt voor alle machinetypes. Hij maakt geen aanspraak op volledigheid. – Volg de voorschriften op van het land waar- in de machine wordt gebruikt.
Pagina 47
Veiligheid Restrisico's Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Ongeoorloofd gebruik Voor bedieningsin- Duitse bedrijfsveilig- (onjuist gebruik) structies zorgen heidsverordening (Be- trSichV) en de Duit- se arbeidsomstandig- hedenwet (ArbSchG) Schriftelijke op- Duitse bedrijfsveilig- dracht/instructies voor heidsverordening (Be- de bestuurder trSichV) en de Duit- se arbeidsomstandig-...
Veiligheid Restrisico's Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Laaduitrusting ver- Last opnieuw op de Duitse bedrijfsveilig- keerd/verschoven pallet positioneren heidsverordening (Be- trSichV) Onvoorspelbaar rijg- Personeelstraining Duitse bedrijfsveilig- edrag heidsverordening (Be- trSichV) Rijroutes geblokkeerd Rijroutes markeren Duitse bedrijfsveilig- Rijwegen vrijhouden heidsverordening (Be- trSichV)
Pagina 49
Veiligheid Restrisico's vereist. Het ontwerp en de apparatuur maken daarom geen deel uit van de vereiste reikwijd- te van de risicobeoordeling. Hetzelfde geldt voor bijlagen met hun eigen Ce-markering en UKCA-markering. Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet echter het type en de uitrusting van machines zodanig kiezen, dat deze vol- doen aan de lokale gebruiksvoorschriften.
Veiligheid Veiligheidscontroles Veiligheidscontroles Regelmatige inspectie van de machine uitvoeren Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet er- voor zorgen dat de machine ten minste een- maal per jaar of na bijzondere voorvallen wordt gecontroleerd door een specialist. Als onderdeel van de inspectie dient de tech- nische staat van de machine volledig te wor- den gecontroleerd voor wat betreft de on- gevalveiligheid.
Pagina 51
Veiligheid Veiligheidscontroles De resultaten van de isolatietest moeten ten minste overeenkomen met de testwaarden in de volgende twee tabellen. – Neem voor isolatietests contact op met het geautoriseerde servicecentrum. De precieze procedure voor deze isolatietest is beschreven in de werkplaatshandleiding voor deze machine.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken mid- delen Uitlaatgassen LET OP Gezondheidsrisico vanwege gevaarlijke gassen! Uitlaatgassen van verbrandingsmotoren zijn schade- lijk voor uw gezondheid. Vooral de roetdeeltjes in het dieseluitlaatgas kunnen kanker veroorzaken. Als u de verbrandingsmotor laat draaien, bestaat er vergif- tigingsgevaar door de bestanddelen CO, CH en NO in het uitlaatgas.
Pagina 53
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen tot de heftruck in een stabiele positie is te- rechtgekomen, voordat u de heftruck verlaat. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 43...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor het rijden Gedrag tijdens het rijden De bestuurder moet zich tijdens het rijden bin- nen het bedrijf aan de voorschriften voor het wegverkeer houden. De snelheid moet worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden.
Pagina 55
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Het bedienen van multimedia- of communicatieappa- ratuur en een te hoog geluidsvolume daarvan tijdens het rijden of het hanteren van lasten, kan de aan- dacht van de bestuurder afleiden. Er bestaat een ongevalrisico! –...
Pagina 56
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen De ruiten (variant, bijv. voorruit) en spiegels moeten altijd schoon en vrij van ijs zijn. 46 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Toegestane middelen Zie het onderhoudsschema voor de toegesta- WAARSCHUWING ne te gebruiken middelen. De te gebruiken middelen kunnen gevaarlijk zijn. Houd u bij het omgaan met deze middelen aan de veiligheidsvoorschriften. Oliën GEVAAR WAARSCHUWING...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Hydrauliekolie WAARSCHUWING MILIEUVOORSCHRIFT De hydrauliekoliën zijn gevaarlijk voor de gezondheid en staan tijdens het gebruik Hydrauliekolie is watervervuilend! van de vorkheftruck onder druk. Sla hydrauliekolie altijd in containers op die – Mors deze vloeistoffen niet! aan de geldende regels voldoen.
Veiligheid Niet-ioniserende straling WAARSCHUWING Batterijzuur bevat verdund zwavelzuur. Dit is bijtend. – Bij het werken met batterijzuur moe- ten er geschikte persoonlijke bescher- mingsmiddelen (PBM, Duits PSA) worden gebruikt (rubberen hand- schoenen, schort, veiligheidsbril). – Draag bij het werken met batterijzuur nooit een horloge of sieraden.
Bediening Serviceschema vóór de eerste ingebruikname Serviceschema vóór de eerste ingebruikname Motor Brandstof tanken Vul AdBlue bij en controleer op lekkage Motoroliepeil controleren Motorkoelvloeistofniveau controleren Transmissie Oliepeil in de transmissie controleren Oliepeil in de aandrijfas controleren Chassisonderstel Wielbevestigingen aanhalen Bandenspanning controleren Bedieningselementen Remsysteem controleren Stuurinrichting controleren...
Bediening Controles voor aanvang van het werk Controles voor aanvang van het werk Motor Brandstofniveau controleren AdBlue®-niveau controleren Motoroliepeil controleren Koelvloeistofniveau controleren Heftruck op lekkage controleren (visuele controle) Chassis, plaatwerk en bevestigingen Vergrendeling van het verstelmechanisme van de stuurkolom controleren Toestand van de bestuurdersstoel en veiligheidsgordel controleren (visuele controle) Ruitensproeierinstallatie: vulniveau van het reservoir controleren, wissers controleren Chassis...
Bediening Wielen van aandrijfas demonteren Wielbevestigingen aanhalen (na elke onder- ● houds- of reparatiebeurt, uiterlijk om de 100 draaiuren). Reinig de hefmastketting en smeer de ket- ● ting met kettingspray. Wielen van aandrijfas demon- teren Raadpleeg de voorschriften van uw loka- le/nationale autoriteiten.
Bediening Wielen van aandrijfas demonteren GEVAAR Levensgevaar door explosieve kracht. Gebruik altijd een geschikte veiligheidsvoorziening (bijv. bandenkooi) tijdens het laten leeglopen of op- pompen van banden op meerdelige wielen. Als er geen veiligheidsvoorziening (bijv. bandenkooi) wordt gebruikt, moet u de banden met daarvoor geschik- te apparatuur op een veilige afstand laten leeglo- pen/oppompen en mogen zich geen personen in de baan van eventueel wegschietende velgdelen bevin-...
Pagina 72
Bediening Wielen van aandrijfas demonteren – Verwijder de binnenventielen en laat de banden volledig leeglopen (let op de waar- 120 degrees schuwingen). GEVAAR Levensgevaar door explosieve kracht. Zorg er gedurende het leeglopen van de band voor dat niemand de in afb. 2 weergegeven zone be- treedt.
Pagina 73
Bediening Wielen van aandrijfas demonteren – Verwijder alle wielbevestigingen (1). – Kantel het buitenwiel (4) tegen de houder (3) en zet het wiel vast. – Rijd de heftruck met de band voorzichtig achteruit en leg de band aan de kant. Binnenste aangedreven wiel demonte- –...
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren – Rijd de vorken van een tweede vorkheftruck met houder (3) onder het binnenste aange- dreven wiel (5). – Hef de vorken langzaam tot het wiel erop rust. – Kantel het binnenwiel tegen de houder en zet het wiel vast.
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren GEVAAR Levensgevaar door explosieve kracht. Gebruik altijd een geschikte veiligheidsvoorziening (bijv. bandenkooi) tijdens het laten leeglopen of op- pompen van banden op meerdelige wielen. Als er geen veiligheidsvoorziening (bijv. bandenkooi) wordt gebruikt, moet u de banden met daarvoor geschik- te apparatuur op een veilige afstand laten leeglo- pen/oppompen en mogen zich geen personen in de baan van eventueel wegschietende velgdelen bevin-...
Pagina 76
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren – Rijd voorzichtig met de heftruck met het wiel (5) en lijn het wiel uit ten opzichte van de wielnaaf. d3571097 – Lijn het wiel (5) uit ten opzichte van de naaf. – Laat de vorken langzaam dalen tot het aan- gedreven wiel op de naaf rust.
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren Buitenste aangedreven wiel monteren – Plaats het buitenwiel op de vorken van een tweede heftruck en zet het wiel vast. – Reinig het contactvlak van de naaf en velg. d3571097 – Rijd voorzichtig met de heftruck met het ...
Pagina 78
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren – Bevestig het complete wiel op de naaf door 10 wielbevestigingen kruislings aan te halen met 680 Nm. – Haal de overige wielbevestigingen aan. – Haal alle wielbevestigingen aan in een dia- metrisch tegenover elkaar gelegen patroon. –...
Pagina 79
Bediening Wielen opnieuw op aandrijfas monteren – Zorg dat de gevarenzone waarin delen kun- nen wegschieten vrij is. 120 degrees – Pomp de banden op via de ventielen op tot een druk van 10 bar. – Inspecteer het complete wiel en controleer of de sluitring goed op zijn plaats zit.
Bediening Standaarduitrusting Standaarduitrusting Spiegels LET OP Botsingsgevaar. Gebruik de machine niet als het zicht belemmerd is. Achteruitkijkspiegels moeten voorafgaand aan de werkzaamheden worden gereinigd en door de bestuurder goed worden afgesteld. Boven- dien mogen zij alleen worden gebruikt om vóór het rijden de omgeving van de machine te bekijken en om het verkeer achterop in de gaten te houden.
Bediening Standaarduitrusting Bestuurderscabine Cabinedeur openen – Druk de hendel (3) naar boven. – Zwenk de cabinedeur naar buiten. Cabinedeur vastzetten – Open de deur. – Open de deur volledig naar achteren tot de veerbelaste plunjer (8) in de deurvastzetter (9) vastklikt.
Bediening Standaarduitrusting – Houd de toets ingedrukt en duw de zijruit in de gewenste stand tot hij in een van de groeven (6) vastklikt. Voer dezelfde procedure uit om de zijruit te sluiten. Ventilatieruitje openen – Trek de hendel (5) naar voren. ...
Pagina 83
Bediening Standaarduitrusting OPMERKING Als de heftruck is uitgerust met een potentio- meter voor de hefmasthoek, is er een veilig- heidsoptie om te voorkomen dat de hefmast volledig naar voren neigt. Vanuit de stand -10° neigt de hefmast 5° ● naar voren en stopt dan. Om de hefmast naar voren te neigen tot de ●...
Bediening Standaarduitrusting – Zodra de cabine is geheven, trekt u de gas- veerstang (3) omhoog en zet u deze vast in de goot om te voorkomen dat de cabine valt. WAARSCHUWING De cabine is zwaar en kan letsel veroorzaken als ie- mand zich tijdens het zakken ervan onder de cabine bevindt.
Bediening Standaarduitrusting – Druk op de daalknop (2) van de elektrische schakelaar om de cabine in de werkstand te laten zakken. Houd de schakelaar ingedrukt tot de cabine volledig is gedaald. Standaardbestuurdersstoel en Comfort-bestuurdersstoel WAARSCHUWING Als de stoel niet goed is afgesteld, kan dit tot rug- klachten leiden.
Bediening Standaarduitrusting Naar voren en naar achteren verstellen – Trek de hendel (1) omhoog. – Schuif de bestuurdersstoel naar achteren of voren op de rails, om de comfortabelste positie van de bestuurder ten opzichte van het stuur en de rijpedalen te vinden. –...
Pagina 87
Bediening Standaarduitrusting Lendensteun verstellen (alleen bij een Comfort-bestuurdersstoel) OPMERKING Met behulp van de lendensteun kan de con- tour van de rugleuning optimaal worden afge- stemd op de lichaamsvorm van de bestuurder. – Draai de knop (5) naar links of rechts. De bolling van het onderste en het bovenste gedeelte van de rugleuning kan apart worden afgesteld.
Bediening Standaarduitrusting Armleuning verstellen – Ga op de bestuurdersstoel zitten en draai de klembout (1) los. – Beweeg de armleuning (2) omhoog/omlaag en naar voren/achteren tot de arm comfor- tabel wordt ondersteund en u gemakkelijk bij de joysticks (3) kunt. – Draai de klembout (1) vast. Stuurkolom verstellen GEVAAR Veilig rijden is niet gegarandeerd wanneer de span-...
Bediening Standaarduitrusting Veiligheidsgordel GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer de bestuurder de heftruck op een onge- controleerde manier verlaat. Daarom moet wanneer er met de machi- ne wordt gewerkt te allen tijde de vei- ligheidsgordel worden gedragen! De vei- ligheidsgordel mag alleen worden gedra- gen door één persoon.
Bediening Standaarduitrusting bruik van de heftruck voldoende bewegings- vrijheid op de stoel. Veiligheidsgordel omdoen – Trek de veiligheidsgordel (2) zonder hier- aan te rukken naar links uit het oprolmecha- nisme. – Trek de gordel over de schoot, niet over de buik.
Bediening Standaarduitrusting Handmatige verwarmingsmodus De drukknop (4) voor de automatische modus moet zijn uitgeschakeld. Verwarming inschakelen – Verdraai de draaiknop (5). De ventilator wordt ingeschakeld en de lucht- stroom wordt ingesteld op het geselecteerde niveau. Normale verwarmingsmodus: – Gebruik de draaiknop (6) om de tempera- tuur in te stellen.
Bediening Standaarduitrusting LET OP Als de aan-indicator (2) na het inschakelen vijf maal knippert en vervolgens uitgaat, is er een storing in de automatische verwarming. Neem contact op met uw servicepartner. Werking van de verwarming/airconditio- ning Bedieningsopties: Handmatige airconditioningsmodus ● Automatische airconditioningsmodus ●...
Bediening Standaarduitrusting Handmatige airconditioningsmodus De drukknop (10) voor de automatische mo- dus moet zijn uitgeschakeld. Airconditioning inschakelen – Verdraai de draaiknop (11). De ventilator wordt ingeschakeld en de lucht- stroom wordt ingesteld op het geselecteerde niveau. – Druk op de drukknop (12). De airconditioning wordt ingeschakeld en de aan-indicator (13) licht groen op.
Bediening Standaarduitrusting OPMERKING Tijdens koele, vochtige dagen kunnen de ver- warming en airconditioning worden gebruikt om de lucht in de cabine te ontvochtigen. Door de verwarming en de airconditioning te- gelijkertijd in te schakelen, kan de verwarming het koeleffect tegengaan. Dit zorgt voor een aangename temperatuur in de cabine en voor- komt dat de ramen beslaan.
Pagina 96
Bediening Standaarduitrusting OPMERKING Als de stand van de draaiknop (11) voor het ventilatortoerental wordt gewijzigd of de drukknop (10) wordt bediend om de automa- tische functie uit te schakelen, wordt de air- conditioning automatisch overgeschakeld naar de ”handmatige airconditioningsmodus”. Als de drukknop(12) wordt gebruikt om de aircon- ditioning uit te schakelen, schakelt de aircon- ditioning automatisch over naar de ”automati- sche verwarming”.
Pagina 97
Bediening Standaarduitrusting Handmatige verwarmingsmodus – De drukknop (12) voor de airconditioning en de drukknop (10) voor de automatische modus moeten zijn uitgeschakeld. Verwarming inschakelen – Verdraai de draaiknop (11). De ventilator wordt ingeschakeld en de lucht- stroom wordt ingesteld op het geselecteerde niveau.
Bediening Standaarduitrusting OPMERKING Als de stand van de draaiknop (11) voor het ventilatortoerental wordt gewijzigd, wordt de verwarming automatisch overgeschakeld naar de ”handmatige verwarmingsmodus”. Voorruit- verwarming is alleen mogelijk in de handmati- ge modus. LET OP Als de aan-indicator (8) na het inschakelen vijf maal knippert en vervolgens uitgaat, is er een storing in de automatische verwarming.
Bediening Standaarduitrusting Pictogrambeschrijving Masthoek Indicatielampje motorstoring (laag) Lastgewichtsweergave Indicatielampje motorstoring (hoog) Tijddisplay Versnelling Parkeerrem Brandstofmeter Waarschuwingslampje voor de motorolie- Ureummeter druk Motortoerentalmeter Voorverwarmingslampje Rijsnelheden Motoroliepeil Eenvoudige interfaceschakeling DEF-alarmlampje Wegen met één druk op de knop DPF-alarmlampje Service-interface Indicator DEF-limietkoppel Motorinterface Alarmlampje uitlaatgastemperatuur Transmissie-interface DEF-alarmlampje...
Pagina 100
Bediening Standaarduitrusting Motorinterface Wanneer regeneratie van het DPF nodig is, start u de regeneratie door op de toets (1) op de displayeenheid te drukken Transmissie-interface 90 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Bediening Standaarduitrusting Hydrauliek-interface Motor starten en afzetten Motor starten GEVAAR Vergiftigingsgevaar! Laat de motor niet in ongeventileerde omgevingen draaien. OPMERKING Voorkom indien mogelijk het herhaaldelijk starten van de motor en korte werkcycli, om- dat hierdoor de motor niet op bedrijfstempe- ratuur kan komen.
Pagina 102
Bediening Standaarduitrusting – Zet de bedieningshendel (joystick en rijrich- ting (15)) in de neutrale stand. – Schakel de parkeerrem in (als deze nog niet is ingeschakeld) door op de parkeer- remschakelaar (1) te drukken – Steek de contactsleutel in de contact- en startschakelaar en draai de sleutel van de nulstand in stand ”I”.
Pagina 103
Bediening Standaarduitrusting – De displayeenheid toont vervolgens het toerentellerscherm met het volgende: Mo- tortoerental, brandstofniveau, Adblue®-ni- veau (alleen voor MTU-motor), motortem- peratuur, neutraalstand en parkeerremsta- tus. LET OP Vergiftigingsgevaar! Laat de motor niet in ongeventileerde omgevingen draaien. – Let tijdens het gebruik op de volgende sym- ...
Bediening Standaarduitrusting gestart, zie dan de paragraaf ”Storingen ver- helpen - dieselmotor”. Het motortoerental wordt automatisch gere- geld, afhankelijk van de motorbelasting. OPMERKING Laat de motor niet bij stationair toerental warmdraaien. Rijd snel met een last. De motor is binnen korte tijd op bedrijfstemperatuur. Motor uitschakelen LET OP Bij...
Bediening Standaarduitrusting – Zet de rijrichtinghendel in de neutrale stand. – Draai de contactsleutel in de nulstand. OPMERKING Wanneer de motor wordt afgezet, wordt de rem automatisch ingeschakeld. – Verwijder de contactsleutel wanneer u de machine verlaat. Rijden LET OP Kantelgevaar van de machine.
Pagina 106
Bediening Standaarduitrusting LET OP Gevaar voor ongevallen tijdens het achteruitrijden. Wees extra voorzichtig. Reinig de achteruitkijkspiegel en stel deze in op de juiste positie voordat u de machine gebruikt. Houd er rekening mee dat de ach- teruitkijkspiegel alleen wordt gebruikt om het gebied in de buurt van de machine te contro- leren voordat u wegrijdt en om de staat van de achterkant van het voertuig te controleren.
Pagina 107
Bediening Standaarduitrusting – Zorg ervoor dat zich in de omgeving van de pedalen geen voorwerpen of rommel bevin- den, voordat u met de machine rijdt. – Duw de rijrichtinghendel (2) naar voren. – Trap het rijpedaal (4) voorzichtig in. De rij- snelheid van de machine is afhankelijk van hoe ver het pedaal is ingetrapt.
Bediening Standaarduitrusting Joystick bij bediening met afzon- derlijke hendel WAARSCHUWING Door de bewegingen van de hefmast of voorzetapparatuur bestaat er beknel- lingsgevaar voor de bestuurder. Reik of stap nooit tussen de hefmastcon- structie of in de ruimte tussen hefmast en heftruck. De hefinrichting en de voorzetapparatuur mo- gen uitsluitend worden gebruikt voor het be- oogde doel.
Pagina 109
Bediening Standaarduitrusting Vorkenbord heffen GEVAAR Bij het heffen en dalen van de vorken is er een verhoogd val- en beknellingsgevaar. Ga niet op de geheven vorken staan. – Trek de joystick (1) naar achteren. Vorkenbord laten zakken – Duw de joystick (1) naar voren. Hefmast naar voren neigen ...
Pagina 110
Bediening Standaarduitrusting LET OP Gevaar van instabiliteit van de machine. Voorzetapparatuur die niet samen met de machine wordt geleverd, mag alleen worden gebruikt wanneer de servicepartner heeft bevestigd dat het hefvermo- gen en de stabiliteit een veilige werking garanderen. Voorzetapparatuur beïnvloedt het hefvermogen en de stabiliteit van de heftruck.
Bediening Standaarduitrusting Sideshift bedienen OPMERKING De sideshift mag niet worden bediend wan- neer de vorken op de grond rusten. – Duw de joystick (3) naar voren. De sideshift gaat naar links. – Trek de joystick (3) naar achteren. De sideshift gaat naar rechts. Vorkverstelling bedienen ...
Bediening Standaarduitrusting Draaiinrichting bedienen (optionele uit- rusting) GEVAAR Gevaar van instabiliteit van de machine. Pak lasten alleen zodanig op dat ze in het lastzwaar- tepunt kunnen worden gedraaid. Als lasten excentrisch worden opgepakt, kan bij een draaibeweging het resthefvermogen worden overschreden.
Bediening Standaarduitrusting Klem bedienen (optionele uitrusting) GEVAAR Er bestaat een verhoogd ongevallenrisico door een vallende last. Bij voorzetapparatuur met een klemfunctie (bijv. een balenklem), moet er een vergrendelbare joystick wor- den gebruikt. Als uw heftruck niet hiermee is uitgerust, neem dan contact op met uw servicepartner.
Bediening Standaarduitrusting Claxon Claxon bedienen Op hoeken en op kruispunten met slecht zicht wordt de claxon als waarschuwingssignaal ge- bruikt. – Druk op de claxonknop (1) op de armleu- ning. Bedrijfsrem Bedrijfsrem bedienen: – Laat het rijpedaal (3) los en laat het pedaal weer in de ruststand komen.
Bediening Standaarduitrusting Parkeerrem De parkeerrem werkt bij snelheden lager dan 3 km/h, de schakelaar (1) bevindt zich aan de voorzijde van de armleuning. Parkeerrem handmatig inschakelen: – Om de parkeerrem in te schakelen, trapt u op het rempedaal (4) en houdt u de parkeerremschakelaar (1) ingedrukt totdat het waarschuwingssymbool voor de par- keerrem op de monitor van de machine op-...
Bediening Standaarduitrusting OPMERKING De intervaltijd kan worden aangepast. Neem contact op met uw servicepartner om de aan- passing uit te voeren. LET OP Gevaar van letsel en beschadiging van de machine. Controleer altijd of de parkeerrem (handmatig of au- tomatisch) is ingeschakeld voordat u de machine verlaat.
Bediening Standaarduitrusting Batterijcompartiment openen – De batterijen bevinden zich in een comparti- ment linksachter in de machine. – Controleer of het zwenkbereik van de deur vrij is. – Open de deur. Batterijcompartiment sluiten – Sluit de deur. Batterijen loskoppelen ...
Bediening Standaarduitrusting Machine slepen Remklauwhuis Zuiger O-ringafdichting Drukbout Borgveer Magneet Sleutel (24/30 mm) Frictieblok Schroefdop Frictieblok Inbussleutel (8/10 mm) Geleidepen Stelschroef Splitpen Borgmoer Kroonmoer Veerpakket Ontluchtingsnippel OPMERKING Lees en begrijp deze onderhoudsprocedure voordat u met werkzaamheden begint. Neem contact op met uw servicepartner als u niet zeker weet welk aspect van deze procedure u moet volgen.
Bediening Standaarduitrusting verplaatsing van zware hydraulische uitrus- ting, bekrachtiging van hydraulische systemen en verplaatsing van zware voertuigen. Het is de verantwoordelijkheid van al het personeel dat betrokken is bij deze procedures om veili- ge werkprocedures te handhaven. NOTE Tenzij anders vermeld, moeten alle onderde- len bij...
Bediening Standaarduitrusting – Draai de stelschroef (6) linksom tot de rem- schijfrotor vrij is. – Als de machine gedurende enige tijd in deze toestand moet blijven, draai dan de schroefdop (4)handvast aan om het mecha- nisme tegen verontreiniging te beschermen. OPMERKING Voordat de machine kan worden gebruikt, moet de parkeerrem opnieuw worden afge-...
Bediening Speciale uitrusting Speciale uitrusting Regeleenheid van de rijaandrij- ving OPMERKING Er kan op twee manieren door het heftruck- statusdisplay worden genavigeerd met behulp van de toetsen op de armleuning, zoals hier- onder beschreven. d1411039 De regeleenheid van de rijaandrijving wordt ...
Pagina 122
Bediening Speciale uitrusting Op de draai-drukknop drukken Door kort op de draai-drukknop te drukken, kunnen de volgende acties worden uitge- voerd: Menu-item selecteren ● Een functie activeren en deactiveren ● Een melding bevestigen ● Door de draai-drukknop langer dan twee se- conden ingedrukt te houden, worden de vol- gende functies geactiveerd: Positie programmeren (neighoek, hefhoog-...
Bediening Speciale uitrusting Geregelde assen Voeding Bedrijfsspanning (min.) Nominale spanning 12V / 24V Bedrijfsspanning (max.) Stroomverbruik 1,8 W (max.) Omgevingsspecificatie multifunctionele hendel Omgevingscondities Beschermingsklasse IP65 (gemonteerd) Opslagtemperatuur -35 °C tot +85 °C Omgevingstemperatuur -35 °C tot +75 °C Geschikt voor gebruik in koelhuizen ΔT tot 60 K EMC-immuniteit conform EN12895 36 V/m...
Bediening Speciale uitrusting het lastgewichtdisplay geen betrouwbare waarden weer De geheven last moet in rust blijven ● OPMERKING Wanneer het lastgewicht minder dan 100 kg bedraagt, kan de betrouwbaarheid van het weergegeven lastgewicht niet worden gega- randeerd. OPMERKING Het lastgewicht kan niet worden bepaald als de lastdruksensor defect is.
Pagina 126
Bediening Speciale uitrusting Heftruckgegevensacquisitie - stan- daardinstelling (pincode) Meld u aan en start de motor: – Schakel de parkeerrem in. – Open de armleuningsteun (4) zijwaarts naar rechts d3941466a – Druk op de -toets (8) (of een wille- Reset ...
Pagina 127
Bediening Speciale uitrusting LED (5) en LED (6) branden beide groen. OPMERKING Als er een onjuiste pincode is ingevoerd, knip- peren LED (5) en LED (6) rood. Na een vertra- gingstijd gaat het invoerapparaat weer naar de aanmeldmodus en knipperen de twee LED's beurtelings groen.
Pagina 128
Bediening Speciale uitrusting Schakel de motor uit en meld u af: LET OP Onbevoegd gebruik door ongeautoriseerd personeel. Wanneer de bestuurder de machine parkeert en de- ze verlaat, dient hij zich af te melden. – Schakel de parkeerrem in. –...
Pagina 129
Bediening Speciale uitrusting Heftruckgegevensacquisitie − speciale instelling (pincode en statuscode) Meld u aan en start de motor: – Schakel de parkeerrem in. – Open de armleuningsteun (4) zijwaarts naar rechts d3941466a – Druk op de -toets (8) (of een wille- Reset ...
Pagina 130
Bediening Speciale uitrusting LED (5) en LED (6) branden beide groen. OPMERKING Als er een onjuiste pincode is ingevoerd, knip- peren LED (5) en LED (6) rood. Na een vertra- gingstijd gaat het invoerapparaat weer naar de aanmeldmodus en knipperen de twee LED's beurtelings groen.
Pagina 131
Bediening Speciale uitrusting Schakel de motor uit en meld u af: LET OP Onbevoegd gebruik door ongeautoriseerd personeel. Wanneer de bestuurder de machine parkeert en de- ze verlaat, dient hij zich af te melden. – Schakel de parkeerrem in. –...
Pagina 132
Bediening Speciale uitrusting Statuscode OPMERKING De statuscode geeft de status van de machine aan. De volgende codes zijn beschikbaar: = machine OK ● = service nodig (machine start niet) ● = onderhoud nodig (machine start) ● = probleem met rijden ●...
Pagina 133
Bediening Speciale uitrusting Toegangscontrole RFID dubbel Het invoerapparaat (1) voor heftruckgege- vensacquisitie (FDE) bevindt zich in de arm- leuningconsole (3). Het invoerapparaat heeft een leesoppervlak (10) waarop de betreffende transponder (chip of magneetstripkaart ) moet worden gelegd. De machine kan alleen worden gestart nadat de transponder op het leesoppervlak is ge- legd.
Pagina 134
Bediening Speciale uitrusting – Draai de draaiknop (9) in schakelaar- stand ”II” en start de motor OPMERKING Indien de machine de eerste keer niet normaal start, kan de startprocedure worden herhaald totdat de draaiknop (9) weer in de nulstand wordt gezet en de motor na het verstrijken van de vertragingstijd niet langer kan worden gestart.
Pagina 135
Bediening Speciale uitrusting OPMERKING Als de bestuurder de bestuurdersstoel verlaat, worden na een vertragingstijd de motor en de voeding uitgeschakeld. Als de bestuurder de motor met de draaiknop (9) uitschakelt, kan de machine gedurende een vertragings- tijd worden gestart zonder dat er opnieuw een geldige transponder op het leesoppervlak wordt gelegd.
Bediening Speciale uitrusting Functie: LED (5) LED (6) Gegevens uitlezen - geheugen 90% vol Knippert rood Brandt groen Gegevens uitlezen - geheugen 100% vol Brandt rood Brandt groen Snelheidsbegrenzing via schoksensor Knippert langzaam rood Knippert langzaam groen Verlichting OPMERKING De configuratie van de schakelaars op de con- sole rechtsboven aan het beschermdak is af- hankelijk van de uitvoering.
Bediening Speciale uitrusting – Druk op de drukknop (8). – De interieurverlichting (9) is ingeschakeld. OPMERKING Als de drukschakelaar (8) is bediend, kunnen de interieurverlichtingen (7) en (9) met de tui- melschakelaar (1) in- en uitgeschakeld wor- den. Verlichting inschakelen ...
Bediening Speciale uitrusting Zwaailamp/flitslamp inschakelen Afhankelijk van de uitrusting zijn er drie ver- schillende uitvoeringen. Versie 1 – Druk op de tuimelschakelaar (6). Bedien de tuimelschakelaar (6): Niveau 0: lamp ”UIT” ● Niveau 1: lamp ”AAN” bij achteruitrijden ● Niveau 2: lamp continu aan ●...
Bediening Speciale uitrusting Verlichtingsopties OPMERKING De configuratie van de schakelaars op de con- sole rechtsboven aan het beschermdak is af- hankelijk van de uitvoering. Let op de schakel- aarsymbolen. Verlichting voor de openbare weg in- schakelen – Druk op de tuimelschakelaar (2) ...
Bediening Speciale uitrusting – Druk op de tuimelschakelaar (3) 6103 005 Op de mast gemonteerde naar ● voren gerichte lampen 6103 010 Op de mast gemonteerde naar ● voren gerichte LED-lampen 6105 005 Op de mast gemonteerde naar ● voren gerichte lampen >...
Bediening Speciale uitrusting – Uitvoering 2: druk op de tuimelschake- laar (12)。 6106 005 Opstapverlichting ● 6106 010 Opstapverlichting (LED) ● OPMERKING Er zijn twee manieren om de opstapverlichting in te schakelen: de tuimelschakelaar naast het pedaal en de tuimelschakelaar op het paneel. De twee zijn parallel geschakeld.
Bediening Speciale uitrusting De BlueSpot is een visuele waarschuwings- eenheid waarmee in rijomgevingen met slecht zicht (zoals gangpaden, hoge stellingen) en op onoverzichtelijke kruisingen voertuigen vroegtijdig kunnen worden waargenomen. De BlueSpot is rechts- of linksboven aan een bevestigingssteun gemonteerd. Hij pro- jecteert een krachtige lichtpunt of pijl (LED- technologie) op de grond.
Bediening Speciale uitrusting – Bedien de tuimelschakelaar (7) Schakelstanden van de tuimelschakelaar: Niveau 0: BlueSpot UIT ; ● Niveau 1: BlueSpot AAN . ● OPMERKING Als de machine wordt gebruikt op de open- bare weg, moet de BlueSpot worden uitge- schakeld.
Bediening Speciale uitrusting Ventilator cabineventilatie 24 V Positie De ventilator is gemonteerd op de linkerkolom van de cabine Schakelaar Bedien de ventilatorschakelaar (2): Niveau 0: "OFF" (uit); ● Niveau 1: lage snelheid; ● Niveau 2: hoge snelheid。 ● Ondersteunende ventilator Schakelaar Ventilator Inbusbout...
Bediening Speciale uitrusting – Mp3-weergave via USB-poort – AUX-ingang voor – 2-kanaals versterker met 2 x 40 W (max.) – Draaiknop voor volume – RDS – Stuuringang stuur (interfaces voor meerde- re machines optioneel) – ISO-aansluiting – i-Mode: selecteer de tracks op uw i-Phone rechtstreeks met de bedieningstoetsen van de radio Specificaties...
Bediening Speciale uitrusting 4460 005 Verlicht A4-klembord Verlicht A4-klembord Verlichting van A4-klembord inschake- – Druk op de tuimelschakelaar (1); – Het licht aan de zijkant van het verlichte A4-klembord (1) is helder. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 137...
Bediening Speciale uitrusting Extra opbergruimte en bekerhouder Bekerhouder Opslag 4450 005 Met bekerhouder OPMERKING Wanneer de bekerhouder en de brandblusser allemaal nodig zijn, wordt de bekerhouder op het deurframe aan de linkerkant van de cabine geplaatst. Met bekerhouder 1411 801 1528 NL - 08/2022 - ...
Bediening Speciale uitrusting Joystick bij bediening met cen- trale hendel WAARSCHUWING Door de bewegingen van de hefmast of voorzetapparatuur bestaat er beknel- lingsgevaar voor de bestuurder. Reik of stap daarom nooit tussen de hef- mastconstructie of in de ruimte tussen hefmast en heftruck.
Pagina 151
Bediening Speciale uitrusting Vorkenbord heffen GEVAAR Bij het heffen en dalen van de vorken is er een verhoogd val- en beknellingsgevaar. Ga daarom niet op de geheven vorken staan. – Duw de joystick (1) naar rechts. Vorkenbord laten zakken –...
Pagina 152
Bediening Speciale uitrusting – Let op de schakelsymbolen met richtingspij- len. Sideshift bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de si- deshift niet worden bediend wanneer de vor- ken op de grond rusten. – Duw de joystick (2) naar links. De sideshift gaat naar links.
Pagina 153
Bediening Speciale uitrusting Vorkverstelling bedienen OPMERKING Om beschadiging te voorkomen, mag de vor- kverstelling niet worden bediend met een last op de vorken of wanneer de vorken op de grond rusten. Gebruik de vorkverstelling niet als een klem. – Duw de joystick (2) naar voren. De vorken schuiven uit elkaar.
Bediening Speciale uitrusting – Duw de joystick (2) naar links. Het apparaat draait linksom. – Duw de joystick (2) naar rechts. Het apparaat draait rechtsom. Klem bedienen (optionele uitrusting) GEVAAR Er bestaat een verhoogd ongevallenrisico door een vallende last. Bij...
Bediening Speciale uitrusting LET OP De bestuurdersstoel mag niet draaien wanneer de heftruck in gebruik is. Controleer daarom of het draaionderstel vergrendeld De bestuurdersstoel met draaionderstel biedt beter zicht naar achteren bij het achteruitrij- den over lange afstanden. Hierdoor kan de bestuurder een ergonomische zithouding aan- nemen.
Bediening Speciale uitrusting 7105 010 Uitschakeling bij afwezigheid bestuurder Het systeem is af fabriek ingesteld op 3 mi- nuten dat de bestuurder niet op de stoel zit, waarna de motor automatisch stopt met draai- en en de machine wordt uitgeschakeld. 7105 015 Vergrendeling volgorde gor- –...
Bediening Speciale uitrusting Brandbestrijdingssysteem 7110 005 Automatisch brandbestrij- dingssysteem met extra handbedie- ningsschakelaar in de cabine Locatie van de schakelaar De hoofdfunctie van de schakelaar: Voedingsstatusindicator: de groene voe- ● dingsindicator brandt nadat de normale voeding is ingeschakeld. Lijndetectiefunctie brandbestrijdingssys- ●...
Pagina 158
Bediening Speciale uitrusting Onderhoud Het is raadzaam om de zekering van het brandbestrijdingssysteem tijdens het uitvoeren van regelmatig onderhoud te controleren op veroudering. 148 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Bediening Speciale uitrusting 6310 005 Bandenspanningsbe- wakingssysteem De monitor is bevestigd aan de rechterkant in de cabine. Monitor programmeren Zender-ID programmeren OPMERKING Als de gebruiker een nieuwe zender in de mo- nitor wil programmeren, moet de bewerking in de programmeermodus worden voltooid. Zorg er nu voor dat de te programmeren zender nog niet op de klep is geschroefd.
Bediening Speciale uitrusting – Als u klaar bent met het programmeren van het eerste cijfer, drukt u op → om het tweede knipperende cijfer te programme- ren. Druk op de pijltoets omhoog of omlaag om het getal aan te passen. –...
Bediening Speciale uitrusting – Druk daarna 3 seconden op S om het eer- ste cijfer dat knippert in te stellen. Druk op de pijltoets omhoog of omlaag om de waar- de in te stellen op 1. – Als u klaar bent met het programmeren ...
Pagina 162
Bediening Speciale uitrusting – 1. Wanneer u klaar bent met het program- meren van de standaarddruk, drukt u op P om de interface voor het opvragen en pro- grammeren van de tijd/datum te openen. de eerste interface geeft het jaar weer, 1 07 staat voor het jaar 2007: –...
Pagina 163
Bediening Speciale uitrusting op de pijltoets omhoog of omlaag om de waar- de in te stellen op "9". Druk ten slotte 3 secon- den op S om de wijziging op te slaan. Het scherm knippert twee keer en er klinkt twee keer een pieptoon.
Pagina 164
Bediening Speciale uitrusting Zender-ID verwijderen – Wanneer u klaar bent met het programme- ren van de temperatuur- en drukeenheid, drukt u op P om de interface voor het ver- wijderen van de zender te openen. Alleen de geprogrammeerde en ontvangen zender en alleen de laatste 3 ID-cijfers worden weergegeven: –...
Pagina 165
Bediening Speciale uitrusting branden en het display keert terug naar de normale modus. Op dit moment moet de ge- bruiker de bandenspanning correct aanpassen tot het normale niveau. Het rode alarmlampje gaat alleen uit wanneer de bandenspanning weer normaal is. –...
Pagina 166
Bediening Speciale uitrusting alarmlampje gaat alleen uit wanneer de ban- denspanning weer normaal is. – Alarm voor laag drukniveau 3 Functie: Het systeem geeft het alarm voor lage ban- denspanning niveau 3 af wanneer de banden- spanning 50% lager is dan de standaarspan- ning.
Pagina 167
Bediening Speciale uitrusting – Alarm snelle lekkage Functie: het systeem geeft een alarm voor snelle lek- kage af wanneer de druk binnen 12 seconden meer dan 2,8 psi daalt. Alarmmodus: Het alarmlampje knippert en het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het pictogram voor de bandpositie knippert.
Pagina 168
Bediening Speciale uitrusting – Druk in de normale modus of in de interface voor drukaanvragen 3 seconden tegelijker- tijd op P en S om de interface voor het opvragen van alarmrecords te openen. Het scherm met "0" is de meest recente alarm- record.
Pagina 169
Bediening Speciale uitrusting Tijd (maand) Tijd (datum) Tijd (uur) Tijd (minuut) Vervolgens wordt de volgende alarmrecord op dezelfde manier weergegeven als hierboven. – Druk tegelijkertijd op P en S om af te slui- ten. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 159...
Bediening Speciale uitrusting Bandenspanningsdetectiesys- teem (nieuw) Externe sensor Host Repeater Status van productinstallatie De sensor is extern en kan op het ven- ● tiel worden vergrendeld, waardoor het pro- bleem wordt opgelost dat er geen inge- bouwde sensor op het ventiel kan worden aangebracht.
Bediening Speciale uitrusting Bedrijfstem- -40-125 ℃ peratuur Drukbereik 0-12 bar Druknauw- ±0,1 bar keurigheid Temperatuur- nauwkeurig- ± 1 ℃ heid Sensoren installeren – Schroef de stofkap van het ventiel los. – Schroef de manipulatiebestendige zeskant- moer vast. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 161...
Pagina 172
Bediening Speciale uitrusting – Schroef de sensor vast. – Sluit de zeskantmoer door deze in de te- genovergestelde richting te draaien. OPMERKING Spuit na de montage met zeepwater om op lekkage te controleren. 162 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Pagina 173
Bediening Speciale uitrusting Batterij vervangen – Verwijder de manipulatiebestendige vulring. – Gebruik een sleutel voor het openen van het deksel om het externe deksel te ope- nen. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 163...
Bediening Speciale uitrusting – Vervang de knoopcelbatterij door een nieu- – Breng de sensor opnieuw aan. Productintroductie – De host is aangesloten op de interne ACC- voeding. – Houd "◄"+"►" ingedrukt om in of uit te scha- kelen. –...
Bediening Speciale uitrusting Ondergrens banden- 9,0 bar spanning Waarde waarschu- wing hoge tempera- 75 ℃ tuur Setup openen en afsluiten – Houd in de stand-bymodus "SET" 3 secon- den ingedrukt. Het systeem piept twee keer en gaat vervolgens naar de instelmodus. – Houd in de installatiemodus "SET" 3 secon- den ingedrukt.
Pagina 176
Bediening Speciale uitrusting – Onderste druklimiet: druk na het openen van de instelmodus nogmaals op "SET", zoals weergegeven in de afbeelding. Wan- neer "9.0" knippert, drukt u op "◄" of "►" om de drukwaarde te selecteren. – Bovenste temperatuurlimiet: druk na het ...
Bediening Speciale uitrusting – Banden wisselen (voorzichtig gebruiken): druk in de stand-bymodus 5 keer achter elk- aar op "SET". Na het horen van drie piep- tonen of de productiedatum, zoals weerge- geven in de afbeelding: de band knippert, maar het nummer knippert niet en toont de selectieopties voor banden 1-6.
Pagina 178
Bediening Speciale uitrusting 7160 990 De sensoren zijn op het contrage- wicht van de machine gemonteerd. 6433 010 De zoemer bevindt zich aan de ach- terkant van de bestuurderscabine. 168 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Bediening Speciale uitrusting 1390 010 Kunststof wieldoppen met bewegingsindicator Kunststof wieldoppen met bewegingsindicator (1) kunnen voorkomen dat bouten gaan roes- Optionele voorzetapparatuur be- dienen Voorzetapparatuur kan worden gemonteerd als speciale uitrusting. Let op de werkdruk en houd u aan de bedieningsinstructies voor de voorzetapparatuur.
Bediening Speciale uitrusting OPMERKING Wanneer het monteren van een voorzetap- paraat tot een verandering van de in deze handleiding beschreven normale werkvolgor- de leidt, volg dan de meegeleverde instructies van de fabrikant van de machine of de fabri- kant van het voorzetapparaat. Als de klant wenst dat het voorzetapparaat met de centrale bedieningshendels kan worden bediend, moet er op de voorruit rechts van de bestuurder...
Pagina 181
Bediening Speciale uitrusting – Let op de labels (2) op de draagdoorn (3) voor informatie over lastzwaartepunt en hef- hoogte. – Dit is een ander type draagdoorn dat op een vlakke drager is gemonteerd. 3670 105 FF Draagdoorn - 1000 mm lang ●...
Bediening Speciale uitrusting Opties voor koude klimaten OPMERKING Alle verwarmingen die op het lichtnet werken, hebben een vermogen van 220 V en de hef- truck wordt indien nodig geleverd met een ge- schikte 110/220V-omvormer. Motorvoorverwarming Voorverwarming hydrauliekolie Batterijverwarmingen Dieselbrandstofverwarming Voorverwarming cabine Motorvoorverwarming ...
Bediening Speciale uitrusting Voorverwarming hydrauliekolie 6407 010 Hydrauliekolieverwarming - ● 500 W 6407 020 Hydrauliekolieverwarming - ● 1000 W 220v Afhankelijk van de tankinhoud 6403 010 Batterijverwarmingen 220 V, 190 W (x4) Afmeting zelfklevende siliconenmatten: 300x100x1,5 mm. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 173...
Pagina 184
Bediening Speciale uitrusting 6404 010 Voorfilter dieselbrandstof 24 V, 350 W. Verwarmingselement met interne tempera- tuurgeregelde schakelaar. Voorverwarming cabine OPMERKING Er zijn twee opties om de cabine voor te ver- warmen. De eerste selectie: voorverwarming cabine. 4409 010 Cabinevoorverwarming 220 V ● 4409 015 Cabinevoorverwarming 110 V ●...
Pagina 185
Bediening Speciale uitrusting – Gebruik de Oval-timer om de verwarmings- tijd in te stellen. Zie hieronder voor de werk- ing van de Oval-timer. Bediening: – De werking van de timer is zo ontworpen dat de symbolen in de instelmodus snel knipperen.
Pagina 186
Bediening Speciale uitrusting – Druk op de toets "Vooruit" (2) of "Achteruit" (1). Start van verwarming programmeren – Druk op de toets (4). Druk binnen 10 secon- den op de toets "Vooruit" (2) of "Achteruit" (1) totdat de vereiste tijd voor het starten van de verwarming wordt weergegeven.
Bediening Speciale uitrusting ingestelde verwarmingstijd wordt opgesla- gen wanneer het display uitgaat of door op de toets (4) te drukken. LET OP De standaardinstellingen worden hersteld wanneer de timer wordt losgekoppeld van de boordvoeding. In dit geval keert de timer terug naar de standaardin- stelling met een verwarmingstijd van 30 minuten.
Pagina 188
Bediening Speciale uitrusting LET OP Alle machines zijn uitgerust met een veiligheidsuit- schakelrelais om de motor te stoppen wanneer de voorverwarmingen nog zijn aangesloten op de net- spanning. Instructies bij pakket voor koude klima- – Dit moet worden ingesteld voordat u instal- ...
Bediening Speciale uitrusting De stroomonderbreker moet de eerste keer worden ingeschakeld. Positie: onder de radiateur De stroomonderbreker kan het belastingscir- cuit onderbreken en aansluiten, en het sto- ringscircuit onderbreken om een veilige werk- ing te garanderen. In geval van overbelasting of een abnormale werking van elektrische ap- paratuur, zal de stroomonderbreker de scha- kelaar automatisch uitschakelen om elektri-...
Pagina 190
Bediening Speciale uitrusting – De linker armleuning (3) gaat omhoog of omlaag; – Wanneer de linker armleuning de maxima- le hoogte bereikt en er een klein stuurwiel (2) op het scherm wordt weergegeven, betekent dit dat de elektrische stuurinrich- ting wordt gestart;...
Bediening Speciale uitrusting Schema's Ventilator werkt in reinigingsmo- – De ventilator is standaard ingesteld op forceerd koelen – Als de ventilator is ingesteld op Normaal en de vorkheftruck koud wordt gebruik gestart, draait de koelventilator in de omge- keerde richting, waardoor de warmte wordt afgevoerd door lucht te blazen.
Bediening Speciale uitrusting Een pneumatisch plunjerpompsysteem be- staat uit de volgende onderdelen. Pompeenheid. Smeerleidingen van de doseereenheden naar de afzonderlijke smeerpunten. Luchtleidingen naar de pomp. Remteller, indien aanwezig. Montagesteun voor de pomp (niet afge- beeld). Een elektrisch tandwielpompsysteem bestaat ...
Bediening Speciale uitrusting Controleer de vetdrukindicator (moet groen ● zijn) en het indicatielampje (mag niet bran- den). Controleer het vetniveau in de vetpatroon ● (vervang de patroon of vul de patroon bij via de vulaansluiting). Controleer de pompeenheid op beschadi- ●...
Bediening Speciale uitrusting (8 voet,8 voet 6 inch,9 voet, 9 voet 6 inch) De vergrendelknop van de zwenkarm De vergrendelknop van de zwenkarm hanteren. De zwevende koppen kunnen omhoog en ● omlaag schuiven, waardoor de helling van de spreader mechanisch kan worden gecor- rigeerd zodat de hoek van de spreader in de 20-voetpositie 1,5°...
Bediening Speciale uitrusting WAARSCHUWING Gebruik de eenheid alleen als alle veiligheidsvoorzie- ningen naar behoren werken. – Controleer de werking van de twistlocks en van de indicaties "LOCKED" en "NOT LOC- KED" (vergrendeld en niet vergrendeld). – Zet de twistlocks in de stand "NOT LOC- KED"...
Bediening Speciale uitrusting Als een bevestigingssensor onjuist is afge- ● steld of als een van de bevestigingssen- soren defect is, knippert het bevestigings- lampje alleen en waarschuwt de bestuurder dat er iets mis is. Als de sensoren voor vergrendeld of niet ●...
Pagina 197
Bediening Speciale uitrusting Positie 1 Twistlock-eenheden Aantal smeerpunten 4 per spreader. ● Interval - om de 500 uur. ● 1 smeernippel per huls (zie pijl "A"). ● 1 smeernippel per twistlock (zie pijl "B"). ● Controleer op slijtage en mogelijke bescha- ●...
Pagina 198
Bediening Speciale uitrusting Positie 3 Bovenste schuifblokken en onderste schuif- blokken van sideshift Om de 500 bedrijfsuren of controleer op slij- ● tage van de nylon slijtblokken en vervang ze voordat contact van metaal op metaal optreedt tussen het bord en het spreader- frame.
Pagina 199
Bediening Speciale uitrusting – Twistlocks zijn slijtdelen en moeten regel- matig worden geïnspecteerd. Het wordt aanbevolen om de twistlocks maandelijks te smeren en het wordt ook aanbevolen om ze tegelijkertijd op slijtage en beschadiging te controleren. – Bij minder dan 25 mm is vervanging nodig. ...
Bediening Speciale uitrusting Hydraulische drukwaarden regelmatig con- ● troleren. Alle hydraulische cilinders controleren op ● lekkage en indien nodig opnieuw afdichten. Alle hydraulische slangen op beschadiging ● en lekkage controleren. Indien defect ver- vangen. Montage-instructies voor het la- ten zakken van de hefkoppen in de eindbalken van spreaders van de 178-serie.
Pagina 201
Bediening Speciale uitrusting energieketting en dat ze terug in de eind- balk zijn geduwd zodat ze recht naar bene- den hangen, voordat de koppen naar buiten worden getild. Opslag van spreaders wanneer het nodig is om de spreader langer dan 3 maanden buiten te laten staan Wanneer een spreader van het type 178 voor langere tijd wordt opgeslagen, moeten...
Bediening Werken met een last Werken met een last Bedieningselementen voor mast, hefinrichting en voorzetapparaat de bedieningshendel wordt bewogen, bepaalt LET OP de snelheid van het heffen, dalen en neigen. Gevaar van beschadiging van de machine. De bedieningshendel keert automatisch terug Gebruik de hefinrichting en voorzetapparatuur alleen naar de neutrale stand wanneer hij...
Bediening Werken met een last Lastindicatieplaatje GEVAAR De parameters in het lastschema en op de labels zijn van toepassing op compacte, uniforme lasten. Deze belastingsgrenzen mogen niet worden over- schreden. Het overschrijden van de belastingsgren- zen heeft gevolgen voor de stabiliteit van de vork- heftruck en de sterkte van de hefmast.
Bediening Werken met een last Vóór het laden – Controleer het lastschema aan de rechter- kant van de bestuurdersstoel (1) voordat u goederen optilt. – Als de machine is uitgerust met voorzet- apparatuur, controleer dan het lastschema aan de rechterzijde van de bestuurdersstoel (2).
Bediening Werken met een last Last heffen GEVAAR Gevaar door vallende last. Levensge- vaar in de buurt van de uitgeschoven hefmast. Er mogen zich tijdens het verplaatsen van lasten geen personen in de werkom- geving bevinden. Rijd alleen met de machine als de last gedaald en de mast met last naar ach- teren geneigd is.
Bediening Werken met een last Rijden met een last – Rijd niet met een last die naar de zijkant verschoven is (bijv. met een sideshift). – Transporteer de last dicht bij de grond. d3591067 – Rijd hellingen altijd voorwaarts op en ach- ...
Bediening Werken met een last Last neerzetten – Nader de stapel (of het voertuig of de voor- ziening) waarop u de last wilt neerzetten zo voorzichtig en nauwkeurig mogelijk. – Hef het vorkenbord naar de juiste hoogte. – Zet de mast verticaal. –...
Bediening Werken met een last Voordat de heftruck onbeheerd wordt achtergelaten – Zet de last neer en laat het vorkenbord he- lemaal zakken. – Zet de mast verticaal; de vorken moeten de grond raken. – Schakel de parkeerrem in. –...
Bediening Laden/transporteren Laden/transporteren Takelen van de machine OPMERKING Als de machine met een kraan wordt opge- hesen, moet ervoor worden gezorgd dat nie- mand zich binnen het werkbereik van de kraan bevinden! Gebruik alleen hijsapparatuur en een laadkraan met voldoende hijsvermo- gen.
Bediening Laden/transporteren WAARSCHUWING Gevaar van kantelen van de machine en schade aan hijspunten van de machine. De maximale hoek voor hijsstrop (1) is 40°. De maxi- male hoek voor hijsstrop (2) is 16°. Overschrijd deze hoeken niet. – Let op de maximale hoeken voor de hijs- ...
Pagina 212
Bediening Laden/transporteren LET OP Controleer bij het transporteren van de machine of de machine goed op blokken rust en goed is vastge- zet met lastkettingen. Transport per dieplader Wanneer de mast hoog is, moet deze meest- al worden verwijderd. Bij transport op een dieplader zijn zware ket- tingen of touwen vereist.
Pagina 213
Bediening Laden/transporteren – Er zijn zes hefkettingen nodig om de vork- heftruck te beveiligen. Vervoer per vrachtcontainer Bij het transporteren van de machine in een vrachtcontainer moet de mast worden verwij- derd. Machine vastzetten met touwen – Zet de voorkant van de machine vast met 8 ...
Pagina 214
Bediening Laden/transporteren – Bevestig, zoals weergegeven in de afbeel- ding, 2 touwen aan de sjorpunten aan de achterkant van de machine, leid de touwen dwars over de machine en bevestig ze aan de juiste bevestigingspunten aan de trans- portuitrusting. –...
Pagina 215
Bediening Laden/transporteren Houten keggen gebruiken om de machi- ne te immobiliseren – Gebruik houten keggen (1) om de voor- en achterzijde van de machine te blokkeren. 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 205...
Onderhoud Algemeen onderhoud Algemeen onderhoud Veiligheidsinformatie voor onderhoudswerkzaamheden Uw machine blijft alleen dan steeds gereed LET OP voor gebruik, wanneer regelmatig het klei- De machine moet altijd voorzien zijn van de juiste ne aantal voorgeschreven onderhoudstaken labels. wordt uitgevoerd volgens de informatie in de Ontbrekende of beschadigde identificatieplaatjes bedieningsinstructies.
Onderhoud Algemeen onderhoud Inspectie- en onderhoudsgegevens Hulpmiddelen / vloei- Montage stoffen en smeermidde- Vulhoeveelheid / instellingen Motor Motorolie Ca. 20 l Brandstoftank Diesel Ca. 250 l Adblue-tank Adblue Ca. 40 l Koelsysteem Antivries / water Ca. 12 l Olietank van de werkhy- Hydrauliekolie ca. 180 l drauliek Transmissie Transmissieolie...
Onderhoud Algemeen onderhoud Zwavelhoudende brandstoffen met een ● zwavelgehalte van meer dan 0,001 ge- wichtsprocent (10 ppm). Dieselbrandstof voor de scheepvaart ● Brandstof voor vliegtuigturbines ● Stookolie ● Vetzuurmethylester FAME (biodieselbrand- ● stof) > 7% in volume Deze brandstoftypen veroorzaken onherstel- bare schade aan de motor en het uitlaat- gasnabehandelingssysteem, evenals een aan- zienlijke vermindering van de verwachte le-...
Pagina 221
Onderhoud Algemeen onderhoud wanneer het deksel van de tank wordt losge- schroefd. Er kan AdBlue® weglekken. Open daarom voorzichtig het deksel van de Ad- Blue® tank. Als er AdBlue® wordt gemorst, dient u het betreffende gebied onmiddellijk met veel water te wassen. Bij...
Onderhoud Algemeen onderhoud Motorolieklassen voor MTU-motor Gebruik uitsluitend motorolie die voldoet aan: Caterpillar: ECF-1-A MTU: Categorie 3.1 MB-goedkeuring: 228.51 (Mercedes-Benz) Aanbevolen olie is Shell Rimula R6 LM, SAE 10W-40. Motoroliën met de API-classificatie CD worden niet aanbevolen voor de eerste 50 draaiuren en voor extra licht werk.
Pagina 223
Onderhoud Algemeen onderhoud Viscositeit van de olie OPMERKING Toekomstige verbeteringen kunnen tot afwij- kingen van deze karakteristieken leiden. Bedrijfstemperaturen van de olie °F °C + 86 + 30 Omdat de viscositeit van smeermiddelen af- + 77 + 25 hankelijk van de temperatuur verschilt, is de + 68 + 20 10W-30...
Pagina 224
Onderhoud Algemeen onderhoud Aandrijflijnolie Transmissie Aanbevolen olie is Shell Spirax S4 TXM, SAE 10W-30 UTTO. Gebruik alleen oliën conform de ZF-lijst met smeermiddelen TE-ML 03 (ga naar www.zf.com), voor Powershift-transmis- sies 3 WG-116/131/161/171. Alleen de hierbo- ven vermelde oliën zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Pagina 225
Onderhoud Algemeen onderhoud Anders kunnen de warmteafvoer en antivries negatief worden beïnvloed. Als er koelvloeistof verloren gaat, vul deze dan niet bij met alleen water, maar voeg ook een goedgekeurd anti- corrosiemiddel/antivriesmiddel toe. Water van goede kwaliteit is belangrijk voor de prestaties van het koelsysteem.
Onderhoud Serviceschema Serviceschema Serviceschema Opmerking over servicewerkzaamheden Voor servicewerkzaamheden is specialistische kennis nodig. Er kan tevens speciaal gereed- schap nodig zijn. Neem contact op met uw servicepartner. Voorbereidingen Machine reinigen. Servicewerkzaamheden na de eerste 100 uur. Motor Brandstoffilter vervangen. (motor gemonteerd) Brandstof/waterafscheider vervangen.
Pagina 227
Onderhoud Serviceschema Servicewerkzaamheden om de 500 uur. Motor Brandstof-/waterafscheider controleren. Koelvloeistof en leidingen controleren. Indicator en waarschuwingsfunctie controleren. Motor op lekkage controleren. Luchtfilter reinigen. Inlaatleidingen luchtkoelers en motoren met supercharger controleren. Motorkabelboom op beschadiging controleren. Op lekkage van het uitlaatsysteem controleren. Chassis, plaatwerk en bevestigingen Alle lagers, scharnieren en gewrichten reinigen en smeren.
Pagina 228
Onderhoud Serviceschema Aanvullende servicewerkzaamheden om de 1000 uur. Bevestiging van de as controleren. Transmissieoliefilter vervangen. Transmissieleidingen op lekkage controleren Chassis, plaatwerk en bevestigingen Toestand en werking van de veiligheidsgordel controleren. (indien aanwezig) Bevestiging van het chassis controleren. Cabinesteunen controleren. Wielnaaf stuuras controleren Werking van de cabinekantelinrichting controleren.
Pagina 229
Onderhoud Serviceschema Aanvullende servicewerkzaamheden om de 1000 uur. Voorspanning mastslangen controleren. Lasthefsysteem Toestand, bevestiging en werking van hefmast, hefmastketting, hefcilinders en eindaanslagen controleren. Vorken en veiligheidsvoorzieningen van de vorken controleren. Aanvullende servicewerkzaamheden om de 2000 uur. Motor Filterelement luchtbeveiliging vervangen. Transmissie Transmissieolie verversen Beveiligingsfilterelement vervangen.
Pagina 230
Onderhoud Serviceschema Aanvullende servicewerkzaamheden om de 6000 uur. Minimaal om de 3 jaar uitvoeren. Lasthefinrichting Hefkettingen vervangen. (ten minste elke 6000 uur of wanneer 2% rek is bereikt) Afsluitende werkzaamheden Onderhoudstellers resetten. Functietest inclusief testrit uitvoeren. Onderhoudssticker aanbrengen. 220 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Onderhoud Motor Motor Motoroliepeil controleren – Parkeer de machine op een vlakke onder- grond. – Kantel de cabine. – Trek de oliepeilstok (1) uit de motor. – Veeg de peilstok af met een schone doek. – Breng de peilstok helemaal aan en verwij- der deze opnieuw.
Onderhoud Motor Brandstof en Adblue® tanken LET OP Gevaar van dure beschadiging van de motor en het nabehandelingssysteem. Vul alleen Adblue® bij in de Adblue® tank. Vul geen Adblue® bij in de brandstoftank. Onderdelen die zijn beschadigd door onjuiste vulling met brandstof/AdBlue® vallen niet on- der de garantie.
Pagina 233
Onderhoud Motor LET OP Risico van huidirritatie. Draag beschermende kleding en persoonlijke be- schermingsmiddelen tijdens het vullen met AdBlue®. Zorg voor voldoende ventilatie. Vermijd con- tact met huid of ogen. Houd containers geslo- ten totdat ze worden gebruikt. Gebruik uitslui- tend goedgekeurde uitrusting om de tank uit de containers te vullen.
Pagina 234
Onderhoud Motor OPMERKING Het display toont de waarschuwingsinformatie wanneer de AdBlue kwaliteit niet correct is. Na detectie van een onjuiste kwaliteit/detec- ● tie van het systeem, gaat het Adblue lampje na 60 minuten branden. Gedurende 60 mi- nuten is het motorvermogen normaal. 60 minuten na detectie knippert het Adblue ●...
Onderhoud Motor OPMERKING Op het display worden lampsymbolen gebruikt om de informatie weer te geven. AdBlue≤10%, het AdBlue lampje gaat bran- ● den. Het vermogen is normaal. 5%≤Adblue≤7,5%, het AdBlue lampje knip- ● pert en het LIM lampje gaat branden. Het vermogen is een lichte aansporing.
Onderhoud Motor Als er op het heftruckstatusdisplay een waar- schuwingsmelding voor een verstopt luchtfilter wordt weergegeven, zet dan onmiddellijk de motor af en vervang het luchtfilter. LET OP Risico van motorschade. Ga niet verder met werken met een verstopt filter. Een vuil filterelement vermindert de motor- prestaties.
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten en aftappen – Open de koelerdop (1) en controleer het peil en de kwaliteit van de koelvloeistof. Brandstofsysteem ontluchten en aftappen Ontluchten, na het tanken van een drooggelo- pen brandstofsysteem, gebeurt de volgende keer dat de motor wordt gestart. Automatisch continu ontluchten vindt plaats in het filter.
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten en aftappen Voorfilter op chassisframe aftappen: – Plaats een opvangbak onder de aftapplug (2). – Draai de aftapplug (2) open. – Druk op de handbediende brandstofpomp (4) en vang het brandstof/watermengsel op. – Draai de aftapplug (2) dicht. Brandstofvoorfilter op het chassisframe ont- luchten met behulp van handbediende brandstofpomp:...
Pagina 239
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten en aftappen – Herhaal de startprocedure na een wachttijd van ongeveer 1 minuut. – Wacht na drie startpogingen ongeveer drie minuten voordat u het opnieuw probeert. – Als de motor normaal start, trapt u het gas- pedaal een paar keer in. Het brandstofsysteem is volledig ontlucht.
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten en aftappen – Herhaal de startprocedure na een wachttijd van ongeveer 1 minuut. Wacht na drie start- pogingen ongeveer drie minuten voordat u het opnieuw probeert. – Draai de vuldop van de brandstoftank vast. – Laat de motor kort draaien bij hogere motortoerentallen.
Pagina 241
Onderhoud Brandstofsysteem ontluchten en aftappen – Plaats een geschikte opvangbak onder de afvoerslang (1). – Open de aftapplug (2) tot het water/brand- stofmengsel uit de aftapslang (1) stroomt. – Draai de aftapplug (2) dicht. – Voer het opgevangen water/brandstof- mengsel op milieuverantwoorde wijze af, bijvoorbeeld bij...
Onderhoud Transmissie Transmissie Transmissieoliepeil controleren LET OP Volg de aanwijzingen voor de omgang met vloeistof- fen en smeermiddelen op. Draag beschermende kleding en gebruik persoonlij- ke beschermingsmiddelen. OPMERKING Controleer de olie bij een werktemperatuur >40 °C en met draaiende motor. Controleer niet wanneer de motor koud is.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis, plaatwerk en bevestigingen Machine reinigen OPMERKING Hoe vaak de heftruck moet worden gereinigd, is afhankelijk van het gebruik. Bij gebruik met zeer agressieve media zoals zout water, kunstmest, chemicaliën, cement, etc., moet de heftruck grondig en vaker worden gereinigd. WAARSCHUWING Gevaar van beschadiging van de lagers Hete stoom of krachtige ontvettingsmiddelen moeten...
Pagina 244
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Hefkettingen reinigen en met spray smeren OPMERKING De hefkettingen moeten worden gereinigd wanneer het vuil op de ketting voorkomt dat het smeermiddel doordringt. – Plaats een opvangbak onder de mast. – Reinig de ketting met paraffine-derivaten zoals wasbenzine, draag beschermende kleding en volg de veiligheidsinstructies van de fabrikant op.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Veiligheidsgordel op toestand en goede werking controleren (spe- ciale uitrusting) OPMERKING Om veiligheidsredenen moeten de toestand en de goede werking van het veiligheidssys- teem regelmatig gecontroleerd worden (een- maal per maand). Onder extreme bedrijfsomstandigheden moet deze controle dagelijks worden uitgevoerd, voordat er met de heftruck wordt gewerkt.
Onderhoud Chassis, plaatwerk en bevestigingen Veiligheidsgordels moeten worden omgedaan voordat er met de heftruck wordt gewerkt. Na een ongeval moet de veiligheidsgordel worden vervangen. Bij aan de bestuurders- stoel gemonteerde veiligheidsgordels moeten na een ongeval tevens de bestuurdersstoel en de bevestiging van de bestuurdersstoel wor- den gecontroleerd door gekwalificeerd perso- neel.
Onderhoud Chassis Chassis Toestand van constructiedelen controleren orde zijn. De inspectie moet alle delen van LET OP de hoofdconstructies en de aansluitingen Verwondings- of letselgevaar. daarvan omvatten. Er moet speciale aan- Werk aan de machine op een vlakke ondergrond. dacht worden besteed aan lasnaden en na- Laat het vorkenbord zakken, schakel de motor uit en den tussen materiaal, met name daar waar schakel de parkeerrem in, wanneer u aan de machi-...
Onderhoud Chassis Banden op beschadiging en on- gewenst materiaal tussen de profielen controleren LET OP Een lage bandenspanning verkort de levensduur van de band en reduceert de stabiliteit van de heftruck. Gebruik de heftruck niet bij een lage bandenspan- ning. LET OP Levensgevaar door explosieve kracht.
Pagina 249
Onderhoud Chassis – Om de voorzijde van de machine op te krikken, plaatst u de krik onder de montage- plaat van de aandrijfas of het midden van de aandrijfas. – Om de achterzijde van de machine op te krikken, moet de krik onder de hoofdplaat van de stuuras of onder het midden van de stuuras worden geplaatst.
Onderhoud Bedieningselementen Bedieningselementen Parkeerrem op goede werking controleren – Rijd met de heftruck met maximale last op een helling van 15%. – Schakel de parkeerrem in. De heftruck mag niet bewegen. – Haal de heftruck van de parkeerrem . – Schakel de motor uit. De heftruck mag niet bewegen.
Onderhoud Bedieningselementen Stoelschakelaar OPMERKING Deze schakelaar voorkomt niet dat de heftruck kan worden gestart, ongeacht of de bestuur- der op de stoel zit of niet. De schakelaar wordt geactiveerd wanneer de bestuurder tijdens het rijden de stoel verlaat. Als dit gebeurt, wordt de transmissie ontkop- peld en komt de heftruck snel tot stilstand.
Onderhoud Elektrische installatie Elektrische installatie Batterij(en) controleren LET OP Batterij-elektrolyt is zeer bijtend. Voorkom elk contact met batterij-elektrolyt. Als elek- trolyt met kleding, huid of ogen in aanraking komt, spoel dan de betreffende plekken onmiddellijk af met water. In geval van contact met de ogen moet onmid- dellijk een arts worden opgezocht! Neutraliseer alle gemorste batterijzuur onmiddellijk! –...
Onderhoud Hydraulisch systeem Hydraulisch systeem Hydraulisch systeem: oliepeil controleren – Parkeer de heftruck op een vlakke onder- grond en laat de vorken tot op de grond zakken. – Controleer het kijkglas (1) aan de rechterzij- de van het chassis. Indien nodig olie bijvul- len.
Onderhoud Hydraulisch systeem Hydraulisch systeem: op lekkage controleren – Kantel de cabine. WAARSCHUWING – Open het radiateurdeksel. Verbrandingsgevaar. Let goed op hete delen van de motor en de uitlaat. – Controleer alle aansluitingen tussen de olie- Draag beschermende kleding en gebruik persoonlij- tank, pompen en regelkleppen op lekkage.
Onderhoud Lasthefsysteem Lasthefsysteem Scharnierpunten van mast en neigcilinders smeren Scharnierpennen van de mast smeren LET OP Gevaar van beschadiging van de machine. Neem met behulp van een geschikte krik beurtelings het gewicht van elke fuseepen, om ervoor te zorgen dat het vet optimaal binnendringt.
Onderhoud Lasthefsysteem Cilinderlagers van het vorken- bord smeren OPMERKING Zorg ervoor dat de vorkverstelling ver genoeg ingeschoven is om toegang tot de smeerpun- ten te krijgen. – Smeer de cilinderlagers (1) van het univer- sele vorkenbord. Twee punten voor elke ci- linder.
Onderhoud Lasthefsysteem Spanning van dubbele slangen controleren – De spanning van de dubbele slangen moet 5-10 mm per meter ten opzichte van de ori- ginele lengte bedragen. – Pas de spanning van de slangen aan door ze op de voorgeschreven maat in de klem- men te schuiven.
Pagina 258
Onderhoud Lasthefsysteem – Sproei de oppervlakken van de mastprofie- len, de riemschijven en de kettingen in met kettingspray. OPMERKING Heftrucks in de levensmiddelenindustrie moe- ten in plaats van met kettingspray worden ge- smeerd met een olie die is goedgekeurd voor de levensmiddelenindustrie.
Onderhoud Storingen verhelpen Storingen verhelpen Problemen met de motor oplossen Probleem Mogelijke oorzaken gevolgen en M-oplossingen De batterij is onvoldoende opgela- Laad de batterij op. den. De verbindingskabel naar de Zet de kabel op de terminal vast. startmotor zit los. Het aandrijfpignon draait niet of te De massa-aansluiting naar de...
Pagina 260
Onderhoud Storingen verhelpen Controleer of de batterijklemmen op de batterij en de connectoren op de regel- eenheden goed vastzitten en niet zijn De motor staat Er is een onderbreking in de ge- gecorrodeerd. in de noodloopmo- gevensstroom van de MCM-regel- Lees het storingsgeheugen van de re- dus.
Pagina 261
Onderhoud Storingen verhelpen De ventilator wordt niet correct in- Neem contact op met een bevoegde geschakeld. servicemonteur. De motorradiateur is vuil aan de binnenkant; de motorradiateur is Reinig de motorradiateur. erg vuil aan de buitenkant. Neem contact op met een bevoegde De thermostaat is defect.
Onderhoud Storingen verhelpen Storingzoekgids (hydraulisch systeem) Abnormaal geluid Aanzuigfilter verstopt. Vervang het filter. Aanzuigslangen lek, olie schuimt. Zet de leidingen vast. Vervang de aanzuigslangen. Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij. Verkeerde olieviscositeit, laag olie- Ververs de olie, let op de juiste vis- peil in de tank of de hydraulische cositeit, vul olie bij.
Pagina 264
Onderhoud Storingen verhelpen Hydrauliekolietempe- Oliepeil te laag of oliekoeler defect. Controleer het oliepeil en vul indien ratuur te hoog nodig olie bij. Reinig de koeler en controleer op lekkage. Neem in ge- val van een defect contact op met uw servicepartner. Pompdefect, kleppen lekken.
Onderhoud Machine buiten bedrijf stellen Machine buiten bedrijf stellen Maatregelen voordat de machine buiten gebruik wordt gesteld Wanneer de machine langer dan 2 maanden OPMERKING uit gebruik wordt genomen, moet deze wor- den geparkeerd in een goed geventileerde, Gebruik geen kunststoffolie, omdat dit de vor- vorstvrije, schone en droge ruimte, en moeten ming en verzameling van condenswater be- vordert.
Onderhoud Machine buiten bedrijf stellen mast een aantal keren naar voren en naar achteren. Als de mast met voorzetapparaat is gemonteerd, bedient u het voorzetapparaat meerdere keren. Machine weer in gebruik nemen – Reinig de machine grondig zoals beschre- OPMERKING ven in het hoofdstuk Onderhoud van deze handleiding.
Onderhoud Machine buiten bedrijf stellen Afvoeren van oude machines vuilde onderdelen alsmede voor banden Het afvoeren van oude machines is geregeld aanwezig zijn, inclusief brandbeveiligings- in de richtlijn 2000/53/EG van het Europese maatregelen. Bovendien moeten er ge- Parlement en de Europese Raad. schikte opslagtanks voor vloeistoffen zoals Wij...
Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 600 mm Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 600 mm Alle gegevens hebben betrekking op standaarduitrusting met standaardhefmast. Neem al deze gegevens altijd in acht. 1 Kenmerken Fabrikant Still RCD100/600 RCD120/600 ...
Pagina 272
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 600 mm 2 Gewicht RCD150 19253 RCD160 19721 RCD180 21591 RCD100 23150/3149 RCD120 26163/2290 RCD140 30496/2586 Asbelasting met last voor/achter RCD150 31500/2753 RCD160 32935/2786 RCD180 36144/3447 RCD100 8327/7971 RCD120 8375/8078 RCD140 9570/9511 Asbelasting zonder last voor/achter RCD150 9651/9602 RCD160...
Pagina 273
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 600 mm 3 Wielen, chassis RCD100, (mm) RCD120, RCD140, Spoorbreedte achter 1970 RCD150, RCD160, RCD180 RCD100, (mm) RCD120 RCD140, Rolstraal RCD150, RCD160, RCD180 4 Basisafmetingen Neiging van hefmast/vorkenbord, voorwaarts/achter- α/β (°) 15/10 waarts RCD100, (mm) 3404...
Pagina 274
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 600 mm 4 Basisafmetingen RCD140, RCD150, 2004 RCD160, RCD180 RCD100, (mm) RCD120 RCD140, 4.12 Hoogte koppeling RCD150, RCD160, RCD180 RCD100, (mm) 5984 RCD120 RCD140 6066 4.19 Totale lengte RCD150, 6316 RCD160 RCD180 6516 RCD100, (mm) 4584...
Aanhangerkoppeling, type/model ∅ (mm) Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm Alle gegevens hebben betrekking op standaarduitrusting met standaardhefmast. Neem al deze gegevens altijd in acht. 1 Kenmerken Fabrikant Still RCD100/1200 RCD120/1200 Typeaanduiding van fabrikant RCD140/1200 RCD150/1200 RCD160/1200 Aandrijving Diesel...
Pagina 278
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 1 Kenmerken RCD160 RCD100, c [mm] 1200 RCD120, Lastzwaartepunt RCD140, RCD150, RCD160 RCD100, x (mm) RCD120 Lastafstand RCD140, RCD150, RCD160 RCD100 y (mm) 3000 RCD120, 3250 Wielbasis RCD140 RCD150, 3500 RCD160 2 Gewicht RCD100 19273...
Pagina 279
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 3 Wielen, chassis RCD100, RCD120, Bandenmaat achter RCD140, 12.00 x 20 / 20 pr RCD150, RCD160 RCD100, RCD120, Wielen, aantal voor/achter (x = aange- RCD140, 4x / 2 dreven) RCD150, RCD160 RCD100,...
Pagina 280
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 4 Basisafmetingen RCD100, (mm) RCD120, Hoogte tot bovenzijde beschermdak (ca- RCD140, 3035 bine) RCD150, RCD160 RCD100, (mm) RCD120, Zithoogte/stahoogte RCD140, 2004 RCD150, RCD160 RCD100, (mm) RCD120, 4.12 Hoogte koppeling RCD140, RCD150, RCD160 RCD100 (mm)
Pagina 281
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 4 Basisafmetingen RCD140, RCD150, 720 / 2290 RCD160 RCD100, (mm) RCD120, 4.31 Bodemvrijheid onder hefmast, met last RCD140, RCD150, RCD160 RCD100, (mm) RCD120, 4.32 Bodemvrijheid midden wielbasis RCD140, RCD150, RCD160 RCD100 (mm) 6186 RCD120...
Pagina 282
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 5 Prestatiegegevens RCD120, RCD140, 0,40/0,42 RCD150 RCD160 0,37/0,42 RCD100 0,42/0,38 RCD120, Daalsnelheid met/zonder last RCD140, 0,45/0,40 RCD150, RCD160 RCD100 93,5 / 95,5 RCD120 92,9 / 95,2 Trekkracht met/zonder last RCD140 102,6 / 105,3 RCD150 102,4 / 105,4 RCD160...
Pagina 283
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 8 Overig Koppelomvormer Type tractieregeling Werkdruk voor voorzetapparatuur Oliestroom voor voorzetapparatuur l/min 5-130 Geluidsniveau bij het oor van de bestuurder dB (A) Aanhangerkoppeling, type/model ∅ (mm) 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04 273...
Pagina 284
Technische gegevens Overzicht van specificatiebladen - lastzwaartepunt van 1200 mm 274 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...
Pagina 285
Trefwoordenregister Op het gewicht van de bestuurder af- stellen......76 Aanbevolen te gebruiken middelen..209 Rugleuning verstellen.
Pagina 286
Trefwoordenregister Last neerzetten....Lastzwaartepuntsafstand en hefvermo- Hef- en neiginrichting bedienen gen......Bediening met afzonderlijke hendel.
Pagina 287
Trefwoordenregister Overzichtstekening van de heftruck..52 Te gebruiken middelen....Overzicht van specificatiebladen - last- Veiligheidsinformatie met betrekking tot zwaartepunt van 1200 mm..oliën.
Pagina 288
Trefwoordenregister Voorzetapparatuur bedienen Waarschuwingssysteem achteruitrijden. Bediening met afzonderlijke hendel. . . Waarschuwingstermen....Bediening met centrale hendel..141 Werking van de verwarming/airconditio- ning.
Pagina 290
STILL GmbH 1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04...