Bediening
– De displayeenheid toont vervolgens het
toerentellerscherm met het volgende: Mo-
tortoerental, brandstofniveau, Adblue®-ni-
veau (alleen voor MTU-motor), motortem-
peratuur, neutraalstand en parkeerremsta-
tus.
LET OP
Vergiftigingsgevaar!
Laat de motor niet in ongeventileerde omgevingen
draaien.
– Let tijdens het gebruik op de volgende sym-
bolen:
1 Parkeerremindicator
●
2 Indicator transmissiefout
●
3 Omgevingstemperatuur
●
4 Indicator voor Service vereist
●
5 Controlelampje schakelstand
●
6 Foutindicator hydraulisch systeem
●
7 Motorstoringsindicator (laag niveau)
●
8 Motorstoringsindicator (hoog niveau)
●
Indien de motor niet start:
– Zorg ervoor dat het voorverwarmingsproces
is voltooid. Afhankelijk van de machine,
de temperatuur en de hoogte kan het voor-
gloeien langer dan één minuut duren. Laat
na het voorgloeien de startmotor lopen tot
de motor met stationair toerental draait. Ac-
tiveer de startmotor niet langer dan 30 se-
conden.
OPMERKING
Er is een blokkering tegen herhaald starten
actief en de motor kan niet worden gestart.
– Laat het contact altijd ingeschakeld tot het
symbool dooft.
– Probeer vervolgens opnieuw te starten.
Wacht ten minste een minuut tussen de start-
pogingen, om de batterij te sparen. Als de
motor na de derde poging nog steeds niet is
1
4
7
1411 801 1528 NL - 08/2022 - 04
Standaarduitrusting
2
P
!
5
N
8
CHECK
ENGINE
4
3
0 °C
6
CHECK
!
ENGINE
d1411051
93