Schelprijgsteken
U kunt plooien de vorm van schelpen geven. Hiermee kunt u
randen, de voorkant van blouses of manchetten van dunne
stof verfraaien.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 197.
a
Teken lijnen met een gelijkmatige tussenruimte over de
diagonaal en vouw de stof langs de lijnen.
b
Selecteer
en verhoog de draadspanning.
c
Bevestig zigzagvoet "J".
d
Zorg dat de naald iets van de rand van de stof
neerkomt.
Vouw plooi voor plooi de stof langs de lijn en naai deze
vervolgens.
a
e
Wanneer u klaar bent met naaien, verwijdert u de stof.
Vouw de stof uit en strijk de schelpen naar één kant.
Schelpsteken
Het golfvormige patroon voor satijnsteken wordt het
"schelpsteekpatroon" genoemd. Met dit steekpatroon versiert
u randen van kragen van blouses en zakdoeken of geeft u een
zoom een vrolijke afwerking.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 197.
a
Selecteer
.
b
Bevestig de vernieuwde monogramvoet "N+".
c
d
Smocksteken
De decoratieve steek die men verkrijgt door over plooien
heen te stikken of borduren heet "smocksteek". Hiermee
verfraait u de voorkant van blouses of manchetten.
De smocksteek geeft de stof meer structuur en elasticiteit.
1 Naaldpositie
(waar de naald
neerkomt)
a
b
c
d
Stik langs de rand van de stof, niet op de rand.
Snijd de stof af langs de steken.
• Zorg dat u de steken niet doorsnijdt.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 197.
Selecteer de rechte steek, stel de steeklengte in op
4,0 mm (ca. 3/16 inch) en verlaag de draadspanning.
Bevestig zigzagvoet "J".
Maak parallelle steken met een tussenruimte van 1 cm
(ca. 3/8 inch) en trek aan de onderdraden om plooien
te maken.
Strijk de plooien.
Selecteer een steek.
NAAISTEKEN
3
81