NAAIEN
b
Selecteer de gewenste categorie.
c
Druk op de toets van de steek die u wilt naaien.
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 197.
• Meer bijzonderheden over toetsfuncties vindt u in
"Functies van de toetsen" op pagina 18.
• Selecteer, indien nodig, de gewenste steekbreedte of
steeklengte. (pagina 57)
Het symbool van de juiste persvoet wordt linksboven
in de display aangegeven.
d
Bevestig de juiste persvoet (pagina 45).
VOORZICHTIG
• Gebruik altijd de juiste persvoet. Als er geen
correcte persvoet wordt gebruikt, kan de naald
de persvoet raken en breken. Hierdoor kunt u
letsel oplopen.
Zie "STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina 197 voor adviezen over de juiste
persvoet.
e
Plaats de stof onder de persvoet. Houd de stof en de
uiteinden van de draden in uw linkerhand en draai het
handwiel tegen de klok in of druk op
(naaldstandtoets) om de naald in de gewenste
startpositie te zetten.
50
f
Zet de persvoet omlaag.
*
U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen.
g
Pas de naaisnelheid aan met de schuifknop voor
snelheidsregeling.
*
Met deze knop kunt u de naaisnelheid ook tijdens
het naaien aanpassen.
a
h
Druk op de "Start/Stop"-toets om te beginnen met
naaien.
*
Voer de stof lichtjes met de hand door.
Memo
• Wanneer u het voetpedaal gebruikt, kunt u niet
starten met naaien door op de "Start/Stop"-toets te
drukken.
i
Als u wilt stoppen met naaien, drukt u nogmaals op de
"Start/Stop"-toets.
j
Druk op
(draadafkniptoets) om de boven- en
onderdraad af te knippen.
De naald wordt automatisch weer omhoog gezet.
BELANGRIJK
• Druk niet meer op
nadat de draden zijn afgeknipt. Hierdoor kan
de draad verstrikt raken of de machine
beschadigd raken.
• Druk niet op
(draadafkniptoets) wanneer
er geen stof onder de naald ligt of wanneer de
naaimachine loopt. Hierdoor kan de draad
verstrikt raken en dit kan schade veroorzaken.
1 Langzaam
2 Snel
(draadafkniptoets)