BOVENDRAAD INRIJGEN
b
Rijg de machine voor de eerste naald in volgens de
procedure voor een enkele naald ("Bovendraad
inrijgen" op pagina 36).
c
Leid de draad door de draadgeleiders op de naaldstang
en rijg vervolgens de naald aan de linkerkant
handmatig in.
1 Draadgeleider op de naaldstang
BELANGRIJK
•
U kunt ("Automatisch draadinrijgen"-
toets) niet gebruiken. Rijg de tweelingnaald
handmatig in van voren naar achteren. Als u
hierbij
("Automatisch draadinrijgen"-
toets) gebruikt, kunt u de machine
beschadigen.
d
Zet de extra klospen omhoog. Zet de extra draadklos
zo op de extra klospen dat de draad aan de voorkant
afwikkelt. Duw de kloshouder zo ver mogelijk op de
klospen om de draadklos vast te zetten.
1 Kloshouder
2 Klospen
3 Garenklos
e
Houd de draad van de draadklos met beide handen
vast en plaats de draad in de draadgeleider.
*
Plaats de draad niet in de voorspanning voor spoelen.
1 Draadgeleider
40
a
a
c
a
f
Houd de draad van de draadklos vast en trek de draad
door de onderste inkeping in het draadgeleiderplaatje,
en vervolgens door de bovenste inkeping. Houd het
uiteinde van de draad vast met uw linkerhand en leid de
draad door de groef, volgens de pijlen in de illustratie.
g
Ga door met inrijgen; leid echter de draad niet door de
draadgeleider "6" op de naaldstang. Rijg de naald aan
de rechterkant in.
1 Draadgeleider op de naaldstang
h
Druk op
om alle toetsen en bedieningstoetsen te
ontgrendelen.
i
Selecteer een steekpatroon.
*
Zie "Standaardnaaiwerkzaamheden" op pagina 49
om een steekpatroon te selecteren.
*
Zie "STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 197
voor de juiste steek in combinatie met persvoet "J".
j
Druk op
om de tweelingnaaldstand te selecteren.
1
1 Scherm voor instelling enkele naald/tweelingnaaldstand
verschijnt.
VOORZICHTIG
• Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een
tweelingnaald gebruikt. Als u een
tweelingnaald gebruikt terwijl de machine in
de enkele naaldstand staat, kan de naald
breken en letsel veroorzaken.
a