PATROONONTWERPSCHERM
Functies van de toetsen
4
3
L
Display
Nr.
Naam
3
Vergroot het patroon.
Toets inzoomen
4
Laad de stof als achtergrond of
de afbeelding ter referentie bij het
Laadtoets
maken van het patroon. U kunt
het afbeeldingsbestand laden
vanuit de toepassing of vanaf een
USB-medium.
5
Laad en bewerk een lijntekening
en converteer deze naar
Lijnontwerptoets
borduurgegevens. U kunt een
lijntekening laden vanuit de
toepassing of vanaf een USB-
medium om een borduurontwerp
te maken.
6
Laad en bewerk een afbeelding
en converteer deze naar
Afbeeldingsontwerptoets
borduurgegevens. U kunt een
afbeelding laden vanuit de
toepassing of vanaf een USB-
medium om een borduurontwerp
te maken.
7
Teken lijnen en stel de kleur in. U
kunt het lijntype, steektype en de
lijnkleur naar wens instellen.
Druk op
Lijnfunctietoets
lijntype en steektype op te pikken
van een lijn in het patroon binnen
het patroonontwerpgebied. De
opgepikte kleur wordt getoond
als de momenteel geselecteerde
lijnkleur naast de toets en als de
geselecteerde kleur in het
lijneigenschappenscherm.
162
5 6
7
8
9
0
A
B
C
D
E
F
G
K J I H
Uitleg
om de kleur, het
Display
Nr.
Naam
8
Penseeltoets
9
Uitwis-toets
Pagina
0
164
Vormen-toets
A
169
Selectietoets
B
170
Kniptoets
C
Groottetoets
D
Rotatietoets
172
E
Kopietoets
F
163
Plaktoets
G
Volgende-toets
H
Toets-laden
I
Geheugentoets
J
Undo-toets
K
Delete-toets
L
Annuleer-toets
Uitleg
Schilder met een penseel en stel
de kleur in. U kunt het
penseeltype, vultype en de
penseelkleur naar eigen wens
instellen. De geschilderde lijnen
en gebieden worden omgezet in
het patroon dat moet worden
geborduurd met opvulsteken.
Druk op
om de kleur, het
lijntype en steektype op te pikken
van een regio in het patroon
binnen het
patroonontwerpgebied. De
opgepikte kleur wordt
weergegeven als de momenteel
geselecteerde gebiedskleur op
het kleurenbalkje en op het
scherm voor
gebiedseigenschappen.
Wis lijnen en vormen die u hebt
getekend. U kunt het formaat/de
vorm van de vlakgom selecteren.
Selecteer een vorm voor het
tekenen van patronen.
Selecteer een gedeelte van de
lijnen en vormen die u hebt
getekend om te verplaatsen,
kopiëren, verwijderen, vergroten/
verkleinen en draaien.
Knip het geselecteerde gedeelte
uit.
Wijzig de grootte van het
geselecteerde gedeelte.
Draai het geselecteerde gedeelte.
Kopieer het geselecteerde
gedeelte. Het tijdelijke
gepositioneerde gedeelte kan
onmiddellijk worden gedraaid,
vergroot, verkleind of verplaatst.
Plak het geselecteerde gedeelte dat
is gekopieerd met de kopietoets of
dat is geknipt met de kniptoets.
Ga door naar het
steekinstellingenscherm.
Roep met Mijn Design Center
gemaakte beeldgegevens op uit
het geheugen van de machine of
vanaf een USB-medium.
Sla het gemaakte patroon op in
het geheugen van de machine of
op een USB-medium.
Maak de laatste bewerking die u
hebt uitgevoerd ongedaan en keer
terug naar de vorige status. Telkens
wanneer u op deze toets drukt,
maakt u één bewerking ongedaan.
Wis alle lijnen en vormen en begin
opnieuw. De achtergrondafbeelding
wordt ook gewist.
Sluit Mijn Design Center af. Alle
lijnen en vormen worden gewist
wanneer u op deze toets drukt.
Pagina
164
166
165
166
—
174
—
—
—
—
—
—
—
—
—