Inhoudsopgave
Advertenties
BORDUURAANPASSINGEN
Draadspanning aanpassen
Bij het borduren moet u de draadspanning zo instellen dat de
bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant van de stof.
Het volgende scherm wordt weergegeven wanneer u op
drukt.
Memo
• Als u de standaardinstelling van de draadspanning
hebt gewijzigd, blijft de nieuwe instelling van kracht
wanneer u de machine uit- en inschakelt. Deze
nieuwe instelling is van toepassing op elk
geselecteerd ontwerp.
BORDUURAANPASSINGEN
Juiste draadspanning
Het patroon is zichtbaar aan de achterkant van de stof. Als
de draadspanning niet juist is ingesteld, wordt het patroon
niet mooi afgewerkt. De stof kan gaan trekken of de draad
kan breken.
Volg een van de onderstaande procedures om de
draadspanning aan te passen aan de situatie.
Opmerking
• Als de draadspanning heel los is ingesteld, is het
mogelijk dat de machine tijdens het borduren zelf
stopt. Dit betekent niet dat de borduurmachine niet
goed functioneert. Verhoog de draadspanning een
beetje en begin opnieuw met borduren.
Memo
• Als u de standaardinstelling van de draadspanning
hebt gewijzigd, blijft de nieuwe instelling van kracht
wanneer u de machine uit- en inschakelt. Deze
nieuwe instelling is van toepassing op elk
geselecteerd ontwerp.
Bovendraad is te strak
De spanning van de bovendraad is te strak waardoor de
onderdraad zichtbaar wordt aan de bovenkant van de stof.
Opmerking
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is de
bovendraad mogelijk te strak. Zie dan "Spoel
aanbrengen" op pagina 34 en rijg de onderdraad
opnieuw in.
Druk op
in
bovendraad lager te zetten. (De spanningswaarde wordt
lager.)
1 Voorkant
2 Achterkant
1 Voorkant
2 Achterkant
om de spanning van de
5
147
Advertenties
Inhoudsopgave
