Systeem met de DECT-Manager configureren.
Basis-Distinguished-Name
De parameter Basis-Distinguished-Name definieert het startpunt van de zoekactie in de
LDAP-mappenstructuur.
Dit startpunt moet op de LDAP-Server worden gedefinieerd en hier volgens de servercon-
figuratie worden ingevoerd voor de LDAP-client. Op deze manier wordt gedefinieerd, in
welk bereik van de hiërarchisch aangemaakte LDAP-databank moet worden gezocht. De
toegang kan voor het hele telefoonboek worden vrijgegeven (bijv. bedrijfstelefoonboek)
of worden beperkt tot een subtelefoonboek (bijv. het telefoonboek van een bepaalde
organisatie-eenheid).
Als startpunt geeft u de distinguished name (DN) van het startobject aan. Dit is een spe-
ciale LDAP-naam die een object inclusief zijn positie in een hiërarchisch telefoonboek ver-
tegenwoordigt. De DN wordt als volgt weergegeven:
u
De telefoonboekhiërarchie wordt van links naar rechts van het laagste tot het hoogste
niveau weergegeven, bijv. object, organisatie-eenheid, organisatie, domein.
u
Een hiërarchisch niveau heeft de volgende structuur: sleutelwoord=object, bijv.
cn=PhoneBook.
u
Hiërarchische niveaus worden gescheiden door een komma.
De volgende objecten worden vaak gebruikt als hiërarchische niveaus:
cn: common name
ou: organizational unit
o: organization
c: country
dc: domain component
Er kunnen echter ook andere objecten worden gebruikt. U heeft voor deze parameters
informatie nodig over de structuur van de LDAP-server.
(voor de betekenis van de objecten zie paragraaf
Speciale tekens
De volgende tekens in Basis-Distinguished-Name hebben een speciale betekenis:
= , + < > # ; \ "
= scheiding tussen attribuutnaam en waarde
, scheiding tussen paren en attribuutwaarden
Als u een van deze tekens als attribuutwaarde wilt gebruiken, moet u één van de vol-
gende methoden toepassen:
– een backslash vóór het teken plaatsen ( \ ); voorbeeld: \#
– Vervangen door \ gevolgd door twee hexadecimale tekens die voldoen aan UTF-8.
Voorbeeld: \2B voor het teken +
– Het volledige woord binnen dubbele aanhalingstekens ( " ) plaatsen, bijvoorbeeld:
"waarde". Alle tekens tussen aanhalingstekens worden gezien als "normale" tekens,
met uitzondering van \ en ". Voor deze tekens gebruikt u een van de andere metho-
den.
94
£
Attributen
pagina
95)