Let daarbij op het volgende:
– Het IP-adres moet zich binnen het adresbereik bevinden dat op de router/gateway
wordt gebruikt voor het lokale netwerk. Het geldige adresbereik wordt bepaald
door het IP-adres van de router/gateway en het subnetmasker (zie voorbeeld).
– Het IP-adres moet binnen het netwerk uniek zijn, d.w.z. het mag niet door een
ander toestel op de router/gateway worden gebruikt.
– Het vaste IP-adres mag geen deel uit maken van het adresbereik (IP-pool-bereik)
dat is gereserveerd voor de DHCP-server van de router/gateway.
Controleer indien nodig de instellingen op de router of vraag uw netwerkbeheerder.
Voorbeeld:
IP-adres van de router:
Subnetmasker in het netwerk
Adresbereik van de DHCP-server
Mogelijke IP-adressen voor de DECT-Manager 192.168.2.2 – 192.168.2.100
Subnetmasker
Het
Subnetmasker
bestaat.
255.255.255.0 betekent bijvoorbeeld, dat de eerste drie delen van een IP-adres voor
alle toestellen in het netwerk identiek moeten zijn, het laatste deel is voor elk toestel
specifiek. Bij het subnetmasker 255.255.0.0 zijn alleen de twee eerste delen gereser-
veerd voor de netwerkprefix. U moet het subnetmasker invoeren dat in uw netwerk
wordt gebruikt.
Standaardgateway
Voer het IP-adres van de standaard-gateway in waarover het lokale netwerk met het
internet is verbonden. Dit is meestal het lokale IP-adres van uw router, bijvoorbeeld
192.168.2.1. De DECT-Manager gebruikt deze informatie om toegang te krijgen tot het
internet.
Primaire DNS-server
Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
het mogelijk openbare IP-adressen toe te wijzen aan symbolische namen. De DNS-ser-
ver is nodig om bij het tot stand brengen van een verbinding naar een server de DNS-
naam om te zetten in het IP-adres.
U kunt hier het IP-adres van uw router/gateway invoeren. De router/gateway leidt
adresaanvragen van de DECT-Manager door naar zijn DNS-server.
Bij levering is geen DNS-server ingesteld.
Secundaire DNS-server
Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in die moet worden gebruikt als de pri-
maire DNS-server onbereikbaar is.
Apparaatnaam in netwerk
In dit veld wordt de productnaam van de DECT-Manager weergegeven. U kunt deze
naam wijzigen om het toestel in het netwerk te identificeren.
Systeem met de DECT-Manager configureren.
geeft aan uit hoeveel delen van een IP-adres de netwerkprefix
192.168.2.1
255.255.255.0
192.168.2.101 – 192.168.2.254
DNS
(Domain Name System) maakt
65