Systeem met de DECT-Manager configureren.
DECT-Manager aansluiten op het lokale netwerk (LAN / Router)
De functies voor de aansluiting op het
¢
Instellingen
In de meeste situaties zijn speciale instellingen voor de aansluiting van de DECT-Manager
op het lokale netwerk niet nodig. Bij levering is voor uw DECT-Manager het dynamisch
toewijzen van IP-adressen ingesteld (
Manager wordt "herkent", moet in het lokale netwerk een DHCP-server worden gebruikt
die de dynamische toewijzing van IP-adressen regelt.
Als de DHCP-server van het lokale netwerk niet geactiveerd kan/moet worden, dient u
een vast/statisch IP-adres aan de DECT-Manager toe te wijzen.
IP-adrestype
¤
Selecteer Automatisch toegewezen als uw toestel het IP-adres via een DHCP-server
ontvangt (standaardinstelling).
¤
Selecteer Statisch als uw toestel een vast IP-adres ontvangt.
Bij de instelling Automatisch toegewezen worden de overige instellingen automatisch
overgenomen. Deze instellingen worden weergegeven en kunnen niet meer worden
gewijzigd.
Als u als adrestype Statisch heeft geselecteerd, moet u de volgende instellingen invoe-
ren:
IP-adres
Voer een
IP-adres
andere deelnemers in uw lokale netwerk (bijvoorbeeld PC's) bereikbaar.
Het IP-adres bestaat uit vier velden met decimale tekens van 0-255 die door een punt
zijn gescheiden, bijvoorbeeld 192.168.2.1.
64
Netwerk en aansluitingen
voor uw DECT-Manager in. Via dit IP-adres is de DECT-Manager voor
LAN
vindt u op de webpagina:
¢
IP-configuratie
¢
IP-adres). Om ervoor te zorgen dat de DECT-