Advertenties
Systeem met de DECT-Manager configureren.
u
RTP-poort
Per VoIP-verbinding worden twee opeenvolgende RTP-poorten (elkaar opvolgende
poortnummers) gebruikt. Via de ene poort worden spraakgegevens en via de andere
besturingsgegevens ontvangen. Op basis van een vastgedefinieerde basispoort defi-
nieert het systeem overige poorten voor de lijnen van het basisstation (per DECT-
module 32 poorten). Standaardinstelling voor de basispoort: 5004.
Het poortbereik dat voor de DECT-module is berekend, wordt op pagina Eigen gege-
vens van het basisstation weergegeven (
Instellingen opslaan
¤
Klik op Opslaan om uw instellingen op deze pagina op te slaan.
Infodiensten
U kunt verschillende infodiensten configureren, die via de telefooncentrale, Gigaset.net
of een andere server ter beschikking worden gesteld. De infodiensten kunnen op de
handsets via het menu worden opgeroepen(
Bij het aanvragen van infodiensten wordt de SIP-ID van het VoIP-account alsmede de
DECT-ID van de handset verstuurd. Hierdoor kan de infodienst-server voor elke handset
individuele instellingen aanbieden.
¢
Instellingen
¤
Selecteer de server voor de infodiensten en voer de toegangsgegevens in de betref-
fende velden in.
Klik op Opslaan om uw instellingen op deze pagina op te slaan.
90
Infodiensten
£
pagina
69).
£
pagina
51).
Advertenties
