Providergegevens invoeren
Voor een VoIP-telefooncentrale of een provider waarvoor geen profiel aanwezig is, voert
u de gegevens hier handmatig in. De betreffende gegevens ontvangt u van de beheerder
van de telefooncentrale resp. uw VoIP-provider.
¤
Voer het IP-adres van de VoIP-telefooncentrale in het veld Proxy-server-adres in.
In sommige situaties kan het nodig zijn, dat u de volgende instellingen nog moet aanpas-
sen aan de instellingen van uw router:
– Als u bij uitgaande oproepen uw gesprekspartner niet kunt horen, moet u eventu-
eel omschakelen tussen de modus Outbound-Proxy-Server en STUN-gebruik. De
STUN-of outbound-server vervangt in de verstuurde datapakketten het privé-IP-
adres van uw DECT-Manager door zijn openbare IP-adres. Als u uw DECT-Manager
gebruikt achter een router met symmetrische NAT, kunt u STUN niet gebruiken.
– Als u voor inkomende oproepen tijdelijk niet bereikbaar bent, dient u eventueel de
waarde in NAT-verversing aan te passen:
Als op de router voor de DECT-Manager geen port-forwarding of DMZ is gedefini-
eerd, moet voor de bereikbaarheid van het toestel een vermelding in de routing-
tabel van de NAT (in de router) worden opgenomen. De DECT-Manager moet deze
vermelding in de routing-tabel in bepaalde intervallen (NAT-verversing) bevesti-
gen zodat de vermelding in de routing-tabel blijft bestaan.
Voor meer informatie zie hoofdstuk
Systeem met de DECT-Manager configureren.
£
Klantenservice
op
pagina
115.
75