Configuratie voicemail:
¤
Voer de Telefoonnummer of SIP-naam (URI) van de voicemail in en schakel vervol-
gens de voicemail in.
¤
Als deze instellingen voor alle geconfigureerde handsets moeten gelden, klikt u op
OK.
Instellingen voor de codecs
De spraakkwaliteit van uw VoIP-gesprekken wordt bepaald door de
gebruikt. Voor een betere kwaliteit moeten er meer gegevens worden verzonden. Afhan-
kelijk van de bandbreedte van de DSL-aansluiting kunnen er – met name bij meervoudige
VoIP-gesprekken – problemen met de gegevenshoeveelheid ontstaan, waardoor de
overdracht niet meer zonder problemen verloopt.
Aan beide zijden van de telefoonverbinding (beller-/verzenderszijde en ontvangerszijde)
moet dezelfde spraakcodec worden gebruikt. De spraakcodec wordt bepaald bij het tot
stand brengen van de verbinding tussen verzender en ontvanger. U kunt de spraakco-
decs selecteren die voor dit VoIP-account moeten worden gebruikt en de volgorde bepa-
len waarin de codecs bij het tot stand brengen van de VoIP-verbinding moeten worden
aangeboden.
¤
Selecteer de gewenste codecs en kies de volgorde waarin deze moeten worden
gebruikt.
De volgende spraakcodecs worden ondersteund:
G.722
Uitstekende spraakkwaliteit. De breedband spraakcodec G.722 gebruikt
dezelfde bitrate als G.711 (64 kbit/s per spraakverbinding), maar met een
hogere aftastfrequentie.
G.711 a law / G.711 μ law
Zeer goede spraakkwaliteit (vergelijkbaar met ISDN). De vereiste band-
breedte bedraagt 64 Kbit/s per spraakverbinding.
G.726
Goede spraakkwaliteit (minder dan bij G.711, maar beter dan bij G.729). Uw
toestel ondersteunt G.726 met een overdrachtssnelheid van 32 Kbit/s per
spraakverbinding.
G.729A Gemiddelde spraakkwaliteit. De vereiste bandbreedte is kleiner dan of gelijk
aan 8 Kbit/s per spraakverbinding.
Voor het gebruik van de codec G.729 heeft u een licentie nodig. Deze kunt u
op pagina Geavanceerde VoIP-instellingen inschakelen (
Systeem met de DECT-Manager configureren.
Codec
die wordt
£
pagina
86).
79