Inhoudsopgave
Advertenties
SafeSense® 3-scherm (hoofdscherm)
8
7
6
Afb. SafeSense® 3-scherm - bewaking AAN
7
6
5
Afb. SafeSense® 3-scherm - bewaking UIT
Als er geen bewaking is ingeschakeld, wordt het oranje vierkante symbool weergegeven in plaats van het groene activeringssym-
bool.
De indicator van Wetness Monitoring (Bewaking van vocht) wordt niet weergegeven wanneer deze bewaking niet is ingeschakeld.
De indicator van Wetness Monitoring (Bewaking van vocht) verandert afhankelijk van de mate van gedetecteerd vocht. Hoe zwarter
het druppelsymbool, hoe meer vocht er wordt gedetecteerd.
D9U001SFS-0107_02
1
2
1
2
1.
Activeringssymbool (geselecteerd type (of
typen) bewaking is (zijn) ingeschakeld)
2.
Indicator voor communicatie tussen hub en
technisch bedieningspaneel (zwarte pijlen - communi-
catie aanwezig, oranje kruis over zwarte pijlen - geen
communicatie)
3.
Indicator voor ontladen accu van hub
4.
Indicator van ingeschakelde Motion Monitoring
(Bewaking van beweging)
3
5.
Een periode waarin de afwezigheid van
bewegingen van de patiënt op het bed wordt getole-
reerd. Het aftellen tot de geselecteerde tijdsperiode (bijv.
4 uur) begint opnieuw vanaf het begin nadat de patiënt
4
zich op het matras heeft bewogen.
6.
Periode waarin de waarschuwingen voor Bed
Exit (Bed verlaten) niet worden geactiveerd, tenzij de
patiënt zich in bed bevindt (bijv. geen alarm gedurende
30 minuten)
7.
Indicator van ingeschakelde Bed Exit Monito-
5
ring (Bewaking verlaten van bed) (de aanwezigheid van
de patiënt op het matras wordt bewaakt)
8.
Indicator van Wetness Monitoring (Bewaking
van vocht is ingeschakeld)
1.
Symbool voor uitschakeling
2.
Indicator voor communicatie tussen hub en
technisch bedieningspaneel (zwarte pijlen - communi-
catie aanwezig, oranje kruis over zwarte pijlen - geen
communicatie)
3.
Indicator van ingeschakelde Decubitus/Move-
ment Notification (Decubitus-/bewegingsmelding)
4.
Periode waarna het verplegend personeel wordt
gewaarschuwd om de positie van de patiënt te controle-
ren
5.
Periode waarin de waarschuwingen voor Bed
Exit (Bed verlaten) niet worden geactiveerd, tenzij de
patiënt zich in bed bevindt (bijv. geen alarm gedurende
3
30 minuten)
6.
Indicator van ingeschakelde Bed Exit Monito-
ring (Bewaking verlaten van bed) (de aanwezigheid van
de patiënt op het matras wordt bewaakt)
7.
Indicator van Wetness Monitoring (Bewaking
van vocht) (bewaking is ingeschakeld - hoe zwarter
4
het druppelsymbool, hoe meer vocht er wordt gedetec-
teerd.)
85
Advertenties
Inhoudsopgave
