Bedieningsinstructies
10.3.2 Motorbescherming (thermische bewaking)
Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Intrusive
Als bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge temperaturen
van
de aandrijving zijn in de motorwikkeling PTC-weerstanden of thermoknopen
geïntegreerd. De motorbescherming wordt aangesproken zodra de maximaal
toelaatbare temperatuur van de wikkelingen is bereikt.
De aandrijving wordt gestopt en de volgende foutmeldingen worden
.
uitgegeven:
.
LED 3 (THERMAL FAULT) op de lokale bediening brandt.
.
Statusweergave
.
Statusweergave
Statusweergave
Voordat de aandrijving weer geactiveerd kan worden moet de motor afkoelen.
Vervolgens vindt, afhankelijk van de parameterinstelling, een automatische
reset van de foutmelding plaats of moet de foutmelding bevestigd worden.
.
Deze bevestiging kan worden uitgevoerd:
Met behulp van van de drukknop Reset in de keuzeschakelaarstand
.
LOCAL.
Met behulp van het reset-commando via de veldbus.
Meer informatie over dit thema vindt u in het „Handboek (gebruik en instelling)
AUMATIC AC 01.0/ACExC 01.1 Profibus DP".
met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1 Profibus DP
: bedrijfsmodus OFF/LOCAL =
S0
: bedrijfsmodus REMOTE =
S0/S6
S1
op de display toont:
FLT + NR
FAULT IND.
THERMAL FAULT
.
63