Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1 Profibus
DP
9.5.
Tussenstanden (optie) instellen
9.5.1 Richting CLOSED (zwart veld) instellen
9.5.2 Richting OPEN (wit veld) instellen
48
Aandrijvingen voorzien van DUO-wegschakelmechanismen beschikken over
twee tussenstandschakelaars. Per richting kan één tussenstand worden
ingesteld.
Afbeelding 30
zwart veld
1
Instelspindel stelrichting CLOSED
2
Wijzer stelrichting CLOSED
3
Punt tussenstand CLOSED ingesteld 6
1. Afsluiter in richting CLOSED naar de gewenste tussenstand bewegen.
Indien te ver werd gedraaid, de afsluiter weer terug draaien en opnieuw –
in de richting CLOSED – naar de gewenste tussenstand bewegen (de
tussenstand is altijd in dezelfde richting te benaderen zoals hierna tijdens
de elektrische besturingsmodus).
2. Instelspindel (1) (afbeelding 30) continu ingedrukt houden en met behulp
van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op
wijzer (2):
Bij te voelen en te horen ratelen springt de wijzer (2) steeds 90° verder.
3. Staat de wijzer (2) 90° voor punt (3): dan alleen nog langzaam verder draaien.
4. Springt de wijzer (2) naar het punt (3): niet meer draaien en de
instelspindel loslaten.
De tussenstand in de richting CLOSED is nu ingesteld.
5. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer):
de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure
herhalen.
1. Afsluiter, in de richting OPEN, naar de gewenste tussenstand bewegen.
Indien te ver werd gedraaid, de afsluiter weer terug draaien en opnieuw –
in de richting OPEN – naar de gewenste tussenstand bewegen (de
tussenstand is altijd in dezelfde richting te benaderen zoals hierna tijdens
de elektrische besturingsmodus).
2. Instelspindel (4) (afbeelding 30) continu ingedrukt houden en met behulp
van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op
wijzer (5).
Bij te voelen en te horen ratelen springt de wijzer (5) steeds 90° verder.
3. Staat de wijzer (5) 90° voor punt (6): dan alleen nog langzaam verder draaien.
4. Springt de wijzer (5) naar het punt (6): niet meer draaien en de
instelspindel loslaten.
De tussenstand in de richting OPEN is nu ingesteld.
5. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer):
de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure
herhalen.
Bedieningsinstructi
wit veld
4
Instelspindel stelrichting OPEN
5
Wijzer stelrichting OPEN
Punt tussenstand OPEN ingesteld