Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1 Profibus
DP
9.7.2 Wegschakelmechanisme controleren
9.7.3 Referentiebeweging uitvoeren
50
Bij aandrijvingen zonder schijfje mechanische standaanwijzing
Ò Beschermdop (1) en O-ring (2) resp. de beschermkap van de
beschermbuis (4) uitdraaien en de draairichting aan de holle as (3) resp.
spindel (5) observeren.
De draairichting is in orde als: de aandrijving in de richting CLOSED
beweegt en de holle as resp. spindel met de wijzers van de klok mee
draait.
Afbeelding 31
1
2
3
1
Beschermdop
2
O-ring
3
Holle as
1. Keuzeschakelaar in de stand lokale bediening (LOCAL) plaatsen.
0
2. Aandrijving via de drukknoppen OPEN – STOP – CLOSED bedienen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld als (standaard-signalering):
–
de gele signaallamp/LED1 in de eindstand CLOSED brandt
–
de groene signaallamp/LED5 in de eindstand OPEN brandt
Het wegschakelmechanisme is verkeerd ingesteld als:
–
de aandrijving vóór het bereiken van de eindstand blijft staan
–
één van de rode signaallampen/LEDs brandt (draaimomentfout), resp.
volgende foutmeldingen in de display verschijnen:
statusweergave S0:
statusweergave S1:
(OPEN)
3. Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme
opnieuw instellen (pagina 47).
Bij aandrijvingen voorzien van standmelders (RWG, potentiometer) moet na
het wijzigen van de instelling een referentiebeweging worden uitgevoerd.
.
De aandrijving elektrisch (met behulp van de drukknoppen OPEN en
CLOSE van de lokale bediening) éénmaal naar de eindstand OPEN en
.
éénmaal naar de eindstand CLOSED bewegen.
Indien na het wijzigen van het wegschakelmechanisme geen referentie-
beweging wordt uitgevoerd, is de standmelding via de bus niet juist. Via de
bus wordt dan de niet-uitgevoerde referentiebeweging als waarschuwing
gemeld.
4
5
6
4
Beschermkap beschermbuis
5
Spindel
6
Beschermbuis
FAULD IND.
TORQUE FAULT (CLOSE)
Bedieningsinstructi
of
TORQUE FAULT