G - SPECIAAL ONDERHOUD
G1 – VOEDINGSSYSTEEM BRANDSTOF
Deze ingrepen moeten in de volgende gevallen verricht worden:
• Als een component van het voedingssysteem wordt vervangen of afgetapt.
• Als de tank wordt afgetapt.
• Lege tank.
Alle contact met brandstof onder hoge druk is gevaarlijk voor diepgaande doordringing in de huid en brandwonden.
Brandstofstralen onder hoge druk kunnen brand veroorzaken.
Het niet naleven van de instructies voor controle en onderhoud kan aanleiding geven tot ernstige verwondingen.
Het niet naleven van deze instructie kan aanleiding geven tot ernstige schade aan de motor.
De hogedrukzijde van het brandstofsysteem mag enkel worden afgesteld en gerepareerd door erkende technici met
Controleren of er voldoende brandstof in de tank zit en dan de doorspoeling in de
hierna aangegeven volgorde verrichten:
DOORSPOELEN VAN DE BRANDSTOFFILTER
- De motorkap openen.
- Vul het reservoir.
- Open de kraan van de brandstoffilter 1.
- Draai de ontluchtingsdop los van brandstoffilter 2.
- Bedien handmatig de voedingspomp met de hendel 3.
- Schroef de dop vast wanneer er geen bubbels meer verschijnen.
- Open de ontluchtingsdop op de bovenkant van de injectiepomp 4.
- Bedien handmatig de voedingspomp met de hendel 3.
- Schroef de dop vast wanneer er geen bubbels meer verschijnen.
t
t
BELANGRIJK
Nooit tussenkomen in het hogedrukcircuit.
de geschikte opleiding.
DOORBLAZEN
3-28
2
1
4
3