B6 – HYDRAULISCHE OLIEPEIL
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de motor uitzetten en de mast volledig
naar achteren trekken en maximaal laten zakken, en deze naar rechts verplaatsen.
Een zorgvuldig schoongemaakte trechter gebruiken en de bovenkant van de oliebus voor het vullen schoonmaken.
- Zie peilstok 1.
- Het oliepeil is correct als het op het rode punt staat.
- Zo nodig olie toevoegen (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
- Til het toegangsluik chauffeursstoel op.
- Dop 2 verwijderen.
- Olie bijvullen via het vulgat 3.
- De dop weer op zijn plaats brengen.
- Visueel controleren of er geen lekkages zijn op de tank en de leidingen.
Ervoor zorgen dat het oliepeil altijd maximaal is want de koeling komt tot stand doordat
de olie door de tank gevoerd wordt.
B7 – FUSEEPEN ACHTERWIEL
De punten 2 en 3 (4 smeernippels) schoonmaken en dan smeren met een smeermiddel
(zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) en het overschot aan smeermiddel
verwijderen.
- Verwijder de carter 1 van de fuseepen.
- De motorkap openen.
- Smeer de drie punten 2 met vet.
- Smeer het vierde punt 3 met vet.
t
t
BELANGRIJK
CONTROLEREN
SMEREN
3-15
1
2
3
1
2
2
2
3