5 - SCHAKELAARS
OPMERKING: De plaats van de schakelaars kan verschillen al naar gelang de opties.
A - HANDREM
B - OPTIE WAARSCHUWINGSLICHTEN
Met deze schakelaar kan men de knipperlichten rechts en links tegelijkertijd aanzetten
zonder dat het contact wordt ingeschakeld. Het controlelampje geeft aan dat zij in
werking zijn.
C - DIFFERENTIEELBLOKKERING
Zolang de differentieelblokkering ingeschakeld is, dient u in een rechte lijn te rijden.
Met de differentieelblokkering kunnen de aandrijfwielen ongeacht de toestand van het
terrein aan dezelfde snelheid blijven draaien. Druk op de bovenkant van de schakelaar
om deze in te schakelen.
- Houd deze stand aan zolang de blokkering nodig is. Om het gebruik ervan te onderbreken, moet u enkel de schakelaar
loslaten die vervolgens automatisch naar zijn oorspronkelijke stand terugkeert.
D - STUURMODUS VOOR OF LATERAAL
De schakelaar heeft één enkele positie, selecteer de gewenste positie.
* STUURMODUS LATERAAL
- Houd de schakelaar in stand D1 tot de stuurmodus lateraal volledig is uitgevoerd en het controlelampje
en de sleutel van het onderhoud niet meer knippert. De bediener kan dan de schakelaar loslaten. De schakelaar keert
terug naar de beginstand
* STUURMODUS VOORAAN
- Houd de schakelaar in stand D1 tot de stuurmodus vooraan volledig is uitgevoerd en het controlelampje
en de sleutel van het onderhoud niet meer knippert. De bediener kan dan de schakelaar loslaten. De schakelaar keert
terug naar de beginstand
De wijziging van de stuurmodus kan slechts gebeuren als de rijrichtingomzetinrichting zich in de vrije stand bevindt en de stabilisatoren zijn ingeschoven.
Als de cyclus wijziging stuurmodus niet goed is uitgevoerd, wordt de werking van het stuursysteem inconsistent. Het controlelampje
We moeten dan terugkeren naar de oorspronkelijke stuurmodus en de procedure herhalen (de bewegingen van de wielen moet volledig uitgevoerd zijn).
E- OPTIE ZWAAILICHT
F - OPTIE WERKLICHT VOOR
G - OPTIE MISTLICHT (OPTIE WEGVERLICHTING)
H - NIET IN GEBRUIK
I - NIET IN GEBRUIK
t
t
BELANGRIJK
(ENKEL VOOR TMM 20 4W S1-E3 EN TMM 25 4W S1-E3)
t
BELANGRIJK
Om over te schakelen van de stuurmodus vooraan naar lateraal of vice versa,
de schakelaar D1 ingedrukt houden tot het controlelampje
en alle bewegingen van de voor- en achterwielen moeten beëindigd zijn.
t
BELANGRIJK
t
BELANGRIJK
t
uitgaat
t
t
2-28
D1
P
A
B
C
D
G
I
E
F
H
aangaat
aangaat
blijft knipperen.