LADING ZONDER PALLET
- Het schutbord (6) schuin naar voren toe zetten en voorzichtig naar voren gaan met
de heftruck (7) totdat de vork onder de lading kan worden geschoven (zo nodig
de lading stutten).
- De heftruck (7) verder naar voren laten gaan terwijl men het schutbord nu schuin
naar achteren toe zet (8) om de lading op de vork te kunnen plaatsen. De overlangse
en overdwarse stabiliteit van de lading controleren.
GEVAL MET EEN LADING
Het niet naleven van de hieronder beschreven instructies kan leiden tot een stabiliteitsverlies en het omkantelen van de heftruck.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
- De lengte van de hijsband of kettingen moet zo kort mogelijk zijn om het slingeren van de last te beperken.
- Hijs de last verticaal volgens de as, en nooit met een laterale of longitudinale trekcomponent.
- Controleer of de windsnelheid niet hoger dan 36 km/h (10 m/s) is.
LASTBEHANDELING ZONDER VERPLAATSING VAN DE HEFTRUCK
- Zowel op banden als op stabilisatoren:
• De dwarse stabiliteit moet lager zijn dan 1 %.
• De longitudinale stabiliteit moet lager zijn dan 5 %.
• De luchtbel van de waterpas moet op het niveau "0" worden gehandhaafd.
- Controleer of er zich niemand tussen de last en de heftruck bevindt.
RIJDEN MET EEN HIJSLAST
- Vooraleer te beginnen rijden moet u het terrein verkennen om te sterke hellingen, putten en bulten, en onvast terrein
te vermijden.
- De heftruck mag niet sneller rijden dan 0,4 m/s (1,5 km/h, dit is vier keer trager dan een voetganger).
- Tijdens het rijden en het stoppen zacht te werk gaan zonder horten en stoten om het schommelen van de last zoveel
mogelijk te beperken.
- Draag de last een paar centimeter van de bodem (maximaal 300 mm), met ingeschoven verlenger.
- De capaciteit volgens de lastplaat niet overschrijden.
- Als de belasting te sterk begint te te schommelen, stop dan de heftruck en zet de belasting op de grond.
- Bij het rijden moet u zich laten begeleiden door een persoon op de grond (deze moet zich steeds op meer dan 3 m
van de last bevinden). Deze zal met behulp van een stok of een koord het schommelen van de lading beperkt houden.
- U moet steeds een goed zicht op deze persoon aanhouden.
- De dwarse stabiliteit mag de 5 % niet overschrijden, de luchtbel van de waterpas mag de twee streepje van "MAX" niet
overschrijden.
- De longitudinale stabiliteit mag de 15 % niet overschrijden (bij lading naar achter), en 10 % (bij lading naar voren).
t
t
BELANGRIJK
1-14
6
8
7