Richtlijnen voor het snijden met de handtoorts
Sleep de toortskop licht over het werkstuk, zodat u een stabiele snede krijgt.
Soms kleeft de toorts licht op het werkstuk wanneer u met de
FineCut-slijtdelen snijdt.
De toorts over de snede trekken of slepen is gemakkelijker dan duwen.
Wanneer de vonken van het werkstuk omhoog spatten, hanteer de toorts dan langzamer
of stel de uitgangsstroom hoger in.
Zorg tijdens het snijden dat de vonken aan de onderkant van het werkstuk wegspatten.
Tijdens het snijden moeten de vonken iets achter de toorts aan komen (hoek van 15° – 30°
t.o.v. verticaal).
Houd de toortspunt loodrecht op het
werkstuk, zodat de kop van de toorts
een hoek van 90° maakt met het
snijoppervlak. Let op de snijboog
als de toorts snijdt.
Als u de toorts onnodig laat branden,
gaan de nozzle en elektrode minder
lang mee.
Om rechte lijnen te snijden gebruikt
u een rechte rand als geleider. Om
cirkels te snijden gebruikt u een
sjabloon of een radiusfreeshulpstuk
(een cirkelvormige snijgeleider). Voor
afgeschuinde sneden gebruikt u een
geleider voor schuin snijden. Zie
Accessoire-onderdelen op pagina 186.
Om problemen met de snijkwaliteit op te lossen, raadpleegt u Veel
voorkomende snijproblemen op pagina 148.
Powermax45 XP
Gebruikershandleiding
809245
Snijden met de handtoorts
90°
3
73