Storings-
Omschrijving
code
0-13-0
Wisselstroomvoeding
(AC) instabiel (het
systeem werkt door)
0-51-0
Start/inschakelingsigna
al aan bij het
inschakelen
Deze conditie geeft aan
dat de stroombron een
startsignaal ontvangt.
Dit wordt ook wel een
"vastzittende start"
genoemd.
0-60-0
Fasewegval bij de
wisselstroomingang
(AC)
0-60-1
Ingangsspanning van
de wisselstroom (AC)
te laag
0-60-2
Ingangsspanning van
de wisselstroom (AC)
te hoog
Powermax45 XP
Gebruikershandleiding
Led-gedrag
Knippert
AAN
(ON)
Knippert
afwisselend
Knippert
Knippert
Knippert
809245
Basisgids storingzoeken
Oplossingen
• Voer een koude herstart uit.
• Als dit van toepassing is, ontkoppelt u het
systeem van de generatorvoeding. Zie
Aandachtspunten bij de generator op
pagina 163.
• Als de storing hiermee niet wordt
opgelost, laat u de stroombron door een
elektricien corrigeren. Zie pagina 29.
• Handtoorts: De toortsinschakeling werd
in de stand "vuren" gehouden terwijl de
plasmastroombron werd ingeschakeld (I).
Laat de inschakeling los en start de
stroombron opnieuw op.
• Machinetoorts: De plasmastroombron
ontving een startsignaal tijdens het
inschakelen (I). Schakel het startsignaal
uit en start de stroombron opnieuw.
• Laat een elektricien alle ingangsfasen en
zekeringen/onderbrekers nagaan op
correcte spanning bij de stroombron en
bij het plasmasysteem.
• Als dit van toepassing is, ontkoppelt u het
systeem van de generatorvoeding. Zie
Aandachtspunten bij de generator op
pagina 163.
• De fasespanning op de ingang is te laag
(meer dan 10% onder de nominale
spanning bij 1-fase-modellen of 15%
onder de nominale spanning voor
3-fase-modellen). Laat een elektricien de
leiding controleren en verhoog de
spanning. Zie pagina 23 en pagina 30.
• Als dit van toepassing is, ontkoppelt u het
systeem van de generatorvoeding. Zie
Aandachtspunten bij de generator op
pagina 163.
• De fasespanning op de ingang is te hoog
(meer dan 10% boven de nominale
spanning bij 1-fase-modellen of 20%
boven de nominale spanning voor
3-fase-modellen). Laat een elektricien de
leiding controleren en verlaag de
spanning. Zie pagina 23 en pagina 30.
• Als dit van toepassing is, ontkoppelt u het
systeem van de generatorvoeding. Zie
Aandachtspunten bij de generator op
pagina 163.
10
159