7.4
Procedure voor inbedrijfstelling
7611430 - v02 - 14122015
Toelichting
Vul eventueel water bij.
2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op lekdichtheid.
3. Controleer of het verwarmingscircuit goed is ontlucht.
4. Controleer of de filters niet verstopt zijn. Reinig deze zo nodig.
5. Controleer de openingen van de kleppen en thermostatische radia
torkranen.
6. Controleer of alle instellingen en veiligheidsvoorzieningen goed wer
ken.
7.3.2 Watercircuits
1. Controleer visueel of alle aansluitingen van het sanitair-warmwater
circuit waterdicht zijn.
2. Controleer visueel of alle aansluitingen van het verwarmingswater
circuit waterdicht zijn.
7.3.3 Controle van elektrische aansluitingen
1. Controleer de netvoeding van de buitenunit.
2. Controleer de netvoeding van de hydraulische module.
3. Controleer de netvoedingsaansluiting van de ketel.
4. Controleer de verbinding tussen de hydraulische module en de ke
tel.
5. Controleer de aansluiting van de communicatiekabel tussen de bin
nenmodule en de buitenunit.
6. Controleer de plaatsing en de aansluiting van de sensoren.
7. Controleer de aansluiting van de circulatiepomp(en).
8. Controleer of de aanbevolen stroomonderbreker (curve C) is geïn
stalleerd.
9. Draai de schroeven van de klemmenstroken beter vast.
10. Controleer de aansluiting van de vloerverwarmingsthermostaat (in
dien gebruikt).
7.4.1 Hydraulische module In bedrijf stellen
Toelichting
Zodra de hydraulische module op de ketel is aangesloten, kunt u
het volledige systeem regelen via het bedieningspaneel van de
ketel.
1. Stel warmwatertemperatuur voor het sanitair in.
2. Stel de thermostatische mengkraan in op maximaal 65 °C.
Toelichting
De thermostatische mengkraan wordt niet bijgeleverd.
Zie
Handleiding van de thermostatische mengkraan.
3. Controleer de veiligheidsorganen (veiligheidsklep of -groep) aan de
hand van de met deze onderdelen meegeleverde handleidingen.
Waarschuwing
Let op dat u de afvoerbuis van de veiligheidsklep of -groep niet
blokkeert.
4. Stel de waarde van de parameter CONF (CN1 en CN2) in op basis
van het vermogen van de buitenunit.
7 Inbedrijfstelling
93