Samenvatting van Inhoud voor De Dietrich Alezio G hybrid Series
Pagina 1
België Installatie- en servicehandleiding Hybride warmtepomp Alezio G hybrid AWHP 4MR–EMC 24/28 MI HYBRIDE AWHP 4MR–EMC 34/39 MI HYBRIDE AWHP 6MR–EMC 24/28 MI HYBRIDE AWHP 6MR–EMC 34/39 MI HYBRIDE AWHP 8MR–EMC 24/28 MI HYBRIDE AWHP 8MR–EMC 34/39 MI HYBRIDE D u u r z a a m C o m f o r t...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden. On ze Service en After Sales organisatie kan hierbij helpen.
1 Veiligheid 1 Veiligheid 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, ge voelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te ge...
1 Veiligheid Waarschuwing Raak de koelleidingen niet met blote handen aan wanneer de warmtepomp werkt. Gevaar voor verbran dings- of bevriezingswonden. Waarschuwing Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de warmtepompinstellingen kan de temperatuur van de radiatoren hoger dan 60°C worden. Waarschuwing Om het gevaar voor brandwonden door kokend water te beperken moet verplicht een thermostatische...
1 Veiligheid Opgelet Dit warmtepomp moet worden aangesloten op de aardleiding. De aarding dient te voldoen aan de geldende instal latievoorschriften. Leg eerst het apparaat aan de aarde voordat elektri sche aansluitingen worden aangebracht. Type en amperage van zekeringen: zie het hoofdstuk 'Aanbevolen kabeldoorsnede' in de installatie- en ser...
Pagina 10
1 Veiligheid Toelichting Verwijder de bemanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de bemanteling weer te rug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden. Waarschuwing De installatie en het onderhoud van de hybride warm tepomp (warmtepomp en ketel) moeten door een er kend installateur worden uitgevoerd volgens de plaat...
Pagina 11
1 Veiligheid Waarschuwing Zorg voor aarding. Installeer de hybride warmtepomp op een stevige, stabiele structuur die het gewicht ervan kan dragen. Installeer de hybride warmtepomp niet op een loca tie met zeer zilte lucht. Installeer de hybride warmtepomp niet op een loca tie die blootgesteld is aan stoomdamp en verbran...
1 Veiligheid 1.3 Bijzondere veiligheidsinstructies Waarschuwing Koelvloeistof en leidingen: Gebruik uitsluitend R410A koelvloeistof voor het vul len van de installatie. Gebruik gereedschap en leidingonderdelen die spe ciaal ontworpen zijn voor een gebruik met R410A koelvloeistof. Gebruik leidingen van zuurstofarm fosforkoper voor het transport van de koelvloeistof.
Pagina 13
1 Veiligheid Tab.2 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Eerste hulp maatregelen Bij inademing: De persoon uit de besmette zone halen en naar buiten brengen. Indien onwel: raadpleeg een arts. Bij contact met de huid: Bevriezingen op dezelfde wijze als brandwonden behandelen Met over vloedig lauw water afspoelen, kleding niet uittrekken (deze kan aan de huid blijven kleven).
1 Veiligheid Instructies voor verwij Toelichting dering Verwijdering moet plaatsvinden volgens de plaatselijk en landelijk geldende regels. Productafval: raadpleeg de fabrikant of de leverancier voor informatie over het terugwinnen of recycleren. Vuile verpakkingen: hergebruik of recycling na ontsmetting. In een goedge keurde installatie vernietigen.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Algemeen Deze handleiding is bedoeld voor de installateur van een hybride Alezio G hybrid warmtepomp. Aanvullende documentatie Deze instructies bevatten informatie over de binnenmodule voor de hybri de warmtepomp (hydraulisch module + ketel) en enige informatie over de buitenunit.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG Generieke norm: EN 60335–1 Relevante norm: EN 60335-2-40 EMC-richtlijn 2004/108/EG Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014 Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG, artikel 3, lid 3 Dit product voldoet aan de eisen van Europese richtlijn 2009/125/EG inza...
Fabricant: Marchantstraat 55 Hersteller: NL 7332 AZ Apeldoorn Op de markt gebracht door: De Dietrich Thermique Commercialisé par: 57, rue de la Gare Vertreiber: F-67580 Mertzwiller Met deze verklaren we dat de reeks toestellen zoals hierna vermeld, in overeenstemming zijn met het type model beschreven in de EG-verklaring van overeenstemming, geproduceerd en verdeeld worden volgens de eisen van het Koninklijk Besluit van 17 juli 2009.
3 Technische specificaties Functie sanitair warm water (alleen bij combiketels) Afdichting van het verwarmingscircuit Afdichting van het koelcircuit Afdichting, waterzijde Afdichting, gaszijde Parameterinstelling. Technische gegevens 3.2.1 Technische gegevens van de ketel Tab.5 Algemeen Alezio G hybrid 24/28 MI 34/39 MI Nominaal vermogen (Pn) min-max 5,5 - 23,8...
3 Technische specificaties Alezio G hybrid 24/28 MI 34/39 MI Werkdruk (Pmw) Specifiek debiet warm water ΔT = 30°C l/min 14,0 18,9 Minimale flow l/min Score sterren (1) Minimale hoeveelheid water dat uit de kraan komt om de ketel in bedrijf te laten komen. Tab.9 Gegevens elektrisch Alezio G hybrid...
3 Technische specificaties 3.2.5 Eigenschappen van de sensoren Tab.19 Buitentemperatuursensor Temperatuur (°C) Weerstand in Ohm 2392 2088 1811 1562 1342 1149 Tab.20 Sanitair-warmwatersensor, debietsensor Temperatuur (°C) Weerstand in Ohm 32014 19691 12474 10000 8080 5372 3661 2535 1794 1290 3.2.6 Circulatiepomp van hydraulische module Toelichting De benchmark voor de meest efficiënte circulatiepompen is EEI ≤...
3 Technische specificaties 3.4.2 Elektrisch schema van de hydraulische module Afb.8 Elektrisch schema van de hydraulische module (7625275/01) MW-2000168-3 230 V voeding voor de binnenmodule van de hybride warmtepomp (hydraulische module + ketel) L-Bus CAN : optionele printkaart SBC-04 voor regelen van tweede circuit L-Bus CAN : printkaart van bedieningspaneel Sensoren...
Pagina 29
3 Technische specificaties 230 V voeding voor circulatiepomp van hydraulische module en printkaart van buitenunit 7611430 - v02 - 14122015...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De hybride warmtepomp bestaat uit: een binnenmodule voor de productie van verwarmingscircuitwater a reversible buitenunit voor de productie van energie in verwarmingsmo de en in koelingmodus. De binnenmodule bestaat uit: een hydraulische module, waarin de functies voor de binnenmodule van de warmtepomp zijn samengebracht een aan de muur bevestigde condenstiegasketel, die aan de voorzijde...
4 Beschrijving van het product Tab.21 Richttemperatuur voor sanitair warm water beheren Parameter Beschrijving HP097 Sanitair warmwatertemperatuur 4.2.4 Werking in de zwembadmodus Toelichting De optionele printkaart SCB-04 is vereist voor het regelen van de temperatuur van een zwembad. Voor het verwarmen van het zwembad hebt u bovendien een zwembad thermostaat nodig.
Pagina 33
4 Beschrijving van het product Beschrijving van de werking met hydraulische bijverwarming Afb.12 Schema van de werking met hydraulische bijverwarming +2°C -2°C MW-2000122-01 Richttemperatuur Hydraulische bijverwarming Gemeten temperatuur 0 = hydraulische bijverwarming Uit Warmtepompcompressor 1 = hydraulische bijverwarming Aan 0 = compressor Uit t1 Vertraging bij opstart bijverwarming 1 = compressor Aan t2 Vertraging bij uitschakelen bijverwarming...
4 Beschrijving van het product Werking van de bijverwarming tijdens een storing van de bui tenunit Als er een storing optreedt op de buitenunit wanneer het systeem een ver warmingsopdracht aan het uitvoeren is, start de bijverwarming van de ke tel onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te garanderen.
4 Beschrijving van het product Afb.13 Drempelprestatiecoëfficiënt bereikt 1 Alleen hydraulische bijverwarming voor een buitentemperatuur hoger 2 Warmtepomp met hydraulische bijverwarming, indien nodig. dan HP051 A Buitentemperatuur waaronder warmtepomp uitschakelt. De bijver warming neemt het over. Buitentemperatuur Drempelwaarde prestatiecoëfficiënt: Optimalisering van het primaire energieverbruik: C = 2.58 Optimalisering aan de hand van de energiekosten: C wordt be...
4 Beschrijving van het product Door het inschakelen van deze parameter (instelling anders dan NO) wordt de weergave van de vloerdrogenfunctie permanent geforceerd en worden alle andere functies van de regelaar uitgeschakeld. Wanneer de vloerdrogenfunctie in werking is in een circuit, worden alle an dere circuits (behalve het sanitair warmwatercircuit) stilgelegd.
4 Beschrijving van het product dus geeft tijdelijk voorrang aan de stille modus en niet aan de tempera tuurregeling. De stille modus wordt geregeld door de volgende parameters: Tab.26 Regelparameters van de stille modus Parameter Beschrijving HP058 Inschakeling van de stille modus HP094 Starttijd van de stille modus HP095...
4 Beschrijving van het product 4.3.2 Voornaamste componenten van de hydraulische module Afb.20 Voornaamste componenten van de 1 Automatische ontluchter hydraulische module 2 Open verdeler 3 Elektronische waterdrukschakelaar 4 Retour van ketelbijverwarming 5 Uitlaat voor sanitair warm water (afkomstig van ketel) 6 Gasinlaat (naar ketel) 7 Stromingsmeter 8 EHC-02 Printkaart voor regelen van hybride systeem van warmte...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het bedieningspaneel 4.4.1 Beschrijving van de toetsen Afb.22 Toetsen op het bedieningspaneel 1 ESC ( ) of -toets 2 Verwarmingstemperaturen -toets aanpassingstoets of VALIDATION ( )-toets MW-5000392-1 4.4.2 Omschrijving van het display Functies van de toetsen Afb.23 Functietoetsen Terug naar vorig niveau zonder de uitgevoerde wijzigingen op te slaan...
4 Beschrijving van het product Werkingsmodi Afb.26 Werkingsmodi Constant weergegeven symbool: verwarmingsfunctie ingeschakeld Knipperend symbool: verwarmingsgenerator in werking Constant weergegeven symbool: sanitair warmwaterfunctie inge schakeld Knipperend symbool: sanitair warmwaterbereiding in werking Verwarmingsfunctie of koelfunctie uitgeschakeld MW-5000394-1 Waterdruk in het systeem Afb.27 Waterdruk Constant weergegeven symbool: verschijnt wanneer de waarde van de waterdruk van het systeem is weergegeven...
4 Beschrijving van het product Temperatuursensors Afb.30 Temperatuursensors Kamertemperatuursensor aangesloten Symbool brandt ononderbroken: WINTER-modus (buitentempera tuursensor aangesloten) Symbool knippert: ZOMER-modus (buitentemperatuursensor aan gesloten) MW-5000014-2 Overige informatie Afb.31 Overige informatie Gedwongen opstart: gedwongen werking in de verwarmingsmodus Toegang tot de verschillende aangesloten printkaarten Naam van de printkaart waarvan de parameters zijn weergegeven Driewegklep aangesloten Pomp draait...
Pagina 43
4 Beschrijving van het product Beschrijving Collo nr. SBC-04 Printkaart voor regelen van een tweede circuit EH 527 Koelset EH 566 Geluidsisolatieset EH 572 Aansluitset voor directe vloerverwarming HA 255 Niet-programmeerbare kamerthermostaat AD 140 Programmeerbare bedrade kamerthermostaat AD 137 Programmeerbare draadloze kamerthermostaat AD 200 Tab.29 Opties en accessoires voor de warmtepomp Beschrijving...
< 1 °f 7 - 15 Totale hardheid van het water °dH 4 - 8,5 mmol/liter 0,7 - 1,5 Toelichting Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt De Dietrich de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife Fernox Permo Sentinel 7611430 - v02 - 14122015...
5 Voor de installatie 5.2.2 Bijzondere voorzorgen voor het aansluiten van het verwar mingscircuit Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in acht te nemen. Opgelet De hydraulische installatie moet onder alle omstandigheden in staat zijn om een minimaal debiet te verzekeren: Als er radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het verwar...
5 Voor de installatie Installeer de buitenunit van de warmtepomp op een stevige, stabiele on dergrond. Opgelet Installeer de binnenmodule (hydraulische module + ketel) op een locatie waar deze niet kan bevriezen. Keuze van de opstelplaats Houd bij uw keuze van de ideale opstelplaats rekening met de benodig de ruimte voor de warmtepomp en de wettelijke voorschriften.
5 Voor de installatie Typeplaat op de buitenunit Afb.34 Typeplaat op de buitenunit MW-6000694-1 5.4.2 Toegankelijkheid Zorg voor voldoende ruimte rond de warmtepomp voor goede bereikbaar heid en vereenvoudiging van het onderhoud. 5.4.3 Benodigde opstelruimte voor de binnenmodule Afb.35 Binnenmodule Volg de instructies en ga na of de aanbevolen opstelruimte beschikbaar is als u de juiste locatie voor de binnenmodule bepaalt (hydraulische module + ketel).
5 Voor de installatie 5.4.4 Ventilatie Afb.36 Ruimte voor ventilatie (1) Afstand tussen de voorkant van de ketel en de binnenwand van de behuizing. Als de hybride warmtepomp in een gesloten behuizing is geïnstalleerd, moet u zich houden aan de aangegeven afmetingen. Zorg tevens voor ≥...
Pagina 49
5 Voor de installatie Afb.38 Opstelplaats van de buitenunit Waarschuwing Geen enkel obstakel mag de vrije luchtcirculatie rond de buiten unit hinderen (aanzuiging en uitmonding) Plaats de buitenunit niet in de buurt van slaapkamers. Plaats de unit niet tegenover een wand met beglazing Vermijd plaatsing in de buurt van een terras, enz.
Pagina 50
5 Voor de installatie Afb.40 Opstelafstanden 1000 Tab.31 Minimale afmetingen in mm AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 – AWHP 8 MR-2 1000 Installatie in koude en besneeuwde gebieden Wind en sneeuw kunnen aanzienlijk afbreuk doen aan de prestaties van de warmtepomp.
5 Voor de installatie Opgelet Neem, wanneer de buitentemperatuur onder nul komt, de nodi ge voorzorgsmaatregelen om bevriezing in de afvoerleidingen te voorkomen. Vermijd dat condenswater bevriest in op plekken waar doorstro ming noodzakelijk is. Met een elektrische verwarmingslint kan bevriezing van het con densaat worden voorkomen: zie brochure EH113.
5 Voor de installatie Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.). Dicht bij een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster, enz.). Afb.42 Afgeraden locaties voor de buitensensor MW-3000014-2 Uitpakken en eerste voorbereidingen Opgelet Zorg voor 2 personen. Hanteer het apparaat met handschoenen. Afb.43 Hydraulische module uitpakken 1.
Pagina 53
5 Voor de installatie Afb.44 Montagesjabloon uitsnijden 4. Gebruik een schaar en knip het gedeelte van de verpakking met de boorsjabloon zorgvuldig uit. 5. Gooi de rest van de verpakking weg nadat de sjabloon is uitgesne den. MW-2000129-1 Afb.45 Ketel uitpakken 6.
5 Voor de installatie Aansluitschema's 5.6.1 Hydraulisch schema Afb.46 Aansluiting op een circuit (radiator, vloerverwarming of convectieventilator) MW-2000211-2 Manometer Driewegklep Veiligheidsklep Laadpomp voor sanitair warm water Terugslagklep Sanitair koud water Open verdeler Sanitair warmwater Circuit B: Verwarming met lage temperatuur mengkraan 7611430 - v02 - 14122015...
6 Installatie Installatie Algemeen Opgelet De installatie van de warmtepomp moet door een erkende vak man worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en natio nale voorschriften. Buitensensor installeren Afb.47 Buitensensor monteren 1. Plaats de twee pluggen (diam. 4 mm) die bij de sensor zijn meegele verd.
6 Installatie Montage 6.4.1 Hydraulische module ophangen Toelichting U vindt de montagerail, schroeven en betonankers voor het op hangen van de hydraulische module in de verpakking van de aan sluitset. Afb.49 Montagerail bevestigen 1. Houd de montagesjabloon tegen de muur op de gewenste plaats en stel hem waterpas af.
6 Installatie Afb.51 Hydraulische module monteren 5. Hang de hydraulische module aan de montagerail. 6. Bevestig de hydraulische module tegen de muur met een steeksleu tel van 10 mm en de bijgeleverde sluitringen. 7. Monteer voor een installatie met een tweede circuit de 3-wegklepset voor het tweede circuit.
Pagina 58
6 Installatie Afb.53 Montageframe bevestigen 2. Klap het montageframe naar boven uit. Verwijder de zak met pak kingen die aan het montageframe is bevestigd. Lijn het paneel uit op de montagegaten voor de hydraulische module en schroef vervol gens het bovenste gedeelte van het montageframe vast met 2 schroeven M6 en 2 sluitringen.
6 Installatie 6.4.3 Leidingen aansluiten Toelichting De aansluitleidingen en -pakkingen vindt u in de verpakking van de aansluitset. Toelichting Monteer een afdichtpakking aan het einde van elke leiding. Draai de aansluitmoeren vast met een extra sleutel voordat u de installatie met water vult. 1.
6 Installatie Afb.56 Afsluiters 6. Controleer of het verwarmingscircuit en de retourafsluiters gesloten zijn. Controleer ook of de inlaatafsluiter voor sanitair water (onder de terugstroombeveiliging) en de terugstroombeveiliging gesloten zijn. CLOSED MW-2000353-1 Afb.57 Ontluchter 7. Draai de automatische ontluchter van de hydraulische module los. De ontluchter, die zich op het bovenste gedeelte van de hydrauli...
6 Installatie Afb.58 Aansluiten gasleiding 2. Sluit de gastoevoerleiding aan op de gasinlaataansluiting van de hy draulische module en breng de geleverde pakking aan. Toelichting Gebruik bij het aandraaien van de moeren een extra sleutel om te voorkomen dat de buizen binnenin vervormen, en zorg dat de on derdelen niet onder spanning komen te staan.
6 Installatie 6.6.2 Verwarmingscircuit aansluiten Afb.60 De stoppen verwijderen 1. Verwijder de stoppen die het verwarmingscircuit beschermen en gooi ze weg. MW-6000703-2 Afb.61 Aansluiting voor verwarmingswater 2. Sluit de leiding voor ingaand verwarmingswater aan op de aanslui ting voor de verwarmingsretourleiding en breng een pakking aan in de moer.
6 Installatie 6.6.3 Tweede circuit aansluiten Toelichting Voor een installatie met twee verwarmingscircuits: sluit het circuit dat de hoogste temperatuur vereist, aan op circuit A en het circuit dat de laagste temperatuur vereist, op circuit B. Toelichting Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het tweede verwarmingscircuit.
6 Installatie Hydraulische module en verwarmingscircuit vullen Afb.64 Installatie vullen met water 1. Open de inlaat voor sanitair koud water. MW-2000355-1 Afb.65 Ontkoppelaarkraan openen 2. Open de ontkoppelaarkraan om de hydraulische module en de ver warmingsinstallatie te vullen. Tijdens het vullen met water moet de lucht ontsnappen via de automatische ontluchter.
6 Installatie 4. Doe de kraan dicht aan de voorzijde van de terugstroombeveiliging. Toelichting Controleer visueel of er geen lekken in het systeem zijn. De op de manometer aangegeven druk mag niet dalen. Controleer of de aansluitingen in de hydraulische module zijn af gedicht en of deze niet zijn losgetrild tijdens het transport.
Pagina 66
6 Installatie Afb.68 Pakkingen plaatsen 3. Plaats een pakking in elke moer van de hydraulische module. Toelichting U vindt de pakkingen in een zak die aan het montageframe van de ketel is bevestigd. MW-2000360-1 Afb.69 Ketel ophangen 4. Bevestig de ketel aan het montageframe. MW-2000137-2 7611430 - v02 - 14122015...
6 Installatie Afb.70 De ketel aansluiten op de hydrauli 5. Draai de moeren voor de aansluitleidingen vast. sche module MW-2000361-1 Condensafvoerbuis aansluiten Toelichting De sifon vindt u in de verpakking van de ketel en u moet deze ge bruiken in combinatie met de slang uit de verpakking met de aan sluitset.
Pagina 68
6 Installatie Afb.72 Sifon voorbereiden en aansluiten 2. Sluit de nieuwe slang aan op de sifon. 3. Vul de sifon met water tot aan de markeringsstreep. Gevaar Om te voorkomen dat er gas naar de ketelruimte ontsnapt, vult u het sifon met water voordat u de ketel opstart. Toelichting Controleer of de sifon stevig vastzit aan de ketel.
6 Installatie 6.10 Vullen van de ketel Afb.74 Vullen van de installatie Toelichting Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open voor het vullen. Zorg dat de ketel spanningsloos is. 1. Open de CV-afsluiters onder de ketel. 2. Open de kraan van de bijvulinrichting. Tijdens het vullen kan er lucht ontsnappen via de automatische ont...
6 Installatie Opgelet Vermijd olie-sifon situaties. Opgelet Als u de leidingen niet onmiddellijk aansluit, moet u ze voorzien van een stop, zodat er geen vocht in de leidingen komt. 6.11.2 Koelleidingen aansluiten Toelichting Gebruik een steeksleutel om de buizen tijdens de verschillende handelingen op hun plaats te houden.
Pagina 71
6 Installatie Afb.80 Moeren plaatsen 6. Steek de moeren op de leidingen. Model Handeling Alleen voor AWHP 4 MR-model Monteer de 1/2 inch en 1/4 inch len AWHP 6 MR-2 moer (meegeleverd). Alleen voor het type AWHP 8 Monteer de meegeleverde 5/8 MR-2 inch moer en de 3/8 inch moer die u eerder hebt bewaard.
6 Installatie Afb.83 Moeren van de afsluiters 10. Draai de moeren van de afsluiters los. 11. Steek de moeren op de leidingen. 12. Ril de leidingen. MW-M002210-1 Afb.84 Buizen aansluiten 13. Verbind de buizen en draai de moeren vast met een momentsleutel. Toelichting Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te ver...
6 Installatie 6.11.4 Vacuüm trekken Afb.86 Afsluiters 1. Controleer of de afsluiters A en B / C dichtgedraaid zijn. 2. Sluit de vacuümmeter en de vacuümpomp aan op het servicekop pelstuk op afsluiter A. 3. Trek een vacuüm in de binnenmodule en de koelleidingen. 4.
6 Installatie 6.12 Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires 6.12.1 Classificatie Afb.88 Classificatie AD-3000444-01 Type Beschrijving Configuratie B Aansluiting op een schoorsteen door middel van een aansluitset (enkelvoudige leiding in het 23(P) rookkanaal, de oxidatieve lucht wordt in het verwarmingslokaal genomen). Configuratie B Aansluiting op een verzamelleiding d.m.v.
6 Installatie Schachtafmetingen Afb.89 Minimale afmeting schacht of koker □ Ø AD-3000330-01 Tab.36 Minimale afmeting schacht of koker Type Uitvoering Diameter (D) Zonder luchttoevoer Met luchttoevoer Ø Kanaal □ Kanaal Ø Kanaal □ Kanaal Star 60 mm 110 mm 110 x 110 mm 120 mm 110 x 110 mm 80 mm...
6 Installatie 6.12.3 Materiaal Waarschuwing De koppel- of verbindingsmethodes verschillen per fabrikant. Het is niet toegestaan om leidingen, koppel- of verbindingsme thodes van verschillende fabrikanten te mengen. De toegepaste materialen moeten voldoen aan de geldige voor schriften en normen. Tab.37 Rookgasafvoer leidingmaterialen Uitvoering Materiaal Enkelwandig, star...
6 Installatie Type Materiaal Diameter 24/28 MI 34/39 MI 80/125 mm 25,0 m 13,0 m 93(X) 80 mm (1) Stijve leiding (2) Slang (3) De parameterinstellingen van de ketel dienen wel aangepast te worden (4) Richt u voor de afmetingen van een dergelijk systeem tot de leverancier van de leiding 3CEp. Waarschuwing Maximum lengte = lengte van de rechte lucht-/rookgasleidingen + gelijkwaardige lengte van de andere elementen.
6 Installatie 6.13 Elektrische aansluitingen 6.13.1 Aanbevelingen Waarschuwing De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos wor den uitgevoerd en alleen door erkende installateurs Aardt het apparaat vóór het maken van elektrische verbindin gen. Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeenkomstig de eisen van de geldende voorschriften.
6 Installatie Waarschuwing Bevestig de kabel met de meegeleverde kabelklem. Zorg dat de draden niet met verwisseld worden. 6.13.2 Beschrijving van de aansluitklemmenstrook EHC-02 Klemmenstrook van printkaart voor regeling hybride systeem Afb.90 Klemmenstrook van printkaart X1 230 V voeding voor printkaart EHC-02 (regeling van verwarmings EHC-02 generator) X7 L-Bus CAN : busaansluiting voor optionele printkaart SBC-04 voor...
6 Installatie Eenheid AWHP 4 MR AWHP 6 MR-2 AWHP 8 MR-2 Doorsnede van de voedingskabel mm² 3 x 2,5 3 x 2,5 3 x 4 Stroomsterkte uitschakelautomaat C Maximale stroomsterkte Tab.42 Binnenmodule Doorsnede van de voedingskabel mm² 3 x 1,5 Stroomsterkte uitschakelautomaat C BUS-kabeldoorsnede mm²...
6 Installatie 6.13.5 Toegang verkrijgen tot de printkaarten Afb.93 Toegang verkrijgen tot de printkaar 1. Neem de schroeven uit het voorpaneel op de behuizing van de hy draulische module. MW-2000153-2 6.13.6 Bedieningspaneel monteren Afb.94 Montagebeugels bevestigen 1. Schuif de montagebeugels naar de achterkant van het bedienings paneel IniControl 2.
6 Installatie 6.13.7 Elektrische aansluitingen maken voor een buitenunit: AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 Afb.96 Onderhoudspaneel verwijderen 1. Verwijder het onderhoudspaneel. 2. Controleer de doorsnede van de gebruikte kabel en ook de bescher ming ervan in de verdeelkast, afhankelijk van de gebruikte unit. 3.
6 Installatie 6.13.9 Bus van buitenunit aansluiten Afb.98 Bus van buitenunit aansluiten 1. Sluit de bus van de buitenunit aan op de X23 connector op de EHC-02 printkaart in het binnenmodule. 2. Zet schakelaar SW8–3 op de buitenunit-printkaart op ON. MW-5000398-01 6.13.1 Buitentemperatuursensor aansluiten...
Pagina 84
6 Installatie Afb. Voedingskabel van de ketel aanslui 2. Leid de kabel achter de printkaarten langs en leid deze weer naar buiten via de daarvoor bestemde opening. Sluit de kabel vervolgens aan op connector X24 op printkaart EHC-02. 230V Toelichting De connector vindt u in de verpakking van de aansluitset.
Pagina 85
6 Installatie Afb. Het bedieningspaneel openen 5. Gebruik een platte schroevendraaier om het klepje in te drukken en de behuizing van het bedieningspaneel van de ketel te openen. MW-2000 Afb. Communicatiekabel aansluiten 6. Sluit de communicatiekabel aan op ingang X2 van het bedienings paneel.
6 Installatie Afb. De beschermkap voor de printkaar 8. Bevestig de beschermkap van de printkaarten weer op de hydrauli ten bevestigen sche module. 230V MW-2000365-1 6.13.1 Tweede circuit aansluiten De optionele EH527 printkaart is nodig om een tweede circuit te kunnen laten verwarmen.
6 Installatie 6.13.1 Aansluiten PC/laptop Afb. Aansluiten PC/laptop Op de print van de gas-/luchteenheid zit een RS232-aansluiting (deze aansluiting zit dus niet in de aansluitbox). Op de RS232-ingang kan een PC/laptop worden aangesloten met behulp van een USB-kabel. Samen met de Recom PC/laptop service software kunt u diverse ketelinstellingen inlezen, veranderen en uitlezen.
6 Installatie 6.13.1 Opties aansluiten Afb. Opties aansluiten 1. Sluit de opties aan volgens de configuratie van de installatie op de X12 of X19-connector op de EHC-02 printkaart in de binnenmodule. Tab.43 Opties aansluiten op X12 X12-connector Beschrijving On/Off-OT/RU aansluitklemmen: aansluiting van een AAN/UIT thermostaat of een module...
6 Installatie 6.14 Installatieprocedure voltooien Afb. Montage van het voorpaneel voor de 1. Schroef de 2 onderdelen van het voorpaneel vast, en breng onder hydraulische module elke schroef ST 3.9 – 6.5 een sluitring aan. MW-2000207-2 Afb. Voorpaneel aanbrengen 2. Bevestig de montagebeugels met de bijgeleverde schroeven (lengte 13 mm) en moffen.
Pagina 90
6 Installatie Afb. De afdichtstrip en de afdekplaat 6. Plak de zelfklevende afdichtstrip op de afdekplaat en zorg ervoor dat deze goed aansluit op de randen van het paneel. Toelichting De afdichtingsnaad moet zich op de in de afbeelding aangegeven plaats bevinden.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure is vereist voor de hybride warmte pomp: Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt; Na een langere periode in de uitstand; Na voorvallen die een complete herinstallatie vereisen. Tijdens de inbedrijfstellingsprocedure kan de gebruiker zien wat de ver schillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
7 Inbedrijfstelling Tab.50 Verwarmingsmodus Controlepunten Gecontro leerd? Debiet in het primaire verwarmingscircuit ∆T verwarming (tussen 5 en 15°C) Keuze van de buitenunit met betrekking tot de typeplaat Instelling minimum debiet Tab.51 Controlelijst na inbedrijfstelling Controlepunten Gecontro leerd? Controle op lekken Ontlucht het verwarmingscircuit met behulp van de ontluchter van het apparaat.
7 Inbedrijfstelling Toelichting Vul eventueel water bij. 2. Controleer de waterzijdige aansluitingen op lekdichtheid. 3. Controleer of het verwarmingscircuit goed is ontlucht. 4. Controleer of de filters niet verstopt zijn. Reinig deze zo nodig. 5. Controleer de openingen van de kleppen en thermostatische radia torkranen.
7 Inbedrijfstelling Tab.52 Waarde van de parameter CONF Vermogen van de buitenunit Waarde van CN1 en CN2 4 kW CN1 = 11 CN2 = 7 6 kW CN1 = 12 CN2 = 7 8 kW CN1 = 13 CN2 = 7 Opstartcyclus Tijdens de opstartcyclus vertoont het display verschillende korte informa...
Pagina 95
7 Inbedrijfstelling Afb. Parameterversie 5. Parameterversie van de CU-printkaart MW-5000022-3 Afb. Ontluchting 6. De ontluchtingscyclus wordt steeds automatisch uitgevoerd bij het op starten van het apparaat als er een storing optreedt of tijdens een handmatige RESET MW-5000058-3 Ventilatortoerental van ketel instellen De instelling van het ventilatortoerental van de ketel is afhankelijk van de gassoort.
7 Inbedrijfstelling Tab.57 Aanpassing aan CLV-overdruk gassoort G31 (Propaan) Parameter Beschrijving 24/28 MI 34/39 MI Minimum volumestroom van de ventilator (CV + SWW) Minimum volumestroom van de ventilator (offset) Gascircuit Afb. Gasblok meetpunten Waarschuwing Zorg dat de ketel spanningsloos is. 1.
7 Inbedrijfstelling Alezio G hybrid Handeling 34/39 MI Draai de afstelschroef A met de wijzers van de klok mee tot aan de aanslag. Draai de afstelschroef A 5 ¼ slagen tegen de wijzers van de klok in. 1. Stel het toerental van de ventilator af zoals aangegeven in de tabel (indien nodig).
Pagina 98
7 Inbedrijfstelling Tab.61 Controle-/instelwaarden O bij vollast voor G31 (Propaan) Waarden bij vollast voor G31 (Propaan) Alezio G hybrid 24/28 MI 4.7 – 5.2 Alezio G hybrid 34/39 MI 4.7 – 5.2 (1) Nominale waarde Opgelet De O waarden bij vollast moeten lager zijn dan de O waarden bij laaglast.
7 Inbedrijfstelling Tab.64 Controle-/instelwaarden O bij laaglast voor G31 (Propaan) Waarden bij laaglast voor G31 (Propaan) Alezio G hybrid 24/28 MI – 6.3 Alezio G hybrid 34/39 MI – 6.3 (1) Nominale waarde Opgelet De O waarden bij laaglast moeten hoger zijn dan de O waarden bij vollast.
7 Inbedrijfstelling Afb. Parameter bevestigen AP103 2. Selecteer parameter AP103 voor de taalinstelling door op toets te drukken. Bevestig met de toets MW-5000406-1 Afb. Toegang tot de beschikbare talen 3. Toon de beschikbare talen door op de toets te drukken. MW-5000405-1 Afb.
7 Inbedrijfstelling Parameter Beschrijving CP220 Voetpunt van de stooklijn in nachtmodus CP230 Helling van de stooklijn Afb. Stooklijn x Buitentemperatuur (°C) y Aanvoertemperatuur water (°C) 1. Selecteer de printkaart van het gewenste circuit. 2. Stel de helling van de stooklijn in (parameter C230). 3.
7 Inbedrijfstelling Het instelbereik van parameter HP033 loopt van 0 (geen meting) tot 1000 Wh. De standaardinstelling voor het impulsgewicht is 1 Wh. Stel de impulswaarde van parameter HP033 in volgens het type ener giemeter dat is geïnstalleerd. Laatste aanwijzingen 1.
8 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel 8.1.1 Toegang tot de parameters van een printkaart Afhankelijk van de configuratie van de installatie zijn één of meer print kaarten geïnstalleerd in de warmtepomp om het circuit (de circuits) te re gelen. Type installatie Geïnstalleerde printkaart(en) 1 circuit...
Pagina 104
8 Werking Afb. Toegang tot het menu om de print 2. Druk op toets totdat het -pictogram knippert om het menu kaart te kiezen te selecteren om de printkaart te kiezen. Bevestig met de toets Toelichting -menu is alleen beschikbaar als minstens twee printkaarten zijn geïnstalleerd.
8 Werking Afb. Nieuw geselecteerde printkaart 6. De menu's en de parameters van de nieuw selecteerde printkaart zijn nu toegankelijk. Toelichting Aangezien er verschillende instellingen mogelijk zijn op de twee printkaarten afhankelijk van het betreffende circuit, wordt de naam van de printkaart in de rest van de handleiding worden voorge steld door MW-4000196-1 8.1.2 Navigeren door de menu's...
Pagina 106
8 Werking Afb. Navigeren om een menu te kiezen - Om het gewenste menu te selecteren drukt u op toets totdat Naar links het pictogram van het gewenste menu knippert. De toets dient om de cursor naar rechts te verplaatsen. De toets dient om de cursor naar links te verplaatsen.
8 Werking Afb. Een nieuwe waarde bevestigen 5. Druk op toets om een nieuwe parameterwaarde te valideren. MW-5000019-4 Afb. Terug naar het hoofdscherm 6. Druk op toets om terug te keren naar het hoofdscherm. MW-5000016-4 8.1.3 Toegang tot het installateursmenu De informatie en de instellingen van het installateursmenu zijn toegankelijk voor hiertoe bevoegde personen.
8 Werking 8.1.4 Toegang tot de TELLER- / TIJDS PROG- / KLOK-subme nu's KOELEN PROG Opgelet De naam van de printkaart wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de printkaart die u wilt instellen. 1. Druk gelijktijdig op de twee toetsen rechts om de menu's te openen. Afb.
8 Werking Uitschakelen 8.3.1 Werkingsmodussen uitschakelen Verwarming uitschakelen Toelichting De verwarmingsmodus kan worden beheerd via het TIJDS PROG-submenu dat dient voor het programmeren van het klok programma. Afb. Uitzetmodus selecteren 1. Bevestig de uitzetmodus door op toets te drukken. MW-5000027-3 Afb.
8 Werking Vorstbeveiliging Indien de verwarmingswatertemperatuur in de warmtepomp te veel daalt, wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze voorzie ning werkt als volgt: Bij een watertemperatuur lager dan 5°C gaat de circulatiepomp werken. Als de watertemperatuur lager is dan 3°C, start de bijverwarming op. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit en draait de circulatiepomp kort na.
9 Instellingen Instellingen Parameterlijst 9.1.1 Lijst van menu's Informatiemenu Gebruikersmenu Installateursmenu Handbedieningsmenu Storingsmenu Submenu TELLER Submenu TIJDS PROG Submenu KLOK Submenu KOELEN PROG 9.1.2 Informatiemenu Bepaalde parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties, volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten.
9 Instellingen Parameters Beschrijving Eenheid Printkaart Printkaart EHC-02 SBC-04 DM001 Sanitair-warmwaterboilertemperatuur - onderste positie °C DM006 Sanitair-warmwaterboilertemperatuur - onderste positie °C DM009 Sanitair warmwaterbereidingsmodus 0 = Programma 1 = Handbediening 2 = Vorstbeveiligingsmodus HM001 Aanvoertemperatuur van de warmtepomp °C HM002 Retourtemperatuur van de warmtepomp °C HM034...
Pagina 113
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant AP010 Servicebeurt: 0 = Geen melding 1 = aangepaste melding 2 = automatische melding AP011 Aantal bedrijfsuren van systeem voor handmatige service 17400 uur beurt Instelbaar van 0 tot 65535 uur AP028 Inschakeling van de koelfunctie: 0 = UIT 1 = AAN AP058...
Pagina 114
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant AP101 Ontluchting: 0 = UIT 1 = AAN AP102 Inwerkingtreding verwarmingspomp: 0 = bij alle verwarmingsverzoeken 1 = alleen op speciaal verzoek CP001 Richtwaarde voor maximum debiet 90 °C Instelbaar van 7 tot 90 °C. CP020 Circuittype: 0 = geen...
Pagina 115
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant CP650 Richttemperatuur voor overschakeling van de comfortmodus 29 °C op de gereduceerde modus tijdens koeling Instelbaar van 20 tot 30 °C. CP690 Werkingsrichting van de kamerthermostaat omgedraaid voor koeling: 0 = koeling volgt schakellogica voor OT-contact van ver warming 1 = koeling volgt tegengestelde van schakellogica voor OT-contact...
Pagina 116
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant HP048 Maximale duur van de temporisatie voor het schakelen van 30 minuten de bijverwarming Instelbaar van 0 tot 60 minuten HP049 Minimale buitentemperatuur voor de temporisatie voor het -10 °C schakelen van de bijverwarming Instelbaar van -30 tot 0 °C.
Pagina 118
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant CP020 Circuittype: 0 = geen 1 = gebruikt op direct circuit aangesloten op radiatoren of vloerverwarming 2 = aansluiting van een circuit met driewegklep CP030 Deadband van driewegklep 12 °C Instelbaar van 4 tot 16 °C. CP050 Offset van driewegklep 4 °C...
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant CP420 Niet beschikbaar in deze versie CP430 Niet beschikbaar in deze versie CP440 Niet beschikbaar in deze versie CP460 Niet beschikbaar in deze versie CP500 Debietsensor aangesloten: 0: = Niet gedetecteerd 1: = Automatisch gedetecteerd CP520 Richtwaarde vermogen voor de zone 100%...
Pagina 120
9 Instellingen Parameters Beschrijving Eenheid Printkaart Printkaart EHC-02 SBC-04 AC026 Aantal bedrijfsuren van de pomp AC027 Aantal startpogingen van de pomp AC028 Aantal bedrijfsuren van bijverwarming 1 AC029 Aantal bedrijfsuren van bijverwarming 2 AC030 Aantal startpogingen van bijverwarming 1 AC031 Aantal startpogingen van bijverwarming 2 CC001 Aantal bedrijfsuren van de pomp...
9 Instellingen 9.2.2 Richtwaarde instellen voor de kamertemperatuur in de com fortmodus Toelichting De richtwaarde voor de kamertemperatuur kan worden beheerd via het TIJDS PROG-submenu dat dient voor het programmeren van het klokprogramma. Toelichting Om de richtwaarde voor de kamertemperatuur in te stellen is het noodzakelijk om CP071-parameter in te stellen die beschik...
9 Instellingen 9.2.4 Handbediening van verwarming inschakelen Opgelet De naam van de printkaart wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de printkaart die u wilt instellen. Afb. Toegang tot de menu's 1. Druk gelijktijdig op de twee toetsen rechts om de menu's te openen. MW-5000009-4 Afb.
9 Instellingen Opgelet Wijziging van de fabrieksinstellingen kan de werking van het ap paraat nadelig beïnvloeden. Afb. Installateursmenu weergeven 1. Toegang tot het installateursmenu. 2. Selecteer de gewenste parameter door op toets te drukken en zo door de lijst te bladeren van parameters die kunnen worden aangepast.
9 Instellingen 9.2.7 Terug naar de fabrieksinstellingen: Toelichting De naam van de printkaart wordt weergegeven. Controleer of het gaat om de printkaart die u wilt instellen. 1. Ga naar het installateursmenu. Afb. Bedieningspaneel resetten 2. Selecteer het submenu CONF dat overeenkomt met de reset van het bedieningspaneel door op te drukken.
Pagina 126
9 Instellingen Afb. Dag selecteren Selecteer het gewenste dagnummer door op toets te druk ken tot het betreffende pictogram van de gewenste dag knippert. Bevestig met de toets Geselecteerde dag Beschrijving alle dagen van de week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag MW-5000140-2 Zaterdag...
9 Instellingen 9.2.9 Functie 'Automatische detectie' uitvoeren Opgelet Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de EHC-02 printkaart is geselecteerd. De automatische detectie-functie wordt gebruikt als een elektronische re gelkaart is verwijderd, vervangen of toegevoegd. Afb. Installateursmenu weergeven 1. Toegang tot het installateursmenu. 2.
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen Onderhoudswerkzaamheden zijn belangrijk om de volgende redenen: Om optimale prestaties te garanderen. Om de levensduur van de apparaten te verlengen. Om een installatie te leveren die het beste gebruikerscomfort in de loop van de tijd biedt. Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge...
10 Onderhoud Opgelet Gebruik uitsluitend watervrije stikstof voor het opsporen van lek ken of voor op druk testen. Opgelet De veiligheidsvoorzieningen mogen alleen door een erkende vak man worden ingesteld, gecorrigeerd of vervangen. 10.2 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Verricht bij een onderhoudsbeurt altijd de hierna volgende standaard in spectie- en onderhoudswerkzaamheden.
10 Onderhoud Afb. Frontmantel verwijderen 2. Verwijder de frontmantel. AD-0000178-01 10.2.3 Controle van de waterdruk 1. Controleer de waterdruk. De waterdruk moet minimaal 0,8 bar zijn. 2. Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar: vul de CV-installatie bij. 10.2.4 Controle van het expansievat 1.
10 Onderhoud Toelichting De berekende waarde moet op het verbrandingsattest genoteerd worden (Plaatselijk onderhoudsbesluit). 10.2.9 Controle van de automatische ontluchter van de ketel Afb. Controle van de automatische ont 1. Controleer de werking van de automatische ontluchter. Deze is luchter zichtbaar rechts bovenop de ketel.
10 Onderhoud 10.2.1 Controle van de brander en schoonmaken van de warmte wisselaar Afb. Controle brander en schoonmaken 1. Zorg dat de ketel spanningsloos is. Sluit de gaskraan van de ketel. warmtewisselaar Verwijder de frontmantel. 2. Maak de beugel van de rookgasafvoerpijp los. Verwijder de rook gasafvoerpijp.
10 Onderhoud 10.2.1 Ommanteling reinigen 1. Reinig de buitenzijde van het apparaat met een vochtige doek en een zacht schoonmaakmiddel 10.3 Specifieke onderhoudswerkzaamheden Verricht de specifieke onderhoudswerkzaamheden als dat na de stan daard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden nodig blijkt te zijn. Ga voor de specifieke onderhoudswerkzaamheden als volgt te werk: 10.3.1 Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode De ionisatie- /ontstekingselektrode moet vervangen worden indien:...
10 Onderhoud Afb. Reiniging platenwarmtewisselaar 1. Zorg dat de ketel spanningsloos is. 2. Sluit de gaskraan van de ketel. 3. Sluit de watertoevoer af. 4. Tap de ketel af. 5. Draai de schroef aan de linkerkant van de warmtewisselaar los. 6.
10 Onderhoud Het voorste deel van de ketel verwijderen Afb. Het voorste deel van de ketel verwij 1. Maak de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen los van de ketel. deren 2. Verwijder de aansluitbox. 3. Maak alle ingaande en uitgaande leidingen aan de onderkant van de ketel los.
10 Onderhoud Afb. Batterij verwijderen 2. Verwijder de batterij die zich in de achterplaat van het bedieningspa neel bevindt, door deze voorzichtig naar voren te duwen. 3. Plaats een nieuwe batterij. Toelichting Batterijtype: CR2032, 3V Gebruik geen oplaadbare batterijen. Gooi afgedankte batterijen niet weg in de vuilnisbak. Breng ze naar een geschikte inzamelplaats.
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Storingen aan de modulerende pomp Afb. LED statussignalering De pomp kan voorzien zijn van een LED statussignalering: Is de pomp in bedrijf, dan brandt de LED continu groen. Staat de pomp stand-by, dan knippert de LED groen. Bij storing aan de pomp knippert de LED rood of rood/groen.
Pagina 138
11 Bij storing Tab.79 Lijst van storingscodes Code Melding Beschrijving Checken VERTREKS Debietsensor van hybride Los contact 00.00 ENSOR warmtepomp is defect Controleer de bekabeling tussen de EHC-02 printkaart en de tempera OPEN tuursensor van de hybride warmtepomp (I3) Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang sensor indien nodig...
Pagina 139
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken VERTREKS Aanvoertemperatuursensor Los contact 00.48 ENSOR WP van de warmtepomp is de Controleer de bekabeling tussen de EHC-02 printkaart en de aanvoer GESLOTEN fect temperatuursensor van de warmtepomp (I1) Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang sensor indien nodig...
Pagina 140
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken TOTALE De BL-ingang op de klem Het contact aangesloten op de BL-ingang is niet doorverbonden 02.10 VERGREND menstrook in de EHC-02 Controleer het contact op de AP001 ingang en AP100 ELING printkaart is niet aangeslo Parameterfout Controleer de parameter BL Los contact...
Pagina 141
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken Onderste temperatuursen Los contact 00.16 SENSOR sor voor sanitair-warmwater Controleer de bedrading tussen de EHC-02 printkaart en de sanitair- OPEN is defect warmwater temperatuursensor in de bodem van de boiler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor Onderste temperatuursen...
Pagina 142
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken RETOURVO Retourtemperatuursensor Los contact 00.52 ELER WP van de warmtepomp is de Controleer de bekabeling tussen de EHC-02 printkaart en de retour GESLOTEN fect temperatuursensor van de warmtepomp (I2) Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang sensor indien nodig...
Pagina 143
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken DOORLAAT Onvoldoend waterdebiet Geen circulatie 02.23 SYSTEEM Controleer de werking van de circulatiepomp FOUT Controleer de bedrading Controleer of de pomp stroom krijgt Als de pomp niet werkt, moet hij vervangen worden Te veel lucht Ontlucht de binnenmodule en de installatie volledig voor een optimale werking Onjuiste bedrading...
11 Bij storing Code Melding Beschrijving Checken DOORLAAT Debiet verwarmingswater is Geen circulatie 02.24 SYSTEEM te laag Controleer de werking van de circulatiepomp GRENDELIN Controleer de bedrading Controleer of de pomp stroom krijgt Als de pomp niet werkt, moet hij vervangen worden Te veel lucht Ontlucht de binnenmodule en de installatie volledig voor een optimale werking...
11 Bij storing Sto Melding Beschrijving Checken rings‐ code BUITENSEN Geen buitensensor Los contact 00.32 SOR OPEN Controleer de bekabeling tussen de EHC-02 printkaart en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang sensor indien nodig BUITENSEN Buitensensor ontbreekt of...
11 Bij storing Blokkeringscode Beschrijving Checken Geen of te weinig doorstroming: Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen) Controleer de waterdruk Maximaal verschil tussen aanvoer- Controleer of de warmtewisselaar verstopt is en retourtemperatuur overschreden Sensorfout: Controleer de goede werking van de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Externe oorzaak: neem externe oorzaak weg Blokkerende ingang is actief...
Pagina 147
11 Bij storing Tab.83 Storingstabel met storingscodes Storingscode Beschrijving Checken Parameter storage unit PSU niet ge Slechte verbinding: controleer de bedrading vonden Slechte verbinding: controleer de bedrading Veiligheidsparameters niet in orde Defecte PSU: vervang PSU Slechte verbinding: controleer de bedrading Sensor niet of slecht aangesloten: Aanvoertemperatuursensor kortge...
Pagina 148
11 Bij storing Storingscode Beschrijving Checken Slechte verbinding: controleer de bedrading Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer de goede werking van de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor: vervang sensor indien nodig Retourtemperatuur te hoog Geen doorstroming: Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen) Ontlucht de CV-installatie Controleer de waterdruk...
11 Bij storing Storingscode Beschrijving Checken Defecte gasklep Defecte gas-/luchteenheid: vervang de gas-/luchteenheid Externe trek over de ketel: controleer de goede trek ter hoogte van de aansluiting op de schoorsteen Ventilator defect Defecte gas-/luchteenheid: controleer de gas-/luchteenheid en vervang deze, indien nodig Slechte verbinding: controleer de bedrading Sensor niet of slecht aangesloten Controleer de goede werking van de sensor...
Pagina 150
11 Bij storing Afb. Toegang tot de menu's 2. Selecteer het storingsmenu door op toets te drukken. MW-5000011-1 Afb. Toegang tot het storingsmenu 3. Druk op toets om door het storingenlogboek te bladeren. 4. Druk op toets om de details van de storingscode weer te geven. MW-5000043-2 7611430 - v02 - 14122015...
12 Uitbedrijfname 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Om de warmtepomp tijdelijk of definitief uit bedrijf te nemen: 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Onderbreek de netvoeding naar de warmtepomp. 3. Tap de cv-installatie af. 7611430 - v02 - 14122015...
13 Verwijdering 13 Verwijdering 13.1 Verwijdering/recycling Toelichting Het verwijderen en afvoeren van de ketel moeten door een ge kwalificeerd persoon worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regelgeving. Ga als volgt te werk om de ketel te verwijderen: 1. Onderbreek de elektrische aansluiting van de ketel. 2.
14 Reserveonderdelen 14 Reserveonderdelen 14.1 Algemeen Als bij inspectie- of onderhoudswerk wordt vastgesteld dat er een onder deel in de warmtepomp moet worden vervangen, gebruik dan uitsluitend originele onderdelen of aanbevolen onderdelen en materialen. 7611430 - v02 - 14122015...
14 Reserveonderdelen Toelichting Bij bestelling van een onderdeel moet het codenummer uit de lijst worden opgegeven. 14.2 Ketel 14.2.1 Onderdelen van de ketel Afb. Alezio G hybrid 24/28 MI 2013 3001 1003 2012 1003 2010 1003 2011 2007 2013 1001 3002 2015 5012...
Pagina 159
14 Reserveonderdelen Item nr. Referentie Beschrijving 7640403 Zakje schroeven 200009965 2-punts BL-connector (oranje) 300009070 2-punts connector (buitensensor) 96550318 PTS K06 3-punts RAST5-connector (wit) 300025621 OT-connector (groen), al bevestigd (2-punts) Afb. Hydraulisch circuit MW-6000687-2 Tab.90 Lijst van reserveonderdelen voor het hydraulische circuit Item nr.
Pagina 160
14 Reserveonderdelen Item nr. Referentie Beschrijving 7616890 Retourbuis verwarmingsketel 7616743 Buis sanitair koud water 7616772 Buis sanitair warm water 7616778 Gasbuis 300025325 T-plug voor snelle verbinding 300000831 Elektrische manometer, Huba 505 G3/8” 300022989 Debietmeter, Huba DN20 7609871 Temperatuursensor PT1000 115749 Veiligheidsventiel 7617173 Pakkingsring buis –...
Pagina 161
14 Reserveonderdelen Tab.91 Lijst van reserveonderdelen voor de aanpassingsset Item nr. Referentie Beschrijving 7623028 Hydraulische beschermkap, white 7627675 Trechter voor manometer 7628286 Beschermkap van bedieningspaneel 7624812 Bovenpaneel, wit 49826 Siliconen afdichtingsprofiel 9X7.4 7617337 Beugel voor montageframe ketel 7616948 Cv-leiding 7616950 Buis voor sanitair water 7621284 Gasbuis...
Pagina 162
14 Reserveonderdelen Afb. Kabelbomen CN20 Sensor Heat Exchanger : switch position 7622567 CN21 7622566 Sensor Liquid PAC-IF020-E CN2A Condenser departure temperature CNX2 CNX3 CNX4 Condenser return temperature Heating departure t° S2 S3 Flowmeter Pressure sensor BLUE TB142 BLACK BROWN BROWN YELLOW GREY /GREEN...