4 Beschrijving van het product
Tab.25 Regelparameter voor vloerdrogen
Parameter
CP470
CP480
CP490
Afb.17 Vloer drogen-grafiek
2
4
3
00:00
00:00
5
6
Afb.18 Voorbeeld
2
4
47
44
41
38
35
32
29
26
23
3
20
00:00
00:00
00:00
5
10
9
8
7
6
6
36
Beschrijving
Aantal dagen voor vloer drogen
Begintemperatuur voor het drogen van de vloer
Eindtemperatuur voor het drogen van de vloer
1
00:00
7
1
5
4
3
2
1
7
Door het inschakelen van deze parameter (instelling anders dan NO)
wordt de weergave van de vloerdrogenfunctie permanent geforceerd en
worden alle andere functies van de regelaar uitgeschakeld.
Wanneer de vloerdrogenfunctie in werking is in een circuit, worden alle an
dere circuits (behalve het sanitair warmwatercircuit) stilgelegd.
Het is mogelijk om de vloerdrogenfunctie op circuits A en B te gebruiken.
De parameterinstellingen moet worden uitgevoerd op de printkaart die het
betreffende circuit aanstuurt.
De vloerdrogenfunctie voor elk circuit wordt geregeld door de volgende
parameters:
1 Aantal dagen
2 Richttemperatuur verwarming (°C)
3 Begintemperatuur voor het drogen van de vloer
4 Eindtemperatuur voor het drogen van de vloer
5 Vloerdrogenfunctie opstarten
6 Aantal dagen dat de vloerdrogenfunctie actief is
7 Einde van de vloerdrogenfunctie, terug naar normale werking
Toelichting
Elke dag om middernacht wordt de richtwaarde van de begintem
peratuur van het vloerdrogen herberekend en het resterende aan
tal dagen dat de vloerdrogenfunctie zal werken, wordt met één
verlaagd.
4.2.8 Hybride werking met de hydraulische naverwarming
De prioriteit tussen de warmtepomp en de ketel wordt gekozen aan de
hand van verschillende parameters:
Buitentemperatuur
Prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp
Drempelwaarde prestatiecoëfficiënt
4.2.9 Stille modus
De stille modus wordt gebruikt om het geluidsniveau van de buitenunit ge
durende een bepaalde tijdspanne te verlagen, vooral 's nachts. Deze mo
7611430 - v02 - 14122015