4 Beschrijving van het product
Tab.24 Hybride werkingsmodi (parameter HP061)
Werkingsmodus
Optimalisering op basis van de ener
giekosten (fabrieksinstelling):
Optimalisering van het primaire ener
gieverbruik
Optimalisering op basis van de CO
uitstoot
Geen
34
Werking van de bijverwarming tijdens een storing van de bui
tenunit
Als er een storing optreedt op de buitenunit wanneer het systeem een ver
warmingsopdracht aan het uitvoeren is, start de bijverwarming van de ke
tel onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te garanderen.
Werking van de bijverwarming tijdens het ontdooien van de
buitenunit
Wanneer de buitenunit wordt ontdooid, zorgt het bedieningspaneel voor
een volledige bescherming van het systeem door eventueel de bijverwar
mingen op te starten.
Extra bescherming wordt geboden als de watertemperatuur te snel daalt.
In dit geval wordt de buitenunit uitgezet.
Werkingsprincipe als de buitentemperatuur buiten de bedrijfs
temperatuurdrempel van de buitenunit valt
Als de buitentemperatuur lager is dan de minimale bedrijfstemperatuur
van de buitenunit, zoals gedefinieerd door de parameter HP051, krijgt de
buitenunit geen toestemming om te werken.
Als het systeem bezig is met het uitvoeren van een opdracht, start de bij
verwarmingsketel onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te garande
ren.
4.2.6 Hybride werkingsmodus
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en een olie- of gasgestookte ketel op grond van de op
brengst van elke warmtegenerator. De opbrengst van een warmtegenera
tor kan worden berekend op basis van:
Optimalisering van de kosten voor de consument
Optimalisering van het primaire energieverbruik
Optimalisering van de CO
De overschakeling tussen de warmtepomp en de verwarmingsketel vindt
plaats bij de drempelprestatiecoëfficiënt die is berekend overeenkomstig
de door de gebruiker ingevoerde parameters en volgens de geselecteerde
optimaliseringsmethode.
Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drem
pelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang. Anders wordt al
leen de ketel ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp
hangt af van de buitentemperatuur en van de richttemperatuur van het wa
ter.
Beschrijving
De regelaar kiest de minst dure generator aan de hand van de prestatiecoëfficiënt
van de warmtepomp en aan de hand van de primaire energiekosten.
De regelaar kiest de generator die de minste primaire energie verbruikt.
-
De regelaar kiest de generator die met de laagste CO{9}2{10}-uitstoot.
2
De warmtepomp start altijd eerst op, ongeacht de omstandigheden. Vervolgens wordt
indien nodig de naverwarming van de ketel gestart.
Hybride werkingsmodus ingeschakeld
Wanneer de hybride werkingsmodus is ingeschakeld, maakt de overgang
van de ene verwarmingsbron naar de andere gebruik van de drempelpres
tatiecoëfficiënt. De overgang van een verwarmingsbron naar een andere
geschiedt aan de hand van het eerste criterium dat bereikt wordt (presta
tiecoëfficiënt of buitentemperatuur).
-uitstoot
2
7611430 - v02 - 14122015