10 Onderhoud
Afb.
Frontmantel verwijderen
171
3
2
Afb.
Controle rookgasafvoer en luchttoe
172
voer
130
2. Verwijder de frontmantel.
2
AD-0000178-01
10.2.3 Controle van de waterdruk
1. Controleer de waterdruk.
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar zijn.
2. Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar: vul de CV-installatie bij.
10.2.4 Controle van het expansievat
1. Controleer het expansievat en vervang deze indien nodig.
10.2.5 Controle van de ionisatiestroom
1. Controleer de ionisatiestroom in vollast en laaglast.
De waarde is na 1 minuut stabiel.
2. Reinig of vervang de ionisatie- en ontstekingselektrode, wanneer de
waarde lager is dan 3 µA.
10.2.6 Controle van de tapcapaciteit
1. Controleer de tapcapaciteit.
2. Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende
en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de platenwarm
tewisselaar (ww-zijdig) en de tapwatercartridge.
10.2.7 Controle van de rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluitingen
1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer
op conditie en dichtheid.
AD-0000280-01
10.2.8 Controle van de verbranding
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O
centage in het rookgasafvoerkanaal.
CO-meting
Voer een meting uit bij vollast (CV) en laaglast. Het gemiddelde van deze
twee gemeten waarden moet als volgt worden bepaald: Berekende waar
de = 0,35 maal de waarde bij vollast (A) + 0,65 maal de waarde bij laag
last (B).
Voorbeeld: CO = (0,35 x CO
) + (0,65 x CO
)
A
B
7611430 - v02 - 14122015
-per
2