Parameter STORINGSLIJST voor WP-type 1 en 2: aflezen van alle opgetreden storingen van de storingslijst
Storing
Oorzaak
BRON-MIN
De gedefinieerde minimale brontemperatuur
werd onderschreden.
VERZAMELSTORING
De verzamelstoring van de IWS is in werking
getreden.
HD/ND-FOUT
De hoge- of lagedrukbeveiliging van de
warmtepomp is in werking getreden.
VORSTBEVEIL
De vorstbeveiligingsvoeler van de IWS is defect.
Probleem bij het ontdooien.
DRAAISCHAKELAAR
De draaiknop of Schuifschakelaars (WP-Typ)
van de IWS is defect of werd versteld
Parameter foutlijst voor WP-type 3 en 4: aflezen van alle opgetreden fouten volgens
Foutindicatie
Oorzaak
LAGEDRUK
De lagedruksensor heeft geschakeld; schakelpunt 1,2 bar in
verwarmingswerking (absoluut) binnen 60 seconden.
ERR ND-DRUK
In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
ND 2
Lagedruk < 0,9 bar absoluut binnen 5 seconden.
ERR ND 2
In 10 minuten compressorwerktijd zijn 3 fouten opgetreden.
HOGEDRUK
De hogedrukbewaking heeft geschakeld; schakelpunt 30 bar
absoluut.
ERR HD-DRUK
In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
G-VERMOGEN
Hoge druk < lage druk + 2 bar binnen 30 seconden.
ERR G-VERMOGEN In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
MIN OVERV
Oververhitting < oververhitting 50% nominaal binnen 5 minuten.
ERR M-OVH-IWS
In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
KOELM GEBREK
Oververhitting > oververhitting en openingsgraad.
ERR K-GEBR-IWS
In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
ONTDOOIEN
In de ontdooiwerking is de aanvoer, retour of vorstbescherming
< 10 °C, vóór ontdooien is de aanvoer of retour < 18 °C binnen 30
seconden.
ERR ONTDOOIEN
In 2 uren compressorwerktijd zijn 5 fouten opgetreden.
DRAAISCHAKELAR
De schuifschakelaar WP-type van de IWS is voor cascadewerking
niet correct ingesteld.
HD-SENSOR-MAX
De hogedruksensor heeft geschakeld; schakelpunt HD – 1 bar;
kalibratie 1 x om de 24 uur.
VW-GAS-MAX
Heetgastemperatuur > 125 °C.
AANV MIN KOEL
Minimale aanvoertemperatuur is te laag; schakelpunt 6,5 °C.
32
Oplossing
Minimale brontemperatuur controleren, indien nodig wijzigen. Bron-
volumestroom controleren: bronberekening controleren.
Parameterpunt BRON controleren.
Bron-volumestroom controleren.
Bronberekening controleren.
Beveiligingen K1 en K2 controleren
Hogedrukbeveiliging:
Parameter RETOUR-MAX (max. retourtemperatuur) controleren.
Volumestroom en temperatuur aan de verwarmingszijde controleren.
Aankoppeling van de aanvoer- en retourvoeler controleren.
Lagedrukbeveiliging (WPF-M):
Volumestroom en temperatuur aan de bronzijde controleren.
Vulhoeveelheid koelmiddel controleren (peilglas).
Lagedrukbeveiliging (WPL):
Is de verdamper bevroren?
handmatige ontdooiing starten
ontdooiing controleren
Heeft er koelmiddelgelekt?
vulhoeveelheid controleren (peilglas)
storingsdienst op de hoogte brengen
Klemnippels van de vorstbeveiligingsvoeler controleren. Voeler vervangen.
Ontdooien.
Met parameter RESET WP kan de installatie gereset worden.Bij vaker
optreden van deze storing dient de storingsdienst op de hoogte te worden
gebracht.
Oplossing
Koelmiddel ontsnapt, expansieventiel gaat niet open.
Koelmiddel ontsnapt, expansieventiel gaat niet open.
Debiet en sensorkoppeling van de verwarmingszijde
controleren.
Fasevolgorde verkeerd.
Expansieventiel werkt niet juist.
Koelmiddellek, expansieventiel werkt niet juist.
Expansieventiel > begrenzing.
Waterdebiet te laag, watertemperatuur te laag.
Het net van de warmtepomp uitgeschakeld en
schuifschakelaar correct instellen.
Debiet van de verwarming te klein, ingestelde
kamertemperatuur / verwarmingscurve te hoog.
Injectieventiel werkt niet juist, expansieventiel werkt niet
juist, koelmiddellek.
Verwarmingsdebiet controleren, aanvoersensor Koelen
controleren.